na lang voortgezet koken, zoutzuur toevoegt, zoo komt dadelijk de reactie te voorschijn. Op gelijke wijze verhouden zich de zwaveligzure zouten. Op zich zelven kleuren hunne kokende oplossingen het koper niet, zoodra echter zoutzuur bijgevoegd wordt, begint de reactie. Zelfs de geringste sporen kunnen op die wijze ontdekt worden , doch men moet dan steeds gelijke volumina zoutzuur inde te onderzoeken vloeistof bezigen. Het is merkwaardig, dat deze reactie slechts met het zoutzuur kan genomen worden (waarschijnlijk ook de waterstofzuren der overige zoutvormers. Behandelt men het koper op gelijke wijze met zwavelzuur, dat vooraf met zijn dubbel volumen water verdund is geworden, zoo heeft, bij aanwezigheid van zwaveligzuur of zwaveligzure zouten, geen spoor van reactie plaats; brengt men echter bij de vloeistof slechts een korreltje keukenzout of een droppel zoutzuur, zoo wordt het koper dadelijk mat en spoedig roodachtig gekleurd. (Neues Jahrbuch der Fhartn., B. 16, S. 277.) Bereiding van zuiver amylen; door A. Ban er. Ter bereiding van amylen maakt men eerst zuiveren amylalcohol. De meest gewone amyl-alcohol is altijd nog, zoo als Pasteur gezegd heeft, een mengsel van twee alcoholen, het eene waarvan het polarisatievlak links draait en bij 128° kookt, terwijl het andere geen rotatie-vermogen bezit en bij 132° kookt. De gewone zuivere amyl-alcohol begint daarom bij 128° te koken en van dien graad af stijgt het kookpunt langzamerhand op 132°. Yoor de bereiding der amylen is het ’t doelmatigst ll/3 deel gesmolten chlorzink ineen vooraf verhitten ijzeren mortier zoo fijn mogelijk te wrijven en het poeder ineen ruime ballon met 1 deel amyl-alcohol te overgieten. Men laat het mengsel dan onder gedurig omschudden eenige dagen staan, waarbij veel van de chlorzink in alcohol oplost en deze in eene dikke vloeistof verandert. Voor men aan

125