20 Diploma verkregen: ZIEEIKZEE. APOTHEKERS. J. Bal Cz. . . .• , . Middelburg 22 Nov. 1832. J, N. Broodman ... Leeuwarden 20 Sept. 1844. J. M. Gasille Middelburg 30 Ang. 1862. 5. G. Nauta van der Grijp n 24 Juli 1831. J, L. Hertstein, ... „ 29 Juni 1853. G. A. de Looze. ... „ 21 Sept. 1859, D, Steenmeijer .... „ 28 Oct. 1846. DROGIST. M. S. Polak Middelburg 14 Febr. 1862. ZUIDBROEK. APOTHEKER. H, Nanning Groningen 22 Sept. 1838. ZUTPHEN. APOTHEKERS. D. Fagel Middelburg 10 Juli 1843. J. J. Haak Groningen 12 Juni 1852. D. J. Muntendam . . . Middelburg 19 Oct. 1838 en Arnhem 29 Oct. 1840. G. 3. van Rhee .... Arnhem 6 Nov. 1833. (Zie Tjeenk Willink.) B. A, W. Siebelink . , Arnhem 29 April 1863. G. L. Tjeenk Willink. . „ 1 Mei 1849. (Gecombineerd met Van Rhee.) J. van de Velde ... » 26 Maart 1846. J. H, Weevers .... „ 5 Nov. 1846. DROGIST. B. A. Nijman. .... Arnhem 81 Maart 1852. ZWOLLE. APOTHEKERS. P. Brandt ’s Gravenhage 15 Dec. 1829. J. H. Broedelet. . . . Zwolle 18 Sept. 1862. A. C. van den Bijllaardt. // 5 Juni 1856. J. L. van Haasbergeu. . Arnhem 30Maartl844. H. S. ten Holten . . . ’s Gravenhage 4 Maart 1856. P. G. F. Meulemeester . „ 1 Dec. 1857. K. Menlenhoff .... Zwolle 19 April 1854. J. H. C. Nellensteijn . . n 6 Juni 1839. E. J. T. Schaepman . . „ 4 Aug. 1834. D. Veen Kz Dtrecht 2 Oct. 1873. DROGIST. W. J. Hellendoorn . . , Zwolle 2 April 1829. MILITAIRE APOTHEKERS. LANDMACHT. EERSTE APOTHEKER. (Majoor) J. van Rijn van Alkemade. ’s Gravenhage XXXV. Iste Apoth. 4 Oct. 1867. Ie kl. 15 Mei 54, 2e kl. 25 Febr. 43, 3e kl. 29 Oct. 41. (Magazijn van geneesmiddelen.) apothekers Iste klasse. (Kapiteins) D. T. Groenewoud. • . ’s Gravenhage XXX. Apoth. Ie kl. 19 Oct. 67, 2e kl. 4 Oct. 54, 3e kl. 25 Sept. 46. J. Broeker Utrecht XXV. Ie kl; 19 Oct. 67, 2e kl. 5 Dec. 57, 3e kl. 25 Jan. 47. 6. C. W. Bohneusieg. . Haarlem XXV. Ie kl. 23 Dec. 68, 2e kl. 7 Mei 59, 3e kl. 24 Dec. 47. P. A. H. Dagnelie. . . Delft XXV. Ie kl. 25 Dec. 68, 2e kl. 25 Nov. 60, 3e kl. 30 Nov. 51. W. C. van Werkhoven . ’s Hertogenbosch XX. Ie kl. 25 Dec. 68, 2e kl. 8 Dec. 60, Se kl. 2 Mei 52. A. van Wijk ... . ’s Gravenhage XX. Iste kl. 20 Jan. 74, 2e kl, 8 Dec. 60, 3e kl. 6 April 54. C. Burgersdijk .... ’s Gravenhage XV. Ie kl. 4 Febr. 75, 2e kl. 18 Oct. 62, 3e kl. 31 Mei 57. M. J. W. H. Muijsers . Amsterdam XV. Ie kl. 4 Febr. 75, 2e kl. 10 Sept. 63,3ek1. 20 Maart 58. W. Wolthuis Leiden XV. Iste kl. 18 Jan. 77, 2e kl. 10 Sept. 63,3ek1. 31 Mei 38. D. P. Vermaas. . . . Vlissingen XV. Ist kl. 18 Jan. 77, 2e kl. 24 Juni 67, 3e kl. 24 Oct. 59. APOTHEKERS 2dE KLASSE. (Iste Luiten.) A. C. P. Vogelsang . . Nijmegen XV. 2e kl. 19 Oct. 67, Se kl. 13 Oct. 60.
