PHARMACEETISCH WEEKBLAD
YOOR NEDERLAND. ONDER REDACTIE VAN R. J. OPWÜRDA, Apotheker te Nijmegen.
Dit Blad wordt eiken Zaterdag uitgegeven bij den Boekhandelaar D. B. CENTEN te Amsterdam. Prijs per Jaargang, fr an co per post, f 4.50.
■ Alle stukken, welke men in dit Blad wenscht opgenomen te ,! zien, gelieve men franco in te zenden aan den Redacteur j te Nijmegen vóór Woensdag.
Prijs der Advertentiën: van 1 tot 6 regels ƒ1.—, elke regel meer 15 ets., en 10 ets. voor een N°. van het Blad. Brieven franco.
9e Jaargang'.
ZONDAG 33 Mei 1870.
M°. 4.
McrïerïecSingen. Ingezonden dukken. METHODE VAN DE. MAX VON PETTENKOPER TOT DE BEPALING VAN HET KOOLZUUBGEHALTE IN DE LUCHT. Dewijl het vraagstuk omtrent het koolzuurgehalte in de lucht met het oog op de volksgezondheid, vooral op scholen, thans zeer aan de orde is, meenden wij het niet ondienstig eene vertaling te geven van de beschrijving en toepassing van Pettenkofer’s methode van bepaling, ons door den heer B. Miedema te xirnhem toegezonden. De flesschen, die bestemd zijn om de lucht op te nemen welke men analyseeren wil, zijn nauwkeurig afgemeten. Men zet ze eenigen tijd in het te onderzoeken lokaal, totdat zij de temperatuur der atmospheer aldaar hebben aangenomen. Door blazen met een blaasbalg wordt tegelijker tijd de oude lucht uitgedreven. Dan giet men in elke flesch 50 C. C. kalkwater, waarbij men de pipet zoo diep mogelijk inde flesschen houdt. De flesschen worden met glazen platen bedekt en met gomelastieken platen ombonden en nu eenige malen omgeschud. Men laat ze omstreeks een halven dag staan, om den carbonas calcious gelegenheid te geven zich krisstallijn af te scheiden. Intusschen constateert men, hoeveel zuringzuur het kalkwater tot neutralisatie noodig heeft. Men voegt daartoe bij 50 C. C. kalkwrater zoolang zuringzuur-oplossing van bekend gehalte, totdat een droppel met eene glazen staaf er uitgenomen, op curcumapapier geen bruine vlek meer voortbrengt. Nadat de flesschen eenigen tijd met het kalkwater gestaan hebben, schudt men den inbond ineen cilinderglas, neemt er met de pipet 25 C. C. uit, doet ze ineen kolfje en voegt er zooveel oplossing van zuringzuur bij, totdat volkomen neutralisatie is gevolgd. De berekening is nu eenvoudig de volgende. Het aantal C. C. zuringzuur na de absorbtie gebezigd, worden van de vooraf voor het kalkwater gebezigde afgetrokken. Men verkrijgt alzoo de hoeveelheid zuringzuur, die met het geabsorbeerde koolzuur overeenstemt. 1 C. C. der zuringzuur-oplossing = 1 mgrm. koolzuur, en 1 mgrm. koolzuur = 0,503 C. C. Men heeft inden beginne temperatuur en barometerstand genoteerd en behoeft nn slechts het volumen der flesch na aftrek der 50 C. C., welke het kalkwater inneemt, tot de gemiddelde temperatuur en barometerstand te reduceeren, om te weten, in hoeveel volumen lucht het gevonden aantal C. C. koolzuur bevat is en te berekenen,
hoeveel diens volgens 1000 of 10,000 C. C. lucht bevatten. De reductie van het volumen tot temperatuur en barometerstand geschiedt naar de volgende formule: •y B _——l 1 r= volumen bij OOC en 760 m.m. 760 (1 + 0,00367 T) drukking, waarbij V volumen der flesch in C, C. na aftrek der 50 C. C. voor het kalkwater, B = barometerstand, T r= temperatuur in centigraden is. Voorbeeld. > Temp. + 11° C. Drukking 760,7 m.m. Capaciteit der flesch 2793 O. C. Gebezigd kalkwater 50 C. C. Derhalve 2743 C. C. lucht van 11° Cen 760,7 m.m. drukking. 2m 760+ _ 2638 e.-C. lucht van 00 C. en 760 (1 + 0,00367.11) „,n v 1 ’ ' 760 m.m. 50 C. C. .van het versch kalkwater vereischen 52,15 C. C. zuringzuur-oplossing, 25 C. C. van het kalkwater vereischen 24,95 C. C. zuringzuur of 50 C. C. 49,9 C. O. zuringzuur. Gevolgelijk zijn 52,15 49,9 == 2,26 C. O. zuringzuur het aequivalent van het voorhanden koolzuur. Dit bedraagt dus in 2631 C. C. lucht 2,25 mgrm. =r 1,13 O. C. of in 10,000 C. C. lucht 8,53 mgrm. = 4,29 C. C.koolzuur. De prijs, dien de heer Miedema ons voor de benoodigde toestellen opgaf, is / 15, in étui f 21. TINCTURA RHEI AQUOSA IN DEN DROGEN VOliM. Door Baumann is eene geheel nieuwe en zeer eigenaardige methode opgegeven om tinctura rhei aquosa te bewaren, namelijk inden vasten vorm. Hij bereidt daartoe het praeparaat eerst op de gewone wijze, en dampt dan de 'vloeistof op het waterbad tot stroopdikte in. Hieronder mengt hij eene voldoende hoeveelheid gewassohen en gedroogd zand, dat door slibben zorgvuldig van de fijnste deeltjes is bevrijd. Alles wordt nu tot den drogen staat gebracht, hetwelk zeer snel en gemakkelijk geschiedt. Door de droge massa te wegen, leert men de verhouding van het zand tot de tinctuur kennen en berekent daaruit de hoeveelheid, die met 30 gram der tinctuur overeenstemt. 800 Deelen tinctuur en 310 deelen zand geven 400 deelen van het droog residu. Bij het gebruik lost men dit in water op, laat het zand