moest opgelost houden, afgegoten en op een waterbad overgedestilleerd. Met den alcohol ging nog onontledeu elaylchloruur over, welke gemakkelijk door water kon afgezonderd worden. Het vlugtige overschot inde retort werd nu bij stijgende temperatuur overgedestilleerd. Eerst kwam water over, daarna bij 160° (der retort-inhoud) eene geelachtige olie van den reuk der cyanactliyl. Deze was zwaarder dan water en tamelijk gemakkelijk daarin oplosbaar. Werd nu bij de waterige oplossing potaschloog gevoegd en in het waterbad verhit , zoo ontstond eene overvloedige ontwikkeling van ammonia. Toen deze geëindigd was en alzoo de ontleding als volbragt kon beschouwd worden, werd met zoutzuur overzadigd, voorzigtig tot droog verdampt, en het overschot met alcohol uitgekookt. Hieruit werden eerst eenige kristallen van chlorkalium afgezonderd en bij verdere verdamping zulke, welke al de eigenschappen van barnsteenzuur bezaten. Bij niet veel hooger temperatuur dan 100° verwarmd begonnen zij te vervlugtigen en smolten bij 180°, de damp bewerkte bij de inademing sterke prikkeling inde keel en aandrang tot hoesten. Met ammonia veronzijdigd werden ijzeroxydzouten er lichtbruin geleiachtig door geprecipiteerd ; met ammonia overzadigd veranderde zij eene oplossing van chlorcalcium niet, maar eene oplossing van chlorbaryum werd, vooral spoedig bij verwarming , kristallijn geprecipiteerd. In verdunde oplossingen zonderde alcohol een in ’t begin vlokkig , langzamerhand kristallijn wordend praecipitaat af. Al deze kenmerken toonden de identiteit aan van de bekomen kristallen met barnsteenzuur. De omzetting von elaylbromuur met eyankalium op de boven genoemde wijze gelukt veel gemakkelijker, dan die van het chloruur. Eene behandeling der buizen van twee dagen in het waterbad is voldoende, om eene volkomen omzetting te bewerkstelligen; de inwerking begint reeds bij de gewone temperatuur. Ter bereiding van het barnsteenzuur is het niet noodig

61