Normale veranderingen inde eigenschappen der dampkringslucht.
Wanneer men volgens Houzeau (Compt. rend., t. LU, p. 809) op denzelfden dag en hetzelfde uur, beschut tegen regen en zonneschijn, even groote zeer gevoelige lakmoespapierstrepen inde lucht legt, zoo neemt men algemeen waar, dat zij na verloop van 3 of 4 dagen volkomen ontkleurd worden inde lucht op het vrije veld, terwijl zij in denzelfden tijd geene of eene slechts zwakke verandering in kleur vertoonen, inde lucht der steden. Zulks werd door vergelijkende proeven den 8 Augustus 1856 te Parijs en te Montmorency bewezen. Deze in het oogloopende scheikundige reactie neemt men voortdurend, zoowel inden zomer als inden winter, waar; vervolgens wordt zij zeer intensief, als de lucht sterk bewogen is, zoo als bij stormen enz. De lucht zal alzoo op planten en dieren eene verschillende werking uitoefenen. Deze veranderlijkheid inde scheikundige eigenschappen der lucht wordt ook door andere bewijzen bevestigd. Terwijl de ontkleurende werking der lucht boven het vlakke land merkbaar geringer is dan inde steden, vertoont zij in het vermogen, om blaauw lakmoes blijvend rood te kleuren, juist het omgekeerde. Wordt namelijk blaauw lakmoespapier voor regen en zonneschijn beschud, inde vrije lucht gelegd, zoo wordt het inde stad schielijker blijvend rood gekleurd dan op het land. In het jaar 1856 goldt dit verschijnsel te Parijs (even zoo als d’Arcet zulks reeds voor lang in Londen had waargenomen) voor zekere straten in de nabijheid van het Conservatoire des Arts et Métiers, als het ware normaal. Het op zoodanige wijze roodgemaakt lakmoespapier behoudt zijne kleur in het luchtledige of bij verhitting op 100° in eene buis. Gewoonlijk vertoont zich de werking van het zuur inde lucht op het papier, nadat het gedurende 48 uren daaraan blootgesteld is geweest; de roodkleuring begint aan
322