den al bestonden de prisma’s uit verschillende zelfstandigheden en'fal was de hoek van breekbaarheid groot of klein. Hij nam meer dan 600 zulke donkere strepen in het zonlicht waar, welke later naar hem de Frauenhofer’sehc strepen of lijnen genoemd zijn. Frauenhofer vond deze zelfde lijnen in het spectrum van het licht der maan en van Yenus , terwijl volgens hem Sirius andere lijnen bezit en wederom andere Castor. Frauenhofer ontdekte onder de lijnen van het spectrum van Procyon zijne lijn 1) van het zonspectrum en in het spectrum van de Capella en van Betalgeus zijne lijnen D en b. Men onderscheidt, ten gevolge der onderzoekingen van Frauenhofer: 1. Kosmische lijnen , dat is , de donkere banden of lijnen , welke in het spectrum van het licht der zon, der planeten en vaste sterren zigtbaar zijn. 2. Donkere, door absorbtie voortgebragte strepen, eene klasse van verschijnselen, welker ontdekker D. Brewster is. Zij werden door hem bij de waarneming der roode dampen van salpeterigzuur gevonden. 3. Heldere , glinsterende lijnen, voortgebragt door de elektrische vonk, wanneer deze tusschen verschillende geleiders overspringt. 4. Heldere, glinsterende lijnen, in 'het spectrum van gewone vlammen, die door verschillende zelfstandigheden gekleurd zijn geworden. He ontdekkingen, welke tot de spectraal-analyse gevoerd hebben , volgen in chronologische rangschikking op de volgende wijze: 1. Kosmische lijnen. 2. Absorbtie-lijnen. Brewster . . . 1832. Brewster .... 1832. E. Becquerel . . 1842. W. H. Millerl 1833 H rap er . . . . 1842. Haniell i Stokes .... 1852. W. A, Miller . . . 1845. Brewster 1 _ _ 1850> Grladstone *
208