het gemakkelijkst, om mij zoo uitte drukken, aan te kweken is de wijnbloem, de Mycoderma vini s. cerevisiae. Hiermede nam ik mijne eerste proeven, doch de eerste uitkomsten daarvan waren geheel tegenovergesteld van hetgeen ik er van verwachtte. Toen ik deze namelijk op verschillende alcoholische vochten en in aanraking met de lucht deed ontwikkelen, verkreeg ik volstrekt geen azijnzuur. Wat meer is, toen ik in dit vocht eene zekere hoeveelheid azijn voegde, verdween deze Mycoderma geheel en al. Eindelijk werd ook de zuivere Mycoderma aceti op de oppervlakte van verschillende alcoholische vochten gecultiveerd en ik nam waar, dat de algemeene gang der verschijnselen steeds standvastig was. De alcohol werd immer in azijn veranderd, onder vorming tevens van kleine hoeveelheden aldehyde... Dit vastgesteld zijnde, herhalen wijde boven vermelde proeven met de twee genoemde Mycodermen, en wel in gesloten vaten, waarin wij, behalve het vocht en het beginsel der plant, een bepaald volumen lucht konden insluiten en wel zoodanig, dat wij ieder oogenblifc bij de analyse van het vocht die van de lucht in het vat kunnen voegen. Alsdan vertoont zich het begrip der verschijnselen in al zijne eenvoudigheid. Men neemt waar, dat de Mycoderma van den azijn de zuurstof der lucht opneemt en ze op den alcohol vastlegt, om ze in azijnzuur te veranderen; dat de Mycoderma van den wijn eveneens zich van de zuurstof der lucht meester maakt, en ze eveneens vast legt op den alcohol, om er waterdamp en koolzuur van te vormen. Daarenboven neemt men waar, dat, als men den alcohol wegneemt en men de Mycoderma van den azijn op eene azijnzuur bevattende vloeistof laat werken, het zuur in water en koolzuur wordt veranderd; met de Mycoderma van den wijn is het uitwerksel nog hetzelfde, zelfs dan nog, als er alcohol in deze vloeistof opgelost mogt zijn. Bij gevolg, indien wij waarnemen, dat de aldehyde niets anders is dan alcohol min waterstof; dat het azijnzuur is alcohol, die eene meer gevorderde verbranding heeft ondergaan , en eindelijk de alcohol en het azijnzuur, als zij eene

134