eene van onder toegesmoltene glazen buis. Men brengt van boven door eene goed sluitende kurk eene eenmaal gebogen glazen buis en brengt 1 once zwavelkoolstof er in en vervolgens 1 dracbma goed afgedroogde phospborus. Nadat deze is opgelost voegt men langzamerhand 1 once fijn gewreven iodium toe, die onder slechts geringe verwarming opgelost wordt. Nadat nu de kurk op het glas is gezet en dit laatste met een koel-apparaat is voorzien, destilleert men er de zwavelkoolstof uiteen waterbad af. In het glas of de buis blijft de cinnaberroode, kristallijne iodphosphorus terug. Het glas wordt als het bijna bekoeld is geopend; men brengt een propje asbest op de iodphosphorus, blaast met de spuitflesch een weinig water er op, zet er de kurk weder op en dompelt het glas ineen vat, waarin 2—3 oneen water vervat is. Zoodra het water de iodphosphorus aanraakt, begint de ontleding in iodphosphorigzuur en iodwaterstof, dat zich gasvormig ontwikkelt en gemakkelijk door het water, waardoor het strijken moet, geabsorbeerd wordt. Bij voldoende toevoeging van water wordt er nu slechts eene zachte verwarming ineen waterbad vereischt, om al de iodwaterstof uittedrijven. Uit 1 once iodium wordt binnen 4 uren 2% oneen iodwaterstofzuur bekomen vaneen soortelijk gewigt van 1,48. Moet men het lang bewaren, dan is het doelmatigste, volgens Bö 11 ge r, een weinig zuiver kopervijlsel in het glas waarin het bewaard wordt te brengen, waardoor, als er door den tijd eene gedeeltelijke ontleding plaats vindt, het vrij geworden iodium zich met het koper verbindt en wit iodetum cuprosum vormen kan, waardoor het zuur dan ten minste kleurloos blijft. ([Neues Jahrb. der Pharmacie en Hager’s pharmaceuiische Centralhalle 1862.) Bereiding van acidum aceticum glaciale; door Dr. Tillmans. Men bedient zich gewoonlijk voor de bereiding, van dit zuur van rookend zwavelzuur, welke de bewerking niet al-
330