deel tot studie gebruikt worden, en zoo ook die twee jaren, rijke vruchten van kennis doen verzamelen en belangrijk nader voeren tot het gewenschte doel, dat wij al vast ineen volgend nommer van dit Weekblad wenschen te bereiken. Stobbe». Van eene geachte zijde uit Indië wordt ons verzocht het onderstaande ingezonden stuk uit de Java-bode van 11 September in het Weekblad over te nemen. Indien dezelfde persoon ons nadere bijzonderheden omtrent de militaire pharmacie in N. Indië wenscht mede te deelen, zijn we zeer genegen deze te plaatsen, ten einde daardoor ook naar ons vermogen bevorderlijk te zijn aan verbetering van den bestaande» toestand. MILITAIRE APOTHEKEES. (Ingezonden). Onder de dienaren van den Staat, die het zwaard dragen tot verdediging van have en goed der burgerij, is een gedeelte bestemd om in tijd van vrede de gezondheid dier verdedigers te helpen bewaren of herstellen, in tijd van oorlog hunne wonden te heelen. Zulke menschen heeten hier en elders Officieren van Gezondheid. Ze hebben, ofschoon een onderdeel en niet het essentiële gedeelte van het leger uitmakende, eene verheven taak. Niet ten onrechte is, dunkt mij, hunne werkzaamheid ten allen tijde als zeer degelijk beschouwd en hunne verdienste zeer hoog gesteld, al is het dan dat men eerst inden laatsten tijd dat alles op zijne wezenlijke waarde begint te schatten. Bij die wachters der gezondheid nu, is nog ingedeeld een kleine groep van amphibiën, ook nog zwaarddragende», maar die een nog veel geringer onderdeel van het leger uitmaken, ’t Zijn degenen, die de hulpmiddelen, welke de wachters der gezondheid behoeven, bij elkaar mengen en bewaren; meer niet. Zulke menschen noemt men Militaire Apothekers. Ik zeide dat hun aandeel inden staats-dienst klein is. Ook hun aantal is gering, een veertigtal in geheel Neêrlandsch-ludie. Alleen op Java en de hoofdplaatsen der buitenbezittingen heeft men kans zoo’n wezen te ontmoeten. Met verlof, dan, over die Apothekers, ’t Is waar, hun aandeel in het raderwerk der staatshuishouding is uiterst gering; maar staan ze niet, even als de wachters der gezondheid, altijd gereed voor het lijdende gedeelte van het leger en voor de zieken onder de lagere civiele landsdienaren in bijna geheel Nederlandsoh- Indie ? Ja, zijn ze op de kleine plaatsen nïet tevens de eenigen, die in de behoeften der burgerij aan hulpmiddelen tot bewaring of herstelling der gezondheid voorzien? Mij dunkt, al wordt hun werkkring op ’t eenvoudigst opgevat, dat ze dan toch op zijn minst eene vergelijking met het strijdend gedeelte des legers kunnen doorstaan. Maar hunne bestemming is hooger. Nog daargelaten dat een gedeelte van hen oorspronkelijk gevormd werd om het groote braakliggende veld van natuur-onderzoek in Indie te ontginnen, al worden ze dan ook door de vasthouding aan de toegekende titulatuur buiten staat gesteld om aan die bestemming te voldoen, zij zijn de eenigen, die door hunne natuurwetenschappelijke kennis den rechter het misdrijf helpen ontdekken en den Officieren van Gezondheid, door onderzoekingen van velerlei aard, de onmisbaarste diensten bewijzen. En wat is hun loon? Door de over hen gestelde
chefs wordt hun in gedrukte bescheiden onder het oog gebragt, dat ze wel is waar wetenschappelijk gevormd heeten, maar toch eigenlijk maar ambachtslieden zijn en zij inde eerste plaats hun handwerk moeten uitoefenen; alhoewel hun kort te voren, ineen soortgelijk stuk, vooral de beoefening der wetenschap werd aanbevolen. Wie zal ’t wraken, dat een Legerkommandant ook tracht, over dat gedeelte wat zijne kennis ontsnapt, een wakend oog te laten gaan? Doch meer dan dat schijnt onmogelijk. Pas toch zijn den Militairen Apothekers de strengste bevelen gegeven om met de meeste accuratesse en zorgvuldigheid hun bedrijf uitte oefenen, of reeds aanstonds blijft men weigerachtig in ’t verstrekken van de noodige hulpmiddelen en gaat voort met het verzenden van het onnoodige of ondeugdzame. De Militaire Apotheker ziet zich in ’t geval geplaatst vaneen kind, ’t welk door zijn vader gelast wordt handschoenen aan te trekken, en op het naief gezegde, dat het die voorwerpen van weelde niet bezit, tot antwoord krijgt: //Toch doen.” Toch goede geneesmiddelen verstrekken, al ontvangt ge slechte! Toch de nieuwste middelen afgeven, al krijgt ge slechts de verouderde! Toch wetenschappelijk blijven, al maakt men u tot koelie! Toch hetzelfde werk afleveren, al verdubbelt men uwe bezigheden! Toch dienstijver behouden, al verwaarloost men uwe belangen! Toch handschoenen aantrekken, al hebt ge ze niet! Ik vraag, hoe is dat mogelijk ? Is men voornemens de Apothekers uiteen korps te dringen, waar ze misschien niet in behooren, men werke met open vizier. Menigeen onder hen zag misschien met genoegen zich als onnoodig uitgeworpen, liever dan, geplaagd en gekweld, dergelijk bestaan nog langer voort te slepen. Of 1 zoo er geene plannen tot opruiming bestaan, waartoe die bevoorrechting van hunne mede-korpsgenoten, die bij herhaling in hunne positie verbetering ondervonden, terwijl zij alleen inde subalterne rangen tot aan hunne grijsheid blijven voortkruipen, met in ’t verre, verre verschiet, voor een enkelen uitverkorene, een kansje op den Majoors rang? Een van de acht en dertig, terwijl de Officieren van Gezondheid tien of elf hoofd-officieren, dat is één van de vijftien of zestien tellen. ’t Leger behoeft Apothekers, of het behoeft ze niet. In ’t laatste geval ontsla men hen zoo spoedig doenlijk en bezige hunne traktementen tot bezoldiging van ontbrekende Officieren van Gezondheid. Zijn ze daarentegen noodig, dan behandele men hen ook niet als verschovelingen, maar behartige hunne belangen zoo goed als die van hunne korps-genooten. Mag een chef in dezen der kat de bel niet aanbinden, welaan! dan worde het middel der publiciteit te baat genomen, om de aandacht on een onloochenbaren misstand te vestigen. 1 N. N. Mijnheer de redacteur! Heden werd mij onderstaand recept ter bereiding aangeboden: Jf: mur. ammon. dr 1, mur. chininae scr. 1, aq. destillat. unc. 4, syrup. alth. unc. 1. Dit nu is niets bijzonders, doch dat patiënte mij verhaalde dat zij voor dit geneesmiddel in Dokkum bereid, 90 cent had betaald. Ik voor mij zie geen kans om zelfs met de geringste winst, voor dien prijs het genoemde recept klaar te maken. Daar het toch niet te rijmen