13® Jaargang. 12 November 1876. N°. 28.
PHARMACEDTISCH WEEKBLAD
VOOR NEDERLAND. Voor Apothekers en Apotheekhoudende Geneeskundigen
REDACTEUR: IC. J. OPWIJRDA, te Nijmegen. Prijs per Jaargang, franco per post, f 4,50. Advertentiën: van I—s regels / 1,—, elke regel meer 20 Cts. en 10 Cts. voor een N°. van het blad. Een Abonnements-iarief is op aanvrage verkrijgbaar. Bij dit Blad behoort een Bijvoegsel. Mcdedeeliugcu. Ingezonden stukken. EERSJE VERSLAG VAN DB COMMISSIE van 1 Augustus’ 1876 'tot Si Juli 1877 belast met het afnemen van heiteerste” natuurkundig examen voor aanstaande artsen en van'ihei' natuurkundig examen voor aanstaande hulp-apothekersf vermeld in art. 4 en 8 der wet van 1 Juni 1865 (Staatsblad n°. 54), gewijzigd bij de wet van 8 Juli 1874 (Staatsblad »°. 97). Aan Zijne Excellentie den Minister van Binnenlandsche Zaken. De commissie, bij Koninklijk besluit van 19 Mei 1876, n°. 14, voor den tijd van één jaar, te beginnen met 1 Augustus 1876, belast met het afuemen van het eerste natuurkundig examen, vermeld in art. 4 en 8 der wet van 1 Juni 1865 (Staatsblad n°. 59), gewijzigd bij de wet van S Juli 1874 (Staatsblad . 97), heeft de eer aan Uwe Excellentie het verslag aan te bieden van hare eerste zitting, die van 5 September tot 3 Ootober te Leiden werd gehouden. De voorlooplge vergadering, door den voorzitter belegd op 29 Augustus 1876, werd door alle leden bijgevvoond, behalve door den heer Hoffmann, die den voorzitter kennis had gegeven op deze vergadering niet tegenwoordig te kunnen zijn. Den eersten dag van het examen, 5 September, werd het lid Snijders door ongesteldheid verhinderd te verschijnen, zonder dat het echter noodig was zijn plaatsvervanger op te roepen, daar dien dag alleen schriftelijk werd geëxamineerd. Gedurende den ganschen verderen loop van het examen hebben alle leden zonder eenige stoornis aanwezig kunnen zijn. De schriftelijke examens zijn afgenomen inde stadsgehoorzaal, en de mondelinge in het physisch kabinet en het chemisch laboratorium der Akademie. In het geheel hadden zich 119 candidaten aangemeld, namelijk 61 voor het literarisch-mathematisch gedeelte en 58 voor het natuurkundig examen. Onder de eersten bevonden zich twee candidaten, die het eind-examen der hoogere burgerscholen met goed gevolg hadden afgelegd en dus alleen examen hadden te doen inde Latijnsche taal, en drie, die na volbragte studie aan een gymnasium tot de hooge school waren gepromoveerd en dus vrijgesteld waren van het examen inde Latijnsche taal. Met het oog op het aanzienlijk aantal candidaten besloot de commissie zich te verdeelen inde volgende sub-commissiën. Literarisch-mathematisch examen. Stelkunde: de heeren Rijke en Eranchimont; Meetkunde; de heeren v.d. Sande Bakhuyzen en Snijders; Latijn en Nerlerlandsob: de heeren Oudemans en Hoffmann; Eransch en Hoogdyiitsch: de heeren v.d. Broek en Mulder, Eerste natuurkundig examen. Natuurkunde: de heeren Rijke, v.d. Sande Bakhuyzen en Snijders;
UITGEVER: O. B. CEATEIV, te Amsterdam. De stukken, welke men vvenscht opgenomen te zien, worden niterlijk Woensdag morgen verwacht bij den Redacteur. De Advertentiën ui terlijk Vrijdag avond bij den Uitgever. Scheikunde en mineralogie: de heeren Mulder, v.d. Broek en Eranchimont; Botanie en zoölogie: de heeren Oudemans en Hoffmann. Wat de verdere inrichting van het examen betreft heeft de commissie zich, hoewel zich hare vrijheid voorbehoudende, in ’t algemeen gehouden aan de wijze bij vorige examens gevolgd. Op 5 September had het schriftelijk gedeelte van het literarisch-mathematisch examen voor alle candidaten te gelijk plaats, en den volgenden dag begon onmiddellijk het mondelinge gedeelte van dit examen. Hiervoor waren de candidaten in groe-- pen van 8 personen verdeeld, die ieder 3/« uur geëxamineerd werden in elk der vier afdeelingen : Meetkunde, stelkunde, de Latijnsche en Nederlandsche talen en de Eransche en Hoogduitsche talen. Voor het schriftelijk examen in meet- en stelkunde werden de volgende vraagstukken opgegeven : 1. Hoe groot is de oppervlakte vaneen bol, waarvan de opvlakte a vierkante meter bedraagt? 2. Vaneen reohthoekigeu driehoek, die een hoek van 30" heeft, is de langste reohthoekszijde 0,2 meter. Hoe groot is de inbond van den om dezen driehoek beschreven cirkel? 3. Bereken de waarde van x uit de vergelijking; I/- 13 -j- » l/ 21 x = 2. 4. Ineen zoutoplossing bevinden zich op 100 gewichtsdeelen 3 deeien zout en 97 deelen water. Hoeveel liters water moet men bij 0,5 kilogram van die oplossing voegen, opdat op 100 gewichtsdeelen slechts 2 gewichtsdeelen zout voorhanden zijn? Voor de Latijnsche, Duitsohe en Eransche talen kregen de candidaten stukjes ter vertaling, en wel voor de eerste uit Nepos ; voor. het Duitsch: over Wilhelm van Oraniën uit de //Abfall der Niederlandé” van schiller en voor het Eransch een stukje van Pascal. Ten opzichte vau het schriftelijk examen inde Nederlandsche taal besloot de commissie den candidaten een opstel te laten maken na keuze over: 1. het nut van spoorwegen en telegraphen; 2. de eene of andere merkwaardige geschiedkundige gebeurtenis; of 3. het een of ander werk vaneen bekend Nederlandsch schrijver. Voor het schriftelijk examen waren alle candidaten opgekomen. Gedurende dit examen trokken zich 2, en inden loop van het mondeling examen nog 2 andere candidaten terug, zoodat 57 candidaten tot het einde toe aan het examen deelnamen. Van dezen verkregen 20 het diploma en werden 37 afgewezen. De namen der toegelatenen zijn : J. H. E. Bozen, C. N, v.d. Poll, J. Mekel, H. Schreurs, R. Meezenbroek, H. G. J. Buys, C. P. ten Houten jr., J. H. de Wildt, J. Haak, L. J. van der Veen, M. A. Roepman, J. A. L. Coenen, J. H. Unink, L. E. Papelard, G. T. Reijst, G. Kramer, P. A. Vis, J. J, Sterk, J. A. Voorthuis en L. N. S. Wassink. Tot de geslaagden behooren de twee bovengenoemde candidaten, die het eindexamen der hoogere burgerscholen met gunstig