men, die in Duitsehe tijdschriften eene memorie heeft bekend gemaakt, waarin hij deed zien, dat wanneer platinaspons met ammonia bevochtigd werd, er nitris ammonicus ontstaat. Hij zegt daarin, „dat, als het koper op de gewone temperatuur in ammonia zich bevindt, het oxygenium vastgelegd en nitris ammonicus gevormd wordt. Indien men in eene flesch gevuld met zuurstof of dampkringslucht 50 grammen fijn verdeeld koper doet, verhit zich de massa en er ontstaan witte dampen, die bestaan uit nitris ammonicus; want indien men in eene flesch eene strook stijfselpapier met iodetum kalicum doortrokken dompelt, zal deze, na vooraf zuur gemaakt te zijn , onmiddellijk blaauw worden. De gevormde blaauwe koperoplossing bevat niet alleen oxydum cupricum , maar ook nitris ammonicus.” Schoenbein heeft van deze oplossing het produkt niet afgescheiden, waarvan hij de vorming heeft vermeld. De methode die Peligot het beste gelukte om de ammoniakale koperoplossing in groote hoeveelheid te bekomen, welke als het ware de grondstof dezer onderzoeking is, bestaat daarin, dat men 15 a 20 grammen koper in 60 a 80 c c sterke ammonia liquida in groote flesschen van 12 a 15 liters inhoud doet. Het metaal, dat afkomstig moet zijn van de reductie vaneen koperzout door ijzer of zink, wordt tegen de bevochtigde wanden van het vat gelegd, als eene dunne laag. Ha verloop van eenige minuten verhit zich de flesch en wordt gevuld met dikke witte dampen; deze geven, als zij op een koud ligchaam gecondenseerd worden, al de kenmerken van nitris ammonicus. Wanneer de reactie geëindigd schijnt te zijn, verwijdert men de lucht uit de flesch, die niet dan stikstof is, met een blaasbalg. Deze bewerking herhaalt men dikwijls , zorg dragende , de aanrakingspunten van het metaal en van de produkten zijner oxydatie met het ammoniakale vocht en de lucht te vernieuwen. Behalve de blaauwe oplossing die men verkrijgt, blijft er een in water en ammonia oplosbaar produkt van eene niet altijd gelijke kleur , groen-olijf, bruin of geel. Dit is
12