men bij lactas ferrosus waarneemt. De oplossing reageerde zuur en was hoog geel gekleurd. Bijvoeging van cyanetem kalieo-ferrosum, gaf eerst een wit praecipitaat, dat naderhand blaauw werd, terwijl bijvoeging van cyanetum kalico-ferrieum terstond een blaauw praecipitaat gaf; met bijvoeging van carbauas kalieus werd de vloeistof groen, daarna ontstond er een vlokkig wit praecipitaat. Inde geconcentreerde oplos* sing ontstond met acidum tartaricum een kristallijne nederslag; door hydras kalieus werd zij groen gekleurd; phosphas natricus gaf een wit praecipitaat, chloretum auricum een blaauw en met acidum hydrotionicum werd geen neerslag verkregen, daar de oplossing zuur was, een zwart evenwel met sulphuretum kalicum. Geen blaauw praecipitaat ontstond onmiddellijk met cyanetum kalieo-ferrosum, noch een bruin met succinas ammonicus, ook niet de minste roode verkleuring met rhodanetum kalicum; bewijzen genoeg, dat het praeparaat geen deutoxyde ijzerzout was. Bij matige verwarming loste het poeder bijna geheel op in wijn, terwp zich bij bekoeling een gering gedeelte afzonderde, dat door filtratie werd afgescheiden; de kleur der vloeistof was groenachtig zwart.

206