Bijvoegsel tot het Pharmaceutisch Weekblad, 21 November. N°. 30.

METHODE TOT HET VULLEN DEK FLESSCHEN MET NATUURLIJKE KOOLZURE IJZERWATEREN. Prof. Husemann deelt daaromtrent het volgende mede (zie N°. 29): //Dat de natuurlijke ijzerwateren, in flesschen verzonden, slechts uiterst zelden die hoeveelheid ijzerbicarbonaat (ferrohydrocarbonaat) in oplossing houden, welke zij inden verschen staat, zooals zij uit de bron verkregen worden, bezitten, ja dat soms volstrekt geen opgelost ijzer daarin voorkomt, is een feit, van welks waarheid elk zich gemakkelijk met looizuuroplossing of met ferridcyaankalium en chloorwaterstofzuur kan overtuigen. En dit is geenszins enkel het geval bij die staalwateren, welke zonder bijzondere voorzorgen op de flesschen gebracht zijn hetgeen op vele plaatsen het geval is maar ook bij die, waarbij men heeft trachten te verhinderen, dat het ijzer afgescheiden wordt, zoodat de Directies der bronnen zelfs voor het onverminderd ijzergehalte instaan. Noch geneeskundige, noch publiek slaan hierop voldoende acht, hoezeer ook van verschillende kanten op de moeilijkheden gewezen is, die het bewaren der ijzerwateren inden weg staan. De geneeskundige meent een werkzaam middel tegen chlorose of anaemie te hebben aanbevolen, wanneer hij den patiënt het gebruik van eenig gerenommeerd staalwater heeft voorgeschreven en deze volgt met vertrouwen, al is het soms met tegenzin, het voorschrift, maar, helaas, de goede gevolgen blijven uit, want met de geheele hydropathie is geen enkel atoom ijzer het organisme binnengekomen. De oorzaak dezer meer of minder snelle ontleding der ijzerhoudende mineraalwateren is, zooals bekend, de zuurstof en dewijl deze zich meestal inde mineraalwateren zelven bevindt, zoo voldoet ook de methode van Eresenius niet, om de dampkringslucht uit de flesschendoor kooldioxydegas te verdrijven. Er bestaat echter een ander middel tegen de eigenschap der zuurstof, van het ijzer neer te slaan, namelijk de aanwezigheid van organische zelfstandigheden (humuszuur enz.), die in vele ijzerwateren in eene aanzienlijke hoeveelheid voorkomen. Bischoff kwam het eerst op het denkbeeld, door kunstmatige bijvoeging van organische stoffen de duurzaamheid der natuurlijke ijzerwateren te verhoogen. Reeds in 1839 voegde hij op elke kruik eenige greinen suiker bij en het gelukte hem inderdaad de afscheiding van het ijzer te verhinderen, maar, dewijl de suiker ook de aanwezige sulphaten reduceert, zoo ontstond er dikwijls zwavelijzer en ontwikkelde zich de walgelijke reuk van zwavelwaterstof. Aan Husemann is het door veelvuldige proeven met koolhydraten en daaraan verwante lichamen, met een tal organische zuren, met alcohol en zijne derivaten gebleken, dat onder allen het citroenzuur het best aan de gestelde voorwaarden voldoet. In genoegzame hoeveelheid bijgevoegd, verhindert het de oxydatie van het ijzer volkomen en zelfs eene aanzienlijke hoeveelheid citroenzuur gaf in 4—5 maanden geen aanleiding tot de vorming van zwavelwaterstof. Moet het ijzerwater lang bewaard worden, dan is het noodig de minimum hoeveelheid van het zuur nauwkeurig te bepalen, die voor het behouden van het ijzer noodig is, ten einde de vorming van zwavelwaterstof te verhinderen. De vulling met bijvoeging van citroenzuur is, volgens H., voor alle natuurlijke ij zerwateren, als de eenvoudigste, goedkoopste, zuiverste en zekerste methode aan te bevelen. Het bijvoegen van het zuur geschiedt door middel vaneen droppeltoestel, die naast de kurkmachine opgehangen wordt, zoodat de werkman, die kurkt, zonder tijdverlies de noodige droppels citroenzuur inde flesch kan doen vallen, alvorens hij de flesch sluit.” Na deze mededeeling stellen wijde vraag; Indien het vullen en bewaren van natuurlijke ijzerwateren met behulp van vreemde lichamen geschieden moet, verdienen dan de kunstmatige ijzerwateren niet de voorkeur, waarbij men het inde macht heeft telkens eene vernieuwde hoeveelheid in elke verlangde sterkte te bereiden ? Veroordeelingen op 11 Nov. 1875 door de Arr. Rechtbank te Brielle uitgesproken ter zake van onbevoegden verkoop van geneesmiddelen. 1. A. K., huisvrouw van H. B. te Stellendam, veroordeeld wegens verkoop van aloë (ürbanuspillen); boete van ƒ3, subs, 2 dagen gevangenis.

