leehem, indien bij haar examen gebleken is , dat hare verloskundige kennis dch zoover uitstrékt( om het juiste tijdperk der aanwending enz. te weten, staat niet tot onze beoordeeling, doch wij meenen, dat de Nederlandsche apotheker, die secale cornutum met bepaalde aanduiding van het verlangd geneesmiddel volgens art. 9 van Wet IV heeft afgeleverd , geene overtreding heeft gepleegd, omdat secale cornutum niet voorkomt op de ministerieele lijst van middelen, die slechts onder beperkende voorwaarden mogen verkocht worden. Dat de aard van het middel als van zelf den apotheker tot prudentie bij den verkoop aanspoort, behoeven wij onzen collega’s niet te herinneren.

ÏJlttrelisels tilt Binnen- en üiiitenlafnSsohe tijdschriften. Volgens Hennig is het bezinksel, dat zich afscheidt uit de oplossing van acetum lithargyri (namelijk het acetum lithargyri van 1,26 of de oplossing van basischazijnzuur loodoxyde) geen koolzuur loodoxyde, zooