plaatsen. De gevormde hyposulphis argenticus toch wordt zeer gemakkelijk in zwart sulphuretum argenticum ontleed, welke ontleding men zelfs niet geheel vermijden kan. Het verkregen vocht is eene oplossing van hyposulphis argenticus in hyposulphis natricus, min of meer zwart gekleurd en troebel door afgescheiden sulphuretum argenticum. De vloeistof wordt hiervan helder afgefiltreerd. Na eenig staan wordt zij dikwijls weder bruin en troebel en moet dan weder op nieuw gefiltreerd worden. Vooral is dit het geval, indien de oplossing te geconcentreerd is. Men verhelpt dit, door met eenig water te verdunnen. De flesch, waarin zich de heldere kleurlooze oplossing bevindt, wordt met koud water omgeven en nu voorzichtig zoo lang alcohol van 33° bij gevoegd, als er een praecipitaat ontstaat. Omstreeks het dubbel volumen alcohol wordt hiertoe vereischt. Men onderzoekt of men genoeg alcohol heeft bijgevoegd dooreen klein gedeelte af te filtreeren en te zien, of hierin nog door alcohol een praecipitaat ontstaat. De vloeistof wordt melkachtig en weldra bezinkt het dubbelzout, hetwelk men na eenig staan op een filtrum verzamelt. Plet wordt op het filtrum herhaaldelijk met sterken alcohol afgewassohen en eindelijk zonder kunstmatige warmte aan de lucht of boven chloorcalcium gedroogd. Men verkrijgt omstreeks zooveel van het praeparaat, als men nitras argenticus heeft aangewend. Het komt voor als lichtbruine kristalschubben of als een grijswit kristallijn poeder vaneen eerst buitengemeen zoeten, later metaalachtigen smaak. Het wordt in het donker bewaard. ONDERZOEK VAN VROUWENMELK. Onlangs werd mij dooreen geneesheer eene kleine hoeveelheid melk ter hand gesteld met verzoek te bepa-v len, of zij werkelijk vrouwenmelk was. Voor een kindje namelijk te zwak om te zuigen, werd dagelijks door eene vrouw melk geleverd, die zij uit hare borsten perste. Er was nu verdacht gerezen, of men ook, in plaats van vrouwenmelk, tegen hoogen prijs berekend, verdunde koemelk had ontvangen of dat deze daaronder gemengd was. Bij vergelijking met vrouwenmelk, op bovengenoemde wijze in mijne tegenwoordigheid verschaft, kon ik op het uiterlijk aanzien geen onderscheid waarnemen, maar ook evenmin met koemelk, die tót een zekeren graad verdund was. Ik nam nu mijne toevlucht tot eene opmerking van Simon voor een tal van jaren bij zijne wijdloopige onderzoekingen over vrouwenmelk gemaakt, namelijk tot het onderzoek met lakmoespapier. Hij bevond namelijk, dat vrouwenmelk altijd alcalisoh reageert. Werkelijk bleek mij, dat in alle soorten van koemelk, die ik onderzocht, het blauw lakmoespapier rood werd. Inde vrouwenmelk daarentegen werd het rood lakmoespapier blauw en wel zelfs, nadat deze melk geruimen tijd aan de open lucht gestaan had. Ook de mij ter hand gestelde melk vertoonde duidelijk eene alcalische reactie, hetgeen mij vrijheid gaf het vermoeden van eene vermenging met of vervanging door verdunde koemelk weg te nemen. DE INHALATIE TOESTEL VAN SIEGLE. De inhalatietoestel van Siegle onderscheidt zich van andere dergelijke toestellen, dat daarbij in plaats vaneen luchtstroom een stroom waterdamp tot het verstuiven der vloeistof wordt aangewend. Hij bestaat uiteen kook-
kolfje met eene dubbel doorboorde kurk of caoutchukstop voorzien, waarin bet loodrechte been der verstuivingsbuis en eene korte glazen buis met eene klepinrichting zijn geplaatst, De zuigbuis der verstuivingsbuis staat inde vloeibare artsenij, welke zich ineen bekerglas bevindt, hetwelk naast de daaraan gebrachte, glazen, kegelvormige vangbuis dooreen bijzonder staanstuk gedragen wordt. Zoodra de toestel in werkzaamheid is en de damp uit het verstuivingsbuisje met de noodige spanning te voorschijn treedt, brengt de patiënt zijn mond aan de nauwere opening der vangbuis en ademt in langzame rustige trekken de uitstroomende fijn verdeelde artsenij in. Naar de individualiteit van den zieke laat men hem ij tot 1 minuut inademen en dan, zoo noodig, eenige minuten lang zich afwenden en uitrusten. De duur eener zitting is van 5 tot 30 minuten en wordt twee- tot viermaal dagelijks herhaald. De artsenijmiddelen, die men thans het meest voor inhalaties bezigt, worden volgens Prof. van Bruns inde volgende verdunningen aangewend : Acidum lactioum 60 tot 130 centgr. in 80 gram water, Acidum tannicum 6 40 // n n n // Alumen crudum 6 • 35 // n n * n Aqua amygd. amar. 24 n 120 n w u n » Aqua calcis 360 n 720 n n n • ir Aqua hydrosulphur. en aqua pioea 120 » 360 n n n n n Chloretum ammonicum 2 n 30 // // //. // // Chloretum ferricum 6 n 40 // nu r // Chloretum natricum 25 u 80 n n n n n Kreosotum 6 // 12 n n n // n Nitras argenticus 3 n 15 n • u n n Tinct. opii simpl. 6 n 40 n n n n n DB GECOMBINEERDE AREOMETER. Onder dezen naam is een werktuig ingevoerd, waarvan ons de gebruiksaanwijzing door eene bevriende hand werd medegedeeld. De gecombineerde areometer is van glas vervaardigd en bestaat uit 3 deelen, I°. de eigenlijke areometer (hals, buik en haak), 2°. een daarboven geplaatst schaaltje, 3°. een korfje aan een platinadraad hangende. Een bolletje onder aan dit korfje is gevuld met kwikzilver. Aan den hals is eene scala aangebracht in C. C. ingedeeld; in water daalt de areometer juist tot op het nulpunt dezer schaal. Om het specifiek gewicht vaneen vast lichaam te bepalen, legt men het op het schaaltje en leest nu op de scala af, tot hoeverre de areometer in het water is gedaald. Dewijl nu elke C. C. water overeenkomt met 1 gram, drukt elke deelstreep het absoluut gewicht van het lichaam uit. Als voorbeeld wordt opgegeven, dat de areometer tot de deelstreep 4,86 daalt. Plet lichaam, op den areometer geplaatst, weegt dus zooveel als 4,86 C. C. water, dat wil zeggen, het is 4,86 gram zwaar. Heeft men op deze eenvoudige wijze het absoluut gewicht gevonden, dan legt men het lichaam in het korfje. De areometer zal nu natuurlijk tot eene andere deelstreep dalen. Wanneer men het cijfer van deze aftrekt van dat der eerst gevondene, dan heeft men het gewichtsverlies van het lichaam in water, hetwelk, in het absoluut gewicht gedeeld, het specifiek gewicht aangeeft. Bijv. bij de eerste inzakking (met het lichaam op het schaaltje) daalde de .areometer tot 4,86, bij de tweede inzakking (met het lichaam in