Aantooning van zeer geringe hoeveelheden chinine; door F. A. Flückiger.

Reeds vroeger werd de aandacht er op gevestigd, dat de bekende fluorescentie van de zure oplossing van sulphas chinicus een nog scherper onderkenningsmiddel is dan de bekende reagentia op ehinine. De schrijver heeft de grenzen dezer fluorescentie der chinine-oplossing nagegaan en gezien, dat zij de bekende reactie met ammonia en bloedloogzout, welke vaneen acht duizendste tot een tien duizendste ehinine aantoont, nog overtreft. Wanneer men de oplossing in overvloedig zwavelzuur waarneemt, zoo bespeurt men nog fluorescentie , wanneer slechts een honderd duizendste ehinine voorhanden is, wanneer men namelijk de oplossing ineen gewoon hoog reageerglas aan het direkte zonlicht blootstelt en er een blad zwart papier achter houdt. Bij nog grootere verdunning verdwijnt de fluorescentie voor het oog , doch zij kan dadelijk weder te voorschijn gebragt worden, als men een bundel lichtstralen door eene biconvexe lens zijdelings of van boven inde vloeistof laat vallen. Er wordt dan met de grootste scherpte een blaauwe lichtkogel bemerkbaar, zelfs wanneer de oplossing der sulphas chinicus zoo verdund is, dat zij nog slechts een twee honderd duizendste ehinine bevat. Deze reactie is zelfs zoo uitermate scherp , dat zij bij zeer gunstige verlichting en zorgvuldig nemen der proef (sterk vergrootende loup met het grootste brandpunt, zuiver wit glas, donkere achtergrond) nog bij een vier honderd duizendste tot een vijf honderd duizendste te zien is. Met volkomen zekerheid gaat zij echter slechts tot een twee honderd duizendste. Op deze wijze kan men zeer goed 2 tot 4 duizendste vaneen milligram ehinine onderkennen. Deze buitengemeen groote gevoeligheid laat alles achter zich , wat de analyse tot nog toe voor de opsporing van alcaloiden heeft geleverd; hoogstens zou de reactie op strychinine in gevoeligheid daar bij komen.

167