het overhalen gaat, moet men nog eens goed omschudden,

ten einde alle klompen van chlorzink te verdeelen en opdat vooral de wanden van den glazen ballon gelijkmatig met amyl-alcohol bevochtigd worden, daar deze anders bij het destilleren stellig springen zou Men neemt bij de destillatie de volgende verschijnselen waar: Bij 70—80° begint het chlorzink op den amyl-alcohol te reageren en de dampen van amylen destilleren zeer regelmatig, met waterdampen en een weinig foezelolie gemengd, over. Weldra ontstaat echter een bruin schuim aan de oppervlakte der vloeistof en het koken wordt, onder ontwikkeling van kleine bellen, zeer algemeen over de geheele massa. De temperatuur stijgt hierbij op 130—140° en men moet alsdan de grootste opmerkzaamheid vestigen op de bewerking, want naarmate de temperatuur stijgt, ontstaat ook een digt schuim aan de oppervlakte der vloeistof, dat steeds hooger en hooger stijgt, waarom het noodig is een grooten ballon te gebruiken. Wanneer het oogenblik der schuimvorming is aangevangen , kan men de bewerking rustig onderbreken, daar de geheele hoeveelheid der gevormde amylen bereids is overgedestilleerd. Overigens is te bemerken, dat bij deze gelegenheid, op het oogenblik dat de thermometer op 150—160° gestegen is, meestal een zoo sterk opstijgen en ontwikkeling van dampen plaats heeft, dat men den ballon ten spoedigste van de koelhuis moet afscheiden , ten einde niet door de groote hoeveelheid ontwikkelende heete dampen een gedeeltelijk uitwerpen van het destillaat te bewerken. Het destillaat wordt opgevangen ineen met keukenzout en ijs afgekoelden ontvanger , waarin de dampen bovendien door eene met water goed afgekoelde Liebig’sche buis strijken. Om nu het amylen zoo volkomen en zuiver mogelijk uit het destillaat, dat uit amylen en onderscheidene isomere ligchamen, uit water en onoutlcde foeselolie bestaat, te bekomen , onderwerpt men het eerst aan eene destillatie uit een waterbad, waarbij men inden ontvanger alles opvangt, wat in het waterbad, alzoo onder 100° over destilleert.

126