door de grootte zijner kristallen onderscheidt. Bij aan- koolzuur is zij zeer gemakkelijk oplosbaar in water, maar neemt, naar mate het koolzuur ontwijkt, weder den kristallijnen vorm aan. Phosphormolybdeenzuur, tannine, joodhoudende joodkalium-oplossing en kaliumkwikzilverjodide zijnde gevoeligste reagentiën op het alcaloïde. De geringste hoeveelheid aconitine brengt op de tong eene eigenaardige prikkeling voort. Zij is eene van de sterkste plantaardige vergiften. Om haar aan te wijzen, bedient men zich eerst van de dialyse, dan van de methode van Stas, met inachtneming van al de voorzorgsmaatregelen, die bij eene zoo spoedig ontleedbare zelfstandigheid zijn voorgeschreven. Men verzoekt ons, evenals voor een albuminegehalte, zoo ook voor een suikergehalte in urine de eenvoudigste methode op te geven, die de pharmaceut daarbij kan volgen. Men maakt eene oplossing van cupncus m water voegt er eene genoegzame hoeveelheid seignettezout ’en vervolgens bijtende kali in overmaat bij. De verhouding der bestanddeelen, elk afzonderlijk m den poedervorm gebracht, is zeer gemakkelijk op de volgende wijze in volumen te berekenen en te nemen, namelijk 1 volumen tot poeder gebrachte gekristalliseerde sulphas cupncus, 5 volumen tot poeder gebracht seignettezout en 4 volumen droog kalihydraat. Dit alles wordt tezamen m 50-100 volumen gedistilleerd water opgelost. Men verhit nu een gedeelte der urine, die men op suiker onderzoeken wil, ineen reageerbuisje, bekerglaasje of kookflescbje tot kuking en voegt er dan eemge C. C. der blauwe alcalische koperoplossing bij. De vloeistof, die na bijvoeging der koperoplossing groen is geworden, zal bij aanwezigheid van suiker spoedig roodbruin worden en een roodbruinen neerslag geven. Op de Altona-Kieler-baan zijn, behalve reddingstoestellen kleine compendieuze huis- en reisapotheken ingevoerd,’ Waarin zich de geneesmiddelen bevinden, die bij plotselinge ziektegevallen of ongelukken het eerst noodig zijn. Zeker een maatregel, die navolging verdient, Inde Pharm. Zeitung vindt men onderscheidene berichten om de waarde der petroleum-kooklampen te bevestigen. Bij gebruik van goede petroleum geeft de vlam volstrekt geen roet. Een apotheker vermeldt, dat bij dezelamp niet alleen voor decocta, emplastra, syrupi enz. gebruikt, maar dat bij er ook phospborzuur, chloorwater, zoutzuur enz. op heeft vervaardigd. De intensiteit der vlam is zoodanig, dat men * liter water binnen 8-10 minuten daarmede tot koken brengt. ____ Merz maakt opmerkzaam op eene gevaarlijke verontreiniging, welke mostaard kan ondergaan, die inden handel afgeleverd wordt in flesschen met het opschrift: „Al Louit frères et Comp. Bordeaux, Garantie Grassec et fils. Moutarde diaphane au naturel.” De flesschen zijn met eene kurk gesloten, waarover zich eene capsule van wit metaalblad bevindt. Hij vond bij het wegnemen dezer capsule op de kurk eene dikke laag kristallen van loodsuiker (die zich dus tusschen de kurk en de capsule verzameld hadden). De kurk werd voorzichtig weggenomen de hals nauwkeurig schoongemaakt en de mostaard zelt op een loodgehalte onderzocht. Niets hiervan echter werd inden mostaard aangetroffen. De azijnzure dampen waren dus door de kurk doorgedrongen en hadden op de veel
lood-bevatteude capsule ingewerkt. Hoe gemakkelijk echter kunnen bij het minder voorzichtig wegnemen van bekleedsel en kurk deze kristallen van loodsuiker inden mostaard geraken en hem tot eene zeer schadelijke toespijs maken! Uittreksels uit Binnen- en Buttenlandsche tijdschriften. Men maakt inde Pharm. Zeitung wederom gewag van den reuk naar ammoniak, die zich ontwikkelde bij het ondereenwrijven van magisterium bismuthi met bioaibonas natricus voor poeders. Men zal zich herinneren, dat vaneen ammoniakgehalte van het magisterium bismuthi reeds vroeger sprake was (zie N°. 3 van den loopenden Jaargang). Dit ammoniakgehalte wordt toegeschreven aan de gewoonte der fabrikanten om de opbrengst te vermeerderen door de zure bismuthoplossing met ammonia neer te slaan. Het wordt gemakkelijk ontdekt door het praeparaat met eenige droppels potassaloog aan te raken, waarbij zich alsdan de reuk naar ammoniak zou ontwikkelen. Graeger heeft inde eenvoudige en gemakkelijke methode tot het bepalen der sterkte van chloorkalk met sulphas ferrosus (eene methode, vooral geschikt tot pharmaceutisch doel voor een minimum der sterkte) eene wijziging gebracht, waardoor zij nog zeer bespoedigd wordt. Hij voegt bij eene verdunde en sterk zuur gemaakte oplossing van ijzervitriool, waarvan de liter op Vlo normaalkameleon is vastgesteld, de chloorkalkoplossing en wel op die wijze, dat hij de pipet met hare punt dicht bij den bodem ledigt, zoodat de chloorkalkoplossing zooveel mogelijk de benedenste laag vormt, zet de glazen stop op de flesch, schudt om en laat eenige minuten staan. Bij het aanwenden van eene voldoende hoeveelheid ijzervitriool wordt bij het openen der flesch ter nauwernood de reuk naar chlorigzuur waargenomen, meestal in het geheel niet. Men oxydeert nu het overvloedige onveranderde ijzeroxydule met 'ho kameleon. Hetgeen men van den kameleon minder gebruikt dan noodig was op de gelijke hoeveelheid oorspronkelijke oplossing van ijzeroxydule, is door het onderchlorigzuur der chloorkalk (dat wil zeggen door cie zuurstof, die dit onderchlorigzuur heeft in werking gebracht) geoxydeerd. lÜO C. C. kameleonoplossing komen overeen met 3,546 gram chloor of 0,8 gram zuurstof. Op 1 gram chloorkalk, gesteld dat zij een gehalte heeft van 3,3546 werkzaam chloor, zal men minstens 0,278 gram sulphas ferrosus moeten aanwenden. Men zal echter in allen gevalle goed doen 0,4 tot 0,5 gram zuiver ijzervitriool te nemen; zooveel te zekerder is men dat al het chloor wordt opgenomen en in werking treedt. Men kan in plaats van sulphas ferrosus geen sulphas ferroso-ammonicus gebruiken wegens de mogelijkheid, dat er dein chloorstikstof ontstaat. Verscheidenheden. Prof. Schulze heeft aangetoond, dat bij oxydatie dtr koolstof door overmangaanzuur in alcalische oplossing een zuur wordt verkregen, hetwelk hij eerst anthraconzuur noemde, maar dat later bleek geheel identisoh te zijn met het mellieth- of honigsteenmur. Het ammomumzout van dit zuur toch werd, even als de melliethzure ammonia, door verhitting in euehronzuur omgezet, hetwelk door de donkerblauwe kleur, die de waterige oplossing na bijvoeging van zink vertoonde, als zoodanig geken-