bonas) kleurden de vlam blaauvvachtig wit. Toen hij salpeter eu zwavel tezamen verbrandde, nam hij eene roode straal waar van geringe, maar bepaalde breekbaarheid, welk verschijnsel hij evenzoo karakteristiek voor potaschverbindingen verklaarde, als de gele straal zulks voor de soda is. Hij zegt ten slotte: „Wanneer deze opvatting juist is en wanneer zij zich ten opzigte der andere stralen van bepaalde breekbaarheid evenzoo verhoudt, zoo is een Uik in het spectrum eener vlam, ten einde daarin zelfstandigheden te ontdekken, die anders slechts door uiterst fijne scheikundige analyse opgespoord kunnen worden , voldoende." Yerder leerde Talbot (Phil. Mag. 1834. Vol. IV, p. 114) dat niettegenstaande de overeenkomst in kleuring der vlam tusschen lithion en strontiaan , beide zonder verder onderzoek door de spectraal-analyse kunnen onderscheiden worden. Hij zegt, dat de strontiaanvlam een groot aantal roode stralen heeft, die door donkere tusschenruimten goed van elkander gescheiden zijn en bovendien eene oranjekleurige en eene zeer bepaalde glinsterend blaauwe straal. Lithion maakt volgens Talbot slechts eene enkele roode lijn. (Bunsen en Kirchhoff hebben bij lithion ook nog eene gele lijn afgebeeld; zie daaromtrent later.) Daarna zegt Talbot; „Ik twijfel er niet aan, dat zelfs de kleinste hoeveelheden van deze heide zelfstandigheden met even groote , zoo niet grooiere zekerheid zullen kunnen onderscheiden worden, dan volgens eenige andere methode geschiedt." Hij beschreef daarop nog het spectrum van cyan. In eene latere verhandeling van ditzelfde Journal ( Vol. IX, 1836, p. 3) komt Talbot nogmaals op het belang der studie van de gekleurde vlammen terug, beschrijft daarbij de spectra van koper, acidum boricum , nitras baryticus en bevestigt tegelijk door eigen proeven de waarnemingen van Wheatstone over de elektrieke vonken. Eindelijk heeft de schrijver zelf in 1845 {Phil. Mag. XXVII p, 81) de spectra van gekleurde vlammen onderzocht. Hij kleurde de vlam vaneen alcohollamp met eene oplossing van de te onderzoeken zelfstandigheid, plaatste de lamp te-
216