volkomen verbranding ondergaan, in water en koolzuur worden omgezet, zoo leiden wij logisch uit hetgeen voor op
is gezet af, dat de wijnbloem zich volmaakt als de azijnbloem gedraagt en dat het alleen de omstandigheden zijn, waar hare eigenschap zich verheft, dat wil zeggen , dat de plant, in plaats vanuit de lucht twee of vier moleculen zuurstof op te nemen, om ze op een molecule alcohol vast te leggen en er aldehyde en azijnzuur van te vormen, zich meester maakt van acht of twaalf moleculen van dit gas en met hun medewerking de alcohol en het azijnzuur in water en koolzuur verandert. En al deze feiten worden met eene groote kracht volbragt met eene groote ontwikkeling van warmte en eene snelheid, die de stoutste verbeelding te boven gaat. Zie daar op hoedanige wijze dezelfde plant, die de azijnvorming van den alcohol voortbrengt, het azijnzuur dat zij gevormd heeft, kan vernietigen. Ziedaar hoedanig de fabrikant , die de azijnbloem het eerst azijnmoêr (mater aceti) genoemd heeft, dooreen instinkt geleid is geworden. Ziedaar hoedanig zeker Berzelius, door aan de mater aceti het vermogen te weigeren, om azijn te kunnen voortbrengen , omdat zij het azijnzuur vernietigde , een waar feit vermeldde > welks interpretatie slechts verkeerd was. Ik heb gezien, dat de azijnbloem de azijnvorming niet meer voortbrengt, als zij onder gedompeld is. Het is een vereischte, dat zij op de oppervlakte van het vocht blijft. Inde azijnfabrieken bezit het bezinksel der tonnen, dat de fabriekanten moer noemen , geenerlei azijnvormende werking. Alles heeft plaats aan de oppervlakte van het vocht, ineen oneindig dun vlieschje, dat breekt als men de tonnen op nieuw aan vult en ten bodem zinkt, maar op de oppervlakte eene genoegzame hoeveelheid reproductiestof achter laat, ten einde er zich een nieuw vliesje zou kunnen vormen. Zie hier nu het proefondervindelijk bewijs dezer feiten. Ik bewerkstellig de azijnvorming vaneen alcoholisch vocht door middel vaneen Mycoderma van den azijn, en zoodanig, dat
135