concentrisch, radiaal gestreept, inde midden doorschijnend, van donker geelachtige of bruinachtige kleur.

Zij zijn onoplosbaar in koud, oplosbaar in heet water, volkomen onoplosbaar in konden en heeten absoluten alcohol en aether ; oplosbaar in ammonia; in koud zoowel als kokend azijnzuur slechts moeijelijk en niet volkomen oplosbaar; langzaam oplosbaar in koud zoutzuur; gemakkelijk en zonder gas-ontwikkeling oplosbaar in koud en heet salpeterzuur: oplosbaar in koud verdund en geconcentreerd zwavelzuur, ook in koude verdunde sodaloog. De salpeterzure oplossing van het met loodoxyd daargestelde praeparaat laat, na verdamping, een geel, eenigzins glinsterend, gemakkehjk blazig overschot terug, dat door toevoeging van soda eerst roodgeel wordt en bij verwarming , voornamelijk aan de randen ineen schoon purperrood overgaat ; tot droog verdampt stelt het echter eene witaehtige, in water zonder kleuring oplosbare massa daar. Deze urienbolletjes zijn reeds in ’t levend organismus inde urienorganen ontstaan. Latere onderzoeking moeten leeren, of in deze urien bolletjes het eiwitgehalte van het kwikalbuminaat geëlimineerd wordt; verder moet nog worden uitgemaakt, of het een anderen kristalvorm der sauthoglobulin , of een nieuw ligchaam is. 13. Over het mercuriaalhloed. Bloedverandering is een constant mercuriaal-symptoom. Het bloed wordt donker, dikvloeibaar, vormt eene spekhuid en bevat vezelstofcoagula. Eiwit en bloedligchaampjes zijn in het algemeen verminderd; ook de kleurlooze bloedligchaampjes niet verminderd, verder is de stollingsvatbaarheid, mogelijk ook de hoeveelheid der vezelstof vermeerderd, het watergehalte wankelend, meestal vermeerderd. (Archiv. der Pharmacie, Bd. 159, H. 1, S. 6.)

160