DRINKWA.TERONDERZOEK.
De mededeeling in uw nommer van 13 Juni 1875 N°. 7, omtrent het gebruik van hydrozwavelig-zuurnatrium bij de analyse van drinkwater kwam ons hoogst belangrijk voor. De bereiding van dit reagens is eenvoudig en het gebruik gemakkelijk wij zijn hierbij in niets afgeweken van de gegevens daarin verzameld. Wat het gebruik van het koperzout betreft tot het bepalen der sterkte van het hydrozwaveligzuur-natrium, merken wij op, dat absoluut ijzervrij kopersulphaat niet gemakkelijk is te vinden; de fout hierdoor veroorzaakt is echter zeer gering, omdat het ijzergehalte ook hoogst onbeduidend behoeft te zijn. Terloops merken wij nog op, dat de ammouiukale oplossing inde warmte het koper reduceert; hoewel de aanwending van warmte niet noodig is, is deze opmerking misschien niet overbodig. Wat de uitvoering betreft, zoo kan het hydrozwaveligzuurnatrium inde burette zeer goed door eene laag olie worden afgesloten, gelijk is voorgeschreven, maar het kopersulphaat kan niet met olie worden afgesloten, om de eenvoudige reden dat deze olie met de ammoniakale vloeistof bij schudding dadelijk eene zeep vormt, en de reactie dan niet meer is waar te nemen. Wij sloten daarom de ammoniakale vloeistof met benzine af en verkregen daardoor nog een ander voordeel, dat namelijk de benzine door hare uitstekende helderheid het oogenblik van geheele ontkleuring duidelijker laat waarnemen. Het geringste verschil in tint tusschen de benzine en de ammoniakale koperoplossing is duidelijk merkbaar. De proef moet zoo snel rnogelijk, in eenige enkele minuten, afloopen, omdat wij waarnamen, dat de koperoplossing, met benzine bedekt gebleven, na de reductie tamelijk spoedig weder blauw wordt. Zij neemt dus zuurstof op, maar hoe? Houdt de benzine die zuurstof in zien opgelost, of baant de zuurstof der lucht zich tusschen den wand en de benzine een weg? De blauwe tint vertoont zich het eerst inde bovenste vloeistoflagen eu deelt zich langzamerhand aan de daaronder liggende lagen mede. De vraag is dus voorloopig niet ongepast, of de methode zelfs met benzine wel juiste resultaten geeft of geven kan. Wij moeten hierbij nog eene bijzonderheid vermelden, die ons merkwaardig voorkomt. Vier soorten water, die zeer slecht waren en rijkelijk bedeeld met ammonia en ook met salpeterzuur, onderzochten wij op haar reductievermogen door middel van de methode van Fleok (door ons in uw Blad besproken in N°. 8 van den vorigen Jaargang) en op haar luchtgehalte of althans op haar oxydatievermogen door middel van het hydrozwaveligzuur-natrium. De uitkomsten stellen wij hier naast elkander. N°. 1. N». 2. N». 3. N°. 4. reactie op animo-weinig gele gèelroode troe-zeerweiniggeei.zeer veel troeniak met Ness- troebeling. heling. heling en rood. lers’s reagens. methrncine zeer reactie op nitra-met ferrosnl-weinig, metfer-met ferrosul-methrncine wel, ten phaat duidelijk rosulphaat 0 phaat duidelijk met ferrosulphaat 0 reductie in grammen Ag per liter 0,11 0,13 0,09 0,065 zuurstof in C.C. 1,0 1,5 1,7 I 2,4. Hieruit volgt dus, dat een drinkwater tegelijk reduceerende en oxydeerende eigenschappen kan hebben. Het denkbeeld van tegenstrijdigheid, hetwelk daarin is gelegen, kan worden verklaard, wanneer men bedenkt dat het reductievermogen in casu met eene andere maat gemeten wordt dan het oxydatievermogen, zoodat het zeer goed mogelijk is dat het oxydeerend bestanddeel wel op hydrozwaveligzuur-natrium maar niet op de reduceerende bestanddeelen van het drinkwater oxydeerend werkt. De reduceerende bestanddeelen van hun kant zullen dan eer het onderzwaveligzuur-natrium-zilver, dan het oxydeerend bestanddeel van het water reduceeren. Latere proeven zullen moeten uitmaken, of zulke wateren, die op hydrozwaveligzuur-natrium werken, altijd lucht moeten bevatten, dan of ook nitraten (nitrieten zeker wel) dat oxydeerend vermogen uitoefenen. J. Mouton & Zonen.
Mijnheer de Redacteur! Naar aanleiding van het bericht omtrent mijne inzending op de Provinciale Tentoonstelling van Nijverheid, Landbouw en Kunst te Breda, voorkomende in het Pharmaceutisoh Weekblad van 25 Juli j.l. wensch ik een enkel woord daaromtrent in het midden te brengen. Geen depothouder van eenig geheimmiddel zijnde, wa sik zeer ingenomen met het denkbeeld van het Amsterdamsche departement der Ned. maatschappij t. b.d. Pharmacie om door eene commissie uit zijn midden geneesmiddelen te doen onderzoeken en naar de gevonden samenstelling na te bootsen en besloot ik onmiddelijk om geheel overeenkomstig het voorschrift van genoemd departement de Kina Laroche en ijzerhoudende Kina Laroche zelf te bereiden en voor den daarbij gestelden prijs aan het publiek af te leveren. Ik ging een stap verder en bereidde ook het Teerwater van Guyot volgens het voorschrift van het Pormularium, zoo mede het Anatherin-mondwater, waarvoor ik zelf een voorschrift heb aangegeven inden catalogus der tentoonstelling. Ten einde de aandacht van het publiek op deze nieuwe beweging op pharmaceutisch gebied te vestigen, kwam ik op het denkbeeld om mijne praeparaten in te zenden op de Provinciale Tentoonstelling, die hier vanaf 18 Juli wordt gehouden en den Ssten dezer zal worden gesloten. Dat deze praeparaten de aandacht trokken, blijkt uiteen verslag van de tentoonstelling, voorkomende in het Dagblad van Z.-H. en ’s G. van 14 Juli j.1., waarin alleen op mijne inzending de aandacht van het publiek wordt gevestigd, zonder dat andere inzendingen daar meer bepaald worden genoemd. Ook een lid der regelings-commissie verzekerde mij nog eenige dagen geleden, dat de Jury bijzonder had gereflecteerd op mijne inzending. Het publiek is daarom terecht verwonderd dat, waar zulk een groot aantal medailles zijn uitgereikt, juist aan deze praeparaten geene bekroning is ten deel gevallen. Uw bezwaar, mijnheer de Eedacteur! dat men op eene gevaarlijke helling zoude geraken, ingeval dusdanige praeparaten werden bekroond, moge niet geheel zonder grond zijn, bij eene Jury van beoordeeling kan m.i. zoodanig bezwaar niet gelden. Doordien ik bij mijne inzending de volledige voorschriften heb gegeven, waarnaar mijne praeparaten zijn bereid, welke voorschriften allen inden catalogus opgenomen en zoodoende misschien door het geheele land verspreid zijn, moet, dunkt me, het bezwaar dat ik deze later als geheime middelen zou exploiteeren, geheel vervallen. Hoewel ik onverschillig ben omtrent eene bekroning speciaal voor mijne praeparaten, zoo meen ik toch dat het streven der pharmacie, om buitenlandsche produkten na te bootsen en voor een lageren prijs inden handel te brengen meer naar waarde zou worden geschat, wanneer aan zoodanige praeparaten op eene tentoonstelling, wie dan ook de inzender zij, eene bekroning ten deel viel. Men kan toch moeilijk aannemen, dat een apotheker, die zich, juist om zijn vak overeenkomstig het wetenschappelijke standpunt te beoefenen, ten doel stelt het voetspoor van het Amsterdamsche departement te volgen, alleen door het ontvangen eener bekroning zijn doel geheel voorbijstreven en tegenover het publiek en de wetenschap eene geheel andere stelling zal innemen. Tevens voeg ik hierbij het voorschrift van het Anatherinmondwater, zoo als dit door mij is aangegeven inden Catalogus der tentoonstelling, om dit aan de algemeene kritiek te onderwerpen; gaarne wil ik een beter voorschrift voor het mijne inde plaats stellen. Met de meeste hoogachting, enz. Breda, 3 Augustus 1875. P. G. Steensma, ANATHERIN-MONDWATER, (Dr. Popp.) Jf: Lign. guajaci ..... 40 Gumm. myrrhae .... 10 Herbae rutae ..... 10 Flor. rosarum 10 Gort. chin. fusc 10 Herbae salviae 10 Kad. alcannae 10 Spir. cochleariae .... 50 rectificatiss 350 Aqua depuratae . , . . 300 Macera per dies quatuor decim.