mede acidum valerianicum en malicum oplost. Het verplaatste water zakt naar onder en houdt de extractiefstof en de albumine opgelost.

Naarmate men dit water af laat loepen, wordt het vervangen door nieuwe hoeveelheden aether. Zoodra de aether geen water meer verplaatst, worden de wortels uitgeperst en een laatste maal door aether behandeld, waarna zij op eene digte haren zeef met gedestilleerd water worden afgewasschen en nadat men dit 24 uren heeft laten staan, helder afgiet. Men bekomt alsdan verschillende uitkomsten, naar den ouderdom van den wortel. Wanneer hij het eerste jaar in den herfst is ingezameld , vindt men in het bezinksel eene aanzienlijke hoeveelheid zetmeel; heeft men hem inde volgende lente ingezameld, dan bestaan daarvan nog slechts sporen; maar in dat geval bevat het afgegoten water eene zekere hoeveelheid eener gommige stof, die men eveneens in het gedeplaceerde water terug vindt. De verschillende hoeveelheden aether waarmede de wortels gedrenkt zijn, werden verzameld en op een waterbad bij 30° gedestilleerd. Deze destillatie levert eene bijna reuklooze aether en laat een residu achter, bestaande uit eene olieachtige stof van eene groenachtig gele kleur, welke blaauw lakmoespapier sterk rood kleurt en alleen den geheelen reuk der valeriaan bevat. Dit residu aan eene nieuwe destillatie onderworpen zijnde met 30 a 40 maal zijn gewigt gedestilleerd water, geeft een zeer zuur water, op welks oppervlakte de vlugge olie drijft en dat het acidum valerianicum bevat, dat men op de gewone wijzen afzondert. Het overschot dezer tweede destillatie bevat het acidum malicum , dat men bekomt, door op elkander volgende oplossingen en kristallisatie’s in zuiveren alcohol. Het gedeplaceerde vegetatie-water bevat de extractiefstof en de albumine. Giet men daarbij alcohol bevattenden aether , zoo komt de gecoaguleerde albumine op de oppervlakte en wordt verwijderd: men verkrijgt de extractiefstof door op een waterbad tot de vereischte dikte uitte dampen.

142