later nog wel eena, gij weet, wij hebben ook over het artikel //Vinunf’ gesproken en onderwerp de zaden niet dan terdege fijn aan de maceratie. Ik eindig, mijn brief is al te lang. Tot wederziens. Geloof mij steeds, Uw dienstwilligtn Stoedee. Inde Berichten der Ned. Maatschappij lot bevordering der Bharmacie komt eene mededeeling voor van den heer P. Kruijsse aan het Amsterdamsche departement, die wij dadelijk onder het oog onzer lezers meenden te moeten brengen. De heer K. namelijk bericht,- dat eene bus sulphas ChiniCUS, door hem onderzocht, eene belangrijke hoeveelheid sulphas cinchonicus bevatte. Zoo niet ten allen tijde, dan kan nu bij de hooge prijzen van sulphas chinious deze mededeeling nut doen en leert temeer, dat het niet raadzaam is, eiken sulphas chinicus uit den handel, zonder voorafgaand onderzoek, te gebruiken. Uittreksels uit Kinnen- en Buitenlandsche tijdschriften. Deacon heeft eene reeds bekende omzetting tot uitgangspunt gebezigd voor eene bereiding van chloorgasin het groot. Wordt namelijk een mengsel van ohloorwaterstof en dampkringslucht door verhitte buizen geleid, dan ontstaat er chloorgas en waterdamp. De hoeveelheid chloorgas is echter hierbij zeer gering, omdat de temperatuur, waarbij de chloorwaterstof door de zuurstof ontleed wordt, zeer nabij ligt bij de temperatuur, waarbij de waterdamp weder door het chloor ontleed wordt. Deacon heeft deze vorming van chloorgas zeer bevorderd door de buizen met grof poeder van tichelsteenen te vullen, hetwelk vooraf met eene verzadigde oplossing van kopervitriool gekookt en dan weder gedroogd is. De temperatuur tusschen 370 tot 400° O. is het geschiktst voor de ontleding. De ontledingstoestel bestaat uit eene wijde gietijzeren buis, die door een mantel van tichelsteenen is omgeven. De temperatuur, voor de ontleding benoodigd, wordt deels geleverd door de warmte, die bij de oxydatie der waterstof vrij wordt. Van deze warmte, ten bedrage van 34,463 caloriën, moeten 33,783 eenheden als verbindingswarmte tusschen chloor en waterstof worden afgetrokken, zoodat 10,679 warmte-eenheden overblijven. De methode wordt toegepast inde dusgenaamde sulfaatovens (bij het Leblanc’s proces) en het chloor is uitstekend geschikt voor de bereiding van chloorkalk. Om bij chloorontwikkelingen het terugstijgen der vloeistof te verhinderen, brengt men volgens Prescnius inde ontwikkelingsflesch tegelijk met het zoutzuur een stukje magnesiet. Dit lost bij de verhitting met zoutzuur zoo langzaam op, dat de ontwikkeling van koolzuur nog lang voortduurt, wanneer de bruinsteen of dergelijke reeds lang ontleed en al het chloor uitgedreven is. Tot herkenning en kenmerking van het citroenzuur kan het volgende feit dienen. Indien men bij eenig oplosbaar citroenzuur zout, azijnzure baryt voegt, hetzij inde koude hetzij inde warmte, zoo ontstaat een witte amorphe neerslag van de samenstelling; Ba3 (C 6H5 O?)., 7H20. Voegt men na de praecipitatie een overvloed van azijnzure-baryt bij en verhit men alles in het waterbad, dan pakt zich de neerslag binnen twee of meer uren aanmerkelijk tezamen, wordt zwaar en korrelig
en wel onder verlies van de helft van het kristalwater. De aanwezigheid van andere vruchtenzuren is daarbij zonder eenigen invloed. Het korrelig zout, onder sterke vergrooting in klinorhombisohe prismen te voorschijn tredend, is in water geheel onoplosbaar, want inde daarvan afgefiltreerde vloeistof brengt acetas plumbicus geen neerslag van citras plumbicus meer voort. Op deze wijze kan dus citroenzuur gemakkelijk en zeker herkend worden. Heeft men zeer verdunde oplossingen te onderzoeken, dan is het noodig, ze na de bijvoeging van den acetas barytieus tot een klein volumen in te dampen, dewijl bij zeer groote verdunning steeds slechts het naaldvormig kristalliseerend zout: Ba3 (C 6 H6 07) -(-552 O ontstaat. Zoogenaamd lichte SUlphaS chin'lCUS inden Engelschen handel (//Light sulphate of quinine; manufactured by Lord Bros., Ludgate HUI, London”) is bij nader onderzoek gebleken zoutzure cinchonine te zijn. Volgens Eieckher moet de indamping van het phosphorzuur op het einde bij eene temperatuur tusschen de 160 en 175° C. geschieden, want daarbij kan het salpeterzuur niet tegelijk met het heete en geconcentreerde phosphorzuur bestaan. Een phosphorzuur, hetwelk tot deze temperatuur verhit geweest is, zal nooit eene reactie op salpeterzuur vertoonen. Curry-powder bestaat uit: coriander 8 deden, curcuma 6 deelen, zwarte peper 4 deden, gember 2 deelen, foenum graecum 2 deelen, cayennepeper deel, komijnzaad J deel. Collodium mercuriale. ; collodii medicinalis gramm. 30, terebinthinae venetae centigramm. 150, chloreti hydrargyrioi centigramm. 30 a 50. Solve. Syrupus extract! carni (Vleeschextraetstroop) is door den Italiaanschen apotheker Jouberts als vehiculum van jodium en bromium aanbevolen. De vleeschextraetstroop wordt daartoe bereid uit 5 gram extractum carnis, opgelost in 5 gram kokend water en 150 gram syrupus simplex. In 30 gram dezer stroop (die dus 2 gram extractum carnis bevatten) worden 15 centigram jodetum of brometum kalicum opgelost. Verscheidenheden. De verbrandingswarmte der waterstof is onlangs door Thomson op nieuw weder bepaald. Hij vond gemiddeld uit 15 proeven 34034 caloriën, wanneer het atoomgewioht der zuurstof als 16 aangenomen wordt, en 33959 ealoriën, indien dit atoomgewicht 15,96 gesteld wordt, zoo als ïhomsen het in overeenstemming met Stas heeft gevonden. Deze opgave voor de verbrandingswarmte der waterstof wijkt 1 jj af van het gewoonlijk aangenomen getal 34400, aan de proeven van Eavre en Silbermann ontleend, maar nadert meer het getal 33800, door Andrews opgegeven. Om bij de analyse van minerale wateren te vermijden, dat de koolzure aarden zich tijdens de verdamping zoo vast aan de schaal zetten, dat zij slechts onvolledig daarvan losgemaakt kunnen worden, en tevens de moeilijkheid, om de som der bestanddeelen inde groote schaal te bepalen, maakt Mohr het water vooraf goed zuur met mierenzuur, droogt in, lost in weinig gedistilleerd water op, filtreert in eene kleine getareerde schaal