3. K. v.d. G. te Dirksland, wegens verkoop van aloë (ürbanuspillen); boete van ƒ3, subs. 3 dagen gevangenis. 3. N. 'S., huisvr. van P. L. te Zuidland wegens verkoop van aloë (ürbanuspillen); boete van ƒ 3, snbs. 2 dagen gevangenis. 4. M. v. P. wegens verkoop van aloë (Brilmanspillen); boete van ƒ 3, subs. 3 dagen gevangenis. 5. J. K. te Stad aan ’t Haringvliet, wegens verkoop van aloë (Engelsche gezondheidspillen); boete van ƒ3, subs. 2 dagen gevangenis. 6. J. T. V. wegens verkoop van aloë (Brilmanspillen); boete van ƒ 3, subs. 2 dagen gevangenis. In No. 37 van Hygieia wordt door 11. uit Arnhem bericht, dat aldaar het gezin van den apotheker v. . ernstig ongesteld geworden is na het gebruik van karnemelk, opgekookt in eene bruine aarden pan, waarvan het glazuur bij scheikundig onderzoek bleek eene groote hoeveelheid antimoon en lood te bevatten. Wij herinneren hier aan den raad, in der tijd door ons bij het gebruik van aarden gereedschappen gegeven *), dat men vóór het gebruik daarin eenige uren azijn kookt en deze met zwavelwaterstof onderzoekt. Ontstaat er daardoor kleuring of neerslag, dan herhaalt men de opkoking met eene nieuwe hoeveelheid azijn, zoolang totdat deze met zwavelwaterstof geen reactie vertoont. Het hangt voornamelijk van de wijze van smelting bij het glazuur af, of het al dan niet schadelijke eigenschappen bevat, want het is aan Prof. Buohner gebleken, dat in vaten met loodhoudend glazuur, maar hetwelk daarop nauwkeurig was aangebracht, azijn kon gekookt worden, zonder dat hij iets opnam. De heer Millard heeft in zijn jongste werk over de suikerbelasting de aandacht gevestigd op de suikerkeuring en de wensohelijkheid betoogd, dat ter beslissing van geschillen, die tusschen fabrikanten en den handel mochten ontstaan, evenzeer als waar het beslissingen geldt, door de beambten der administratie te nemen, een ervaren scheikundige het oppertoezicht diende te hebben. Ook de hoogleeraar Gunning heeft aangetoond, dat de uitvoering van dergelijke onderzoekingen, door personen die de noodige wetenschappelijke middelen niet bezitten of niet kennen, ruimte overlaat voor onzekerheid of vergissing. Naar wij vernemen, hebben een aantal suikerfabrikanten in Java’s oosthoek besloten een bevoegd persoon uitte noodigen zich te Soerabaija te komen vestigen, op aannemelijke voorwaarden, ten einde zich met de suikeranalyse te belasten, waartoe onderhandelingen met den heer Nagelvoort te Batavia zijn aangeknoopt. Wij juichen dit denkbeeld toe en noemen het voorbeeld, in dezen door Java ’s oosthoek gegeven, hoogst loffelijk, want op die wijze kan wellicht een einde worden gemaakt aan de voortdurende geschillen bij suikerkeuring. Het kan den heer Millard niet dan aangenaam zijn, dat de door hem gegeven wenken in het belang ‘der suikerindustrie gehoor vinden. (Indiër van 27 Sept.) Volgens de ondervinding van Giraldès, ondersteund door die van anderen, is chloralhydraat een uitstekend voorbehoedmiddel tegen zeeziekte, Eene dosis van 300 a 500 milligr. bleek voldoende. Bij een overtocht van Galais naar Dover met eene onstuimige zee werd de helft van de volgende mixtuur genomen: 3 gram hydras chlorali, 50 gram aqua destillata, 60 gram syrupus, bij de terugreis de andere helft. De heer G., die anders altijd zeer veel last van zeeziekte had, bleef bij beide overtochten volkomen wel, terwijl de meeste andere passagiers ziek werden. Uittreksels uit (tuiten- en Binuenlandsche tijdschriften. De vloeistof, verkregen door kamfer en chloralhydraat met spiritus te vermengen (zie No. 13) wordt door Hager met den naaip van LiquOP Chloralo-Camphoratus bestempeld. De kamfer wordt met eenige droppels spiritus rectificatissimus *) Vervalschte levensmiddelen. Handboek tot herkenning der vervalscliingeu van de meest dagelijks voorkomende levensmiddelsn enz, door K. J. Opwijrda Schoonhoven, S. en W. N. van Nooten.