inden loop van 24 uren verzameld en onder elkander gemengd was, werd mei; kalkmelk vermengd totdat het vocht alcalisch reageerde en zoo lang chlorcalcium-oplossing toegevoegd als nog een praecipitaat ontstaat. Na verloop van 1 tot 2 Uren werd de vloeistof afgefiltreerd, het filtraat en afwaschwater zoo snel mogelijk in het waterbad bijna tot droog toe verdampt en nog warm met 30—40 0 C alcohol van 95 pCt. vermengd. De vermengde massa werd daarop ineen bekerglas gebragt, de schaal met kleine hoeveelheden alcohol nagewasschen en ter volkomen afzondering van al het praecipiteerbare 4—5 uren inde koude laten staan. Daarop werd de vloeistof dooreen zoo klein mogelijk filtrum gefiltreerd, en het praecipitaat nu. afgewasschen met geringe hoeveelheden alcohol. Heeft het filtraat veel meer dan 50 C C bedragen, zoo laat men het op eene heete ijzeren plaat tot op 40—50 C C verdampen. Na volkomen bekoeling wordt nu V3 CC eener alcalisehe volmaakt zuurvrije oplossing van chloretum zincieum (sp. gew. geen de afzondering buitengemeen bevordert, en daarop gedurende 3—4 dagen inden kelder mee een glasplaat bedekt stil gelaten. Na verloop van dezen tijd, brengt men het gekristalliseerde op een, tusschen twee horlogieglazen gewogen, gedroogd filtrum en gebruikt om af te spoelen steeds weder het eerst verkregen filtraat. Wanneer al de kreatinin-chlorzink op het filtrum gebragt is, wascht men, zoo dra al de moederloog volkomen afgeloopen is, zoo lang met kleine hoeveelheden alcohol uit, totdat deze kleurloos afloopt en niet meer op chlorium reageert. Het filtraat met de kreatinin-chlorzink wordt ten slotte bij 100° gedroogd en tusschen twee horlogieglazen gewogen. De uit waterig urinextraet afgescheiden chlorzink-kreatininvérbinding is dan meestal eene donkere wratvormige massa, waaruit men zelfs onder het mikroskoop geen kristallijne structuur kan waarnemen. Soms echter bespeurt men meer duidelijke kristalvormen, fijne naalden, die tot besem-, stèren egelachtige massa’s vereenigd zijn. Uit alcoholische urien-

42