van geheime middelen. Het blad voegde er bij, dat te recht tegen de drogisten niet dadelijk proces-verbaal was opgemaakt*). //Men had dezen laatsten eenvoudig eene waarschuwing gezonden. Waarom deed men dit ook hier niet? Had ik zulk eene waarschuwing ontvangen, ik zou terstond met den verkoop hebben opgehouden. //Eindelijk heb ik, bij het ontvangen van mijn diploma als drogist, bevoegdheden ontvangen, welke |de nieuwe wetten mij gelaten hebben. Ik weet wel, dat die bevoegdheden niet groot zijn ; doch doordat diploma sta ik feitelijk boven den gewonen winkelier. En bedenkt nu wel, dat allerlei zaadhandelaren, galanteristen, messenwinkeliers, uitdragers, ja zelfs de houders van drinkkeldertjes, straffeloos de meest samengestelde geneesmiddelen verkoopen. Met hen vergeleken, ben ik toch niet als gansch onbevoegd te beschouwen. Waarom nu worden die allen vrijgelaten, en vervolgt men mij?” Bekl. voegt er bij, dat dezelfde pillen nog kort geleden ook dooreen anderen drogist te Amsterdam werden verkocht. Zelfs thans vindt men er nog. //Ik heb,” vervolgt beklaagde, //mijn bedrijf als drogist vijf en twintig jaren uitgeoefend, en nog nooit schadelijke bestanddeelen verkocht, al kende ik ook de samenstelling der geneesmiddelen niet steeds. Wat echter doen tal van vrouwen ? Zij verkoopen middelen, die bepaald slecht zijn. ledereen weet het, en toch gaan zij er mee voort. Eene stond zelfs eenigen tijd geleden terecht; ik was er zelfs getuige bij. Toch blijven die vrouwen ongerept. //Op grond van al het aangevoerde, vraag ik mijn vrijspraak, of althans het minimum der straf, die op de overtreding staat, en ten slotte excuus voor mijn ongemotiveerd pleidooi 1” De substituut-officier van justitie begon met te constateeren, dat de telastgelegde feiten wettig en overtuigend waren bewezen. De bekl. had echter getracht, zijn handelwijze te verdedigen, en het gold de vraag, of hij daarin was geslaagd. Z.E.A. beantwoordde die vraag in ontkennenden zin. Neen 1 De aangevoerde argumenten waren niet afdoende. Het vroeger vonnis, waarop beklaagde doelde, kent Z.E.A. niet. Maar onmogelijk kan daarbij, in strijd met de wet, zijn uitgemaakt, dat drogisten de bevoegdheid zouden bezitten, samengestelde geneesmiddelen af te leveren. Art. 30 der Wet van 1865, in verband met de ministerieële resolutie van 15 Juli 1873, staaft dit voldoende. Men vergelijke voorts Opwijrda, //Geneeskundige Wetten,” en hetgeen bij de beraadslagingen door den minister Thorbecke is opgemerkf. ledereen erkende, dat de drogisten vallen onder degenen, die geen artsenijen mogen bereiden. Z.E.A. wijst voorts op het bekende arrest van den Hoogen raad, d.d. 9 Febr. 1874, waarbij is uitgemaakt, dat het er niets toe doet, of de verboden stoffen met andere vermengd dan wel afzonderlijk zijn verkocht. Dat de zelfstandigheid, welke hij niet beneden zeker gewicht mocht afleveren, inde verkochte pillen aanwezig was, moest bekl. weten. Onkunde, hetzij wezenlijk of voorgewend, baat hem ten deze niet. Toch wil Z.E.A. gaarne aannemen, dat bekl.’s handelingen in eigen oogen een minder strafbaar karakter droegen door de afwezigheid van schadelijke bestanddeelen; en deze omstandigheid kan natuurlijk slechts in het voordeel des bekl. pleiten. Het requisitoir luidt dan ook: veroordeeling, wegens het onbevoegd uitoefenen der artsenijbereidkunst, tot eene geldboete van ƒ 50, subsidiair vijf dagen gevangenisstraf. Wij verzoeken u beleefd nevensgaand schrijven van Herraann Freiherr von Liebig te willen opnemen. Het strekt tot bestrijding van zwendelarij. //In der pharmaceutischen Zeitung von Nijmegen ist eine //Analyse von Nestlé Mehl und Liebig’s Kindermehl veröffent*) Het Pharm. Weekblad heeft zonder eenige bijvoeging het rapport der Geldersche Commissie overgenomen, maar geen oordeel uitgesproken. De Redacteur, eender mederapporteurs, kan hier echter mededeelen, dat het advies aan den Geneesk. Inspecteur tot vóorloopige waarschuwing zijn grond daarin had, dat zich naar zijn weten hier het eerste geval voordeed van toepassing der ministerieële dispositie van Juli 1872 op den verkoop door drogisten. De verspreiding der waarschuwing door het opnemeu van het Rapport, maakte haar algemeen en verdere consideratien overbodig. {Red. Pharm, Weekbl.)
