3. Xanthine in normale urine aanwezig.

Xanthine is het eerst door Mar cet in blaassteenen ontdekt , doch als zoodanig komt het zeer zelden voor. Jackson, Scherer en Strecker hebben deze stof, hoewel in geringe hoeveelheid , in normale urine aangetoond. Onlangs ergens vermeld vindende , dat deze opgave nog aan twijfel onderhevig was , aarzelde ik niet, zelf te beproeven , deze stof uit normale urine af te zonderen. De wijze bij dit onderzoek gevolgd, is die door Lehmann (Handbuch der physiologischen Chemie, 2e Aufl., seite 8-4) opgegeven. TJrine wordt ter verwijdering van het zwavel- en phosphorzuur met barytwater vermengd , tot dat er geen nederplofsel meer ontstaat. De afgefiltreerde vloeistof wordt op een waterbad tot siroopdikte verdampt, daarna eenige dagen ter kristallisatie weggezet. De zorgvuldig van kristallen bevrijdde moederloog wordt eenigzins verdund en onder bijvoeging van eenig azijnzuur koperoxyd gekookt. Het vlokkige, meestal groenachtig bruine nederslag , wordt, nadat het met warm water is afgewasschen, in warm salpeterzuur opgelost en met salpeterzuur zilveroxyd gepraecipiteerd. De na bekoeling afgescheiden zilvefverbinding wordt nogmaals in salpeterzuur opgelost, ter verwijdering van soms aanwezend chlorzilver en warm gefiltreerd ; bij bekoeling zet zich eene verbinding van xanthine met salpeterzuur zilveroxyd af. Deze verbinding wordt met eene ammonia houdende zilveroplossing gedigereerd, waarbij zich het in ammonia onoplosbare xanthine-zilveroxyd afzondert. Om de verdere eigenschappen van xanthine na te gaan, voert men door het met water aangemengde nederslag zwavelwaterstof, verwarmt en filtreert het gevormde zwavelzilver kokend heet af spoelt even met heet water na en laat bekoelen. Gedeeltelijk zondert de xanthine zich bij de bekoeling af als geelachtige vlokken, gedeeltelijk blijft ze in het water opgelost en wordt hieruit door verdere verdamping verkregen. De xanthine lost zich in salpeterzuur zonder gas-ontwikkeling op en dit vocht laat

197