worden, daarop tevens te letten. Ik ontving daarvoor zestien verschillende monsters, meestal van Pransche en Engelsohe fabrikanten en leveranciers afkomstig; van twee soorten echter wms de oorsprong onbekend. Alle fleschjes droegen overigens de oorspronkelijke etiketten en gestempelde capsules of stempels in lak, hun in Europa gegeven. Aan wien de Japansche autoriteiten het idee van dit onderzoek te danken hadden, weet ik niet, doch ik meende te moeten aannemen dat het hier minder te doen was om strikt nauwkeurige getallen dan om bij benadering de verhouding, waarin chinine met chinidine of andere kinabases vermengd wordt, te leeren kennen; ook moet ik eerlijk bekennen niet genoegzaam vertrouwd te zijn met de studiën over de verschillende kinabases om de door mij verkre°*en getallen als zonder feilen op te geven. De door mij gevolgde methode onderwerp ik daarom gaarne aan uwe kritiek en aan die mijner geachte lezers. Vermenging met andere stoffen dan kinabases heb ik niet kunnen waarnemen, doch van de zestien monsters gaven zeven eene negatieve en twee slechts eene flauwe reactie met chloorwater en ammonia, geen van deze werd door iodium-tinctuur gepraecipiteerd. Laatstgenoemde twee soorten waren bijna geheel oplosbaar in ammonia en aether en gaven met verdund zwavelzuur goed fluoresceerende oplossingen. De oplosbaarheid in aether werd bepaald door ongeveer 0,3 grm. met kalkmelk op een waterbad tot droog toe in te dampen, daarna met lauwwarmen aether uitte trekken, totdat niets meer daarin oploste en na verdamping van den aether en droging het residu te wegen. Op zwavelzure chinidine berekend, gaf deze proef voor de twee monsters, die op chloorwater en ammonia reageerden, 75 en 84 perc. en voor de andere zeven van 20 tot 81 percent. Ik vertrouw echter dat laatstgenoemde soorten mengsels van cinchonine en cinchonidine geweest zijn. De zeven beste soorten, die nu nog ter onderzoeking bleven, voldeden allen aan de eischen door de Pharmaeopoea Neerlandica gesteld en gaven, één uitgezonderd waarop ik straks terugkom, een goeden neerslag met iodiumtinctuur. Ik nam mij voor om in deze monsters het gehalte aan zwavelzure chinine te bepalen, door deze als herapathiet te wegen en de rest, met inachtneming van de hoeveelheid water die zij bevatten, als zwavelzure chinidine in rekening te brengen. Verleden jaar heeft een brand ongelukkig genoeg al mijne dictaten en aanteekeningen, in Nederland verzameld, en een groot deel mijner boeken inde asoh gelegd, zoodat ik alleen mijn geheugen kon raadplegen over deze manier van chininebepaling, 'mij in der tijd door Dr. de Vrij mondeling medegedeeld, waarvoor ik Z.W.E.Z.GeI. bij dezen opnieuw mijn dank betuig. Grootendeels op mijne memorie afgaande, bracht ik ongeveer 0,4 grm, van de te onderzoeken zwavelzure chinine ineen nauwkeurig gewogen bekerglas, (loste ze op, in 16 C. C. alcohol van 85 °/0 en zoo weinig mogelijk verdund zwavelzuur (ik merkte op dat herapathiet in zwavelzuur beduidend oplosbaar is), druppelde zooveel iodiumtinctuur bij totdat de bovenstaande vloeistof eene geelbruine kleur had en liet het glas goed bedekt staan. Den volgenden morgen werd de neerslao- . zooveel mogelijk op een filter gebracht, dat naast een even zwaar filter in denzelfden trechter geplaatst was, de neerslaoeenigzins uitgeknepen en bekerglas en praecipitaat met sterken alcohol nagewasschen. Een gedeelte van den neerslag zit soms vrij vast aan het glas, waarom ik liever het glas meê woog en later in rekening bracht. Het herapathiet werd zoo lang inde lucht gedroogd, totdat het ineen tijdsverloop vaneen uur niet meer dan één a, twee milligrammen aan gewicht verloor. Men zal licht begrijpen dat het ledige filter bij het wegen als tegenwicht diende. In twee scheikundige leerboeken vond ik de formule van zwavelzure ioodchinine : C2|) H24 N2 02, J2, H2 S04 5Hg O, zoodat j vbor 100 deelen herapathiet 56,92 deelen zwavelzure chinine in rekening werden gebracht. Op deze manier kreeg ik voor eene Pransche chin.(bij watergeh. v. 13,89): 54,3»/osulph. chin. " " " " " " 14,95 : 65,28 // // // // afkomst onbekend // // 11,31 : 58,55 // // // // Engelsche chinine // // 14,21 : 93,2 // „ " " " " // // 12,41 : 90,05 // „ // // Duitsche, uit Nederland afgeleverd // n 16,25 : 86,59 // // Geen dezer chininesoorten deed bij de aether-ammoniaproef kristallen van chinidine ontstaan, zelfs niet in aether, die vooraf met chinidine verzadigd was. Ook voldeden allen aan de ammoniaproef van Kerner. Hier bleek dus vermenging te hebben plaats gehad, hetzij opzettelijk of reeds bij de bereiding ontstaan, met een isomeer van chinine, dat met deze laatste al zeer veel overeenkomst heeft. Het zevende monster eindelijk, dat geen etiket van den fa- '

brikant of leverancier droeg, deed zich oogenschijnlijk als zuivere sulphas chinini voor, voldeed ook geheel aan de eischen van zuiverheid door de Pharm. Neerl. aangenomen, doch gaf met iodiumtinctuur niet den geringsten neerslag'. Buitendien zetten zich bij behandeling met ammonia en schudding met aether, die met chinidine verzadigd was, na eenigen tijd kristallen af, niet met aether alleen, terwijl bij de proef van Kerner ruim 50 C. C. ammon. liquid. van 0,96 S. G. noodig waren, om met 10 C. C. van de bij 15° C. verzadigde solutie in water eene heldere oplossing te geven. Op het gezag van deskundigen sprekende, was hier derhalve chinine geheel afwezig en bestond dit monster,, naar mijne mee – ning, uit twee isomeeren van chinine, waarvan de grootste helft veitegenwoordigd werd door het sulphaat van chinidine, die in aether gemakkelijk oplosbaar is, en de rest, zijnde verreweg de kleinste helft, uit het sulphaat van chinidine, die in aether moeielijk oplost. Ik waag het niet te beslissen of eene gedeeltelijke of, zooals in het laatste geval plaats had, geheele vervanging van chinine door zijne isomeeren zal schaden, doch waarschijnlijk is het, dat de geneeskrachtige waarde van zulke mengsels beneden die van zuiveren sulphas chinini staat. Waarom zou verschil in werking op het dierlijk organisme niet kunnen samengaan met verschil m physische en chemische eigenschappen, dat voldoende bevestigd is? Met bescheidenheid vraag ik daarom, of het niet wenschelijk ware dat de Pharmaeopoea aan hare criteria op de zuiverheid van chinine nog de reactie met iodiumtinctuur hadde toegevoegd en eischte dat daarmede dadelijk een ruim praecipitaat van herapathiet ontstond? De pharmaceut is dan ten minste zeker een praeparaat voor zich te hebben, dat meerendeels uit zwavelzure chinine bestaat. In dien zin ook meende ik dezer dagen aan het Japansche Gouvernement advies te moeten geven. Teiwijl ik bezig ben dit te schrijven, zendt ons een Japansche drogist eene kist, inhoudende honderd fleschjes sulphas chinini ter beoordeeling, afkomstig vaneen fabrikant uit liïannheim. Ook deze chinine beantwoordt geheel aan de vereischten der Pharmaeopoea, geeft dus met chloonvater en ammonia eene prachtig groene kleur, is in aether en ammonia geheel oplosbaar enz., geeft na verscheiden uren rust bij behandeling met ammonia, en aether, die verzadigd is met chinidine, sporen van kristallen; met iodiumtinctuur evenwel is de reactie totaal negatief. Ik vraag nog eens: moet dergelijke sulphas chinini goedgekeurd worden ? Met de plaatsing dezer regelen in uw geacht Weekblad zult u zeer verplichten Uw Dienstw. Dienaar, Osaka, 14 Sept. 1875. B, IV, Dwars. Voor de rechtbank te Deventer stonden den Sisten September te recht ,de vader (molenaar) en twee zoons, uit Olst, beschuldigd van het verkoopen van lijnkoeken met krijtwit vermengd. Eender getuigen verklaarde, dat er in het pakhuis van beschuldigde eene hoeveelheid van 9000 kilo gemalen krijt in eene afzonderlijke kamer verborgen was, waar niemand anders toegang had dan beklaagden, en welke kamer steeds gesloten was. Het gemalen krijt werd sedert lang bij groote partijen, zoowel bij dag als bij nacht, aangevoerd onder den naam van Egyptische weitenbloem. Een andere getuige beweerde, dat hij belast was met het vervaardigen van lijnkoeken, en dat men hem ter vermenging van het lijnmeel 600 a 700 halve kilogr. gemalen krijt op de 1500 a 2000 halve kilo gaf, hetwelk hij, wanneer het drukwas, in 24 uren verwerkte. De beklaagden bekenden schuld, doch meenden, //dat zonder deze vervalsching geene concurrentie mogelijk was,” en dat zij op last van hun principaal te Zwolle hadden gehandeld. Het Openbaar Ministerie eischte, dat zij zouden worden schuldig verklaard aan //het plegen van bedrog inden aard vaneen koopmanschap” en veroordeeld tot 4 maanden gevangenisstraf en eene geldboete van f 26. Den 38sten September werden de 3 beklaagden veroordeeld ieder tot 45 dagen eenzame opsluiting en geldboeten van ƒ 25. (Weekblad Tijdschrift Geneeskunde.) ildvertentiën. Verschenen bij D. B. CENTEN te Amsterdam: PttOEM? EENEK RATIONEELS PRIJSBEPALING DER RECEPTEN. Met eene Prijslijst der meest gebruikelijke Geneesmiddelen. DOOK R. J. OPWURQA. Prijs franco p.p. ƒ—.6o.