steen voor, gewoonlijk in kleigesteeute en met dezulke vermengd, die daarom veel rijker zijn aan organische stoffen dan

de door omzetting van fcldspath-achtige gesteenten ontstane kaolinen en kleigesteenten. De organische massa’s zijn deels van dieren, deels van planten afkomstig. De eerste zijn armer aan stikstof, dan de uit plantendeelen bestaande, zoo als de steenkolen. De niet in lagen verspreid gevonden gesteenten zijn eveneens stikstof houdend, zoodra zij water bevatten. De orthoelas-gesteenten van plutonischen aard, als graniet, porphier, minette, bevatten allen, organische stoffen, waarbij het gehalte met dat van het water toeneemt. Bij de verwering dezer gesteenten gaan echter ook organische stoffen verloren, niettegenstaande ze ook door indringen van water aan de oppervlakte ,er ingevoerd kunnen geworden zijn. Gaat de kwartsporphier in trachiet over, zoo verandert het stikstofgehalte tot op eenige sporen. Benige dioriten geven slechts zeer zwakke, althans geene merkbare sporen te herkennen, even zoo de melaphier. De serpentijn verspreidt bij het verhitten een empyreumatische reuk, die aan dien van tabak herinnert. Ook de vulcanische gesteenten zijn niet vrij van organische stoffen en wanneer de hoeveelheid daarvan ook gering is, zoo is die toch merkbaar; zelfs de obsidiaan en puimsteen bevatten organische stoffen en stikstof. Het glasachtig aanzien dezer gesteenten doet het vermoeden ontstaan dat de organische, deze dikwijls kleurgevende massa’s door latere doorzijpeling van water ontstaan zijn. Deze gesteenten moeten zich daarom, trots hunne glasachtige geaardheid niet alleen bij aanwezigheid van water, maar ook van organische ligchamen gevormd hebben. Organische stoffen treft men verder ook inde lava-beddingen van ieder tijdperk aan. Daarenboven vertoonen zich dikwijls bitumineuse stoffen bij uitbrakingen van brandende vulcanen en kunnen daarom ook wel aanvankelijk bij de lava behoord hebben. Ook alle basalten zijn zeer duidelijk met organische stoffen vermengd. Eenige van poreuse hoedanigheid bevatten , ook salpeterzuur, dat zich juist ten gevolge daarvan uit de stik-

84