//licht. Da der Name Liebig ohne nahere Bezeichnung der //Persen effenbar nur benutzt werden soll um das Publicum //glauben zu machen, als stande Justus ven Liebig mit diesem //Praeparat in Verbindung, so halte leb es für nothwendig zu //erklaren dass weder dieser noch leb selbst das Geringste met //diesem Fabrikaten zu thun haben, sondern ven obscuren Per//sonen ausgeht die möglicherweise auch den Namen Liebig //führen. //Dinkelsbuebl dem 24ten Juni 1877. (w. ff.) Hebmann Fbeiherr von Liebig, Privatgelehrter.” J. Th. M. Eene driejarige ondervinding heeft den heer P. G. Steensma te Breda leeren kennen, dat menige wijziging noodzakelijk is in het tarief van 1 Augustus 1874 voor wetenschappelijke onderzoekingen, waarin thans mede de rubrieken //Landbouw” en //Nijverheid” opgenomen zijn. Over het algemeen komen ons de prijsbepalingen gewenscht voor. Het is hier niet altijd gemakkelijk te preciseeren. Bijv. een onderzoek van regenwater op lood is met ƒ 1,00 zeker genoeg betaald, indien de hoeveelheid zoo groot is, dat het loodgehalte reeds door het inleiden van eenige bellen H2 S gas kan worden aangetoond. Bij sporen lood echter, zooals meestal het geval is, waarbij indamping, filtratie enz. vereischt wordt, meenen wij, dat de bestede tijd en moeite hooger vergoeding verdienen. Naar wij vernemen, moeten door hel Russische leger voor den veldtocht in Turkije ontzachlijke hoeveelheden sulphas chinini aangekocht zijn. Wij hoorden zelfs het cijfer noemen van 14000 kilogram. Naar wij vernemen, is bij het Departement van Binnenlandsche Zaken een wetsontwerp tot voorziening inde vervalsching van levensmiddelen in bewerking. Ik vond volkomen bevestigd, wat de dagbladen vermeldden omtrent een loodgehalte der bekleedsels bij de tegenwoordig in gebruik zijnde sierlijke kinderwagentjes. Niet alleen het buitenmaar ook het binnenbekleedsel der kap, en (wat hier zeker onmiddeilijk gevaar oplevert) het omkleedsel der hoofdkussentjes bleken mij met eene zeer aanzienlijke hoeveelheid loodwit te zijn overdekt. Het scheikundig vraagstuk bij het eindexamen der Hoogere Burgerscholen was dit jaar: 100 c.M3. vaneen mengsel van waterstof en moerasgas werden ineen eudiometer met 300 c.M’. zuurstof vermengd. Na ontploffing bleek de overtollige hoeveelheid zuurstof en het gevormde koolzuur 130 c.M3. te bedragen. Dit gasmengsel, langdurig met eene voldoende hoeveelheid bijtende potasch in aanraking, verminderde tot op de helft. Welke is de procentische samenstelling in volumen van het onderzochte gasmengsel, en hoeveel milligram bedraagt de gevormde hoeveelheid kaliumcarbonaat ? NB. Na de ontploffing bleek al de kool tot koolzuur te zijn overgegaan. De waterstof, het moerasgas en de zuurstof waren volkomen droog, bezaten eene temperatuur van 0° en verkeerden onder eenen druk van 760 m.M. Het cijfer 120 en dat van de daarop volgende vermindering zijn verkregen na reductie tot dezelfde omstandigheden. 1 Liter koolzuurgas weegt bij 0° en 760 m.M. 1,977 gram. Atoomgewioht van zuurstof = 16, // // kool = 13, // // kalium ~ 89,13. (Antw, 60 c.M3 CH4, 40 c.M3 H; K2 C03 bijna 373 milligram.) Opstellen werden verlangd overeen der volgende onderwerpen: 1. De belangrijkste verbindingen, die in het steenkolenteer worden aangetroffen, en hare toepassing inde nijverheid. 2. Wat verstaat men onder alcoholen, aethers, samengestelde aethers, haloïdaethers en organische zuren? Hoe worden zij (Zie Vervolg in het Bijvoegsel.)