4, Suiker uit de huiden der zijderupsen heeft prof. de LuCa, hoogleeraar inde scheikunde aan de hoogeschool te Pisa, daargesteld, geheel op dezelfde wijze als men deze uit de cellulose der planten (b. v. uit papier) door zwavelzuur verkrijgt. 5. Watervoorraad in planten. Onder de slingerplanten inde bossehen van Amerika is bijzonder Parria Sylvestris wegens de groote hoeveelheid van het daarin vervatte water merkwaardig. Beziet men het hout dezer liane, zoo vindt men een geheelen bundel buizen inde tusschenmimte der mergstralen. Toen Dr. Pab 1 o de Slave zich eens op eene botanische excursie inde met bossehen bedekte bergen bevond en wel inde maand Maart, het droogste en heetste van het jaar, was de medegenomene voorraad drinkwater uitgeput en ten gevolge van dorst die hem kwelde, was de beroemde botanicus zoo afgemat, dat hij geene schrede verder kon doen. Een zijner inlandsche geleiders boodt hem het water der Parra aan. Deze sneed n. 1. van eene arm-dikke liane , die zich in sierlijke kronkelingen van den eenen boom tot den anderen slingerde, een drie voet lang stuk af en hield dit boven eene ledige kalebas, in wier hals een tezamen gerold blad de plaats van trechter vervulde. Op hetzelfde oogenblik kwam eene groote menigte water met geruisch uit het hout te voorschijn en na eene tweede herhaling dezer proef was de kalebas gevuld. De dorstende verslond het water met zijne oogen, maar hij durfde het niet te drinken. Zijn gids, die dit bemerkte, dronk er het eerst van en vervolgene Pablo de Slave, die nu het water van eene voortreffelijke hoedanigheid vond. Het was in der daad frisch en helder en bezat hoegenaamd geen onaangenamen smaak. Gedurende de geheele expeditie werd nu geen ander water dan dit gebruikt. (Dansk Tidskrift.)

35