cadmium, koper, zilver en kwik gepraecipiteerd. Neutrale acetas plumbicus bewerkt onvolkomen praecipitatie, doch door acetas plumbicus basicus wordt al het aanwezige zuur nedergeslagen. Kalk- en barytwater, naauwkeurig toegevoegd tot veronzijdiging, maken de vloeistof niet troebel, doch in overvloed toegevoegd, bewerkt barytwater een praecipitaat; koperoxydzouten onder toevoeging van ammonia veroorzaakt een groen, kwikzouten en ammonia een wit, langzamerhand grijs wordend praecipitaat. Verwarmt men eene met nitras argenticus vermengde mannitzuur-oplossing, zoo wordt spoedig het zilver als een zwart poeder uitgescheiden ; uit alcalische koperoxyd-oplossingen eindelijk zondert het mannitzuur reeds bij zachte verwarming koperoxydul uit. Worden geconcentreerde oplossingen van het zuur met zure zwaveligzure natron geschud, zoo worden geene kristallen uitgescheiden. Het zuur heeft groote overeenkomst mot glycerinzuur, snikerz uur en glucinzuur, doch onderscheidt zich van dit zuur niet alleen door zijne verhouding tegen praecipiteermiddelen, maar veel meer door de eigenschappen en de ontleding der zouten. Terwijl glycerinzuur en suikerzuur minstens gedeeltelijk kristalliseerbare zouten vormen, kon de schrijver van het mannitzuur geen zout gekristalliseerd bekomen. Uit de analyse van de mannitzure zouten volgt, dat dit zuur tot mannite in dezelfde betrekking staat, als het glycolzuur tot aethylglycol, zoodat dit zuur het tusschenlid tusschen mannite en suikerzuur daarstelt, zoo als het gly•colzuur het tusschenlid is tusschen aethyiglycol en zuringzuur. De mannitzure zouten kunnen niet door praecipitatie bekomen worden, daar zij meestal gemakkelijk oplosbaar zijn in water, De loodzouten welke onoplosbaar zijp, zijn basische verbindingen; slechts het zilverzout is te bereiden door zamenbrenging eener geconcentreerde oplossing van mannitzurekalk met eene siroopdikke oplossing van nitras argenticus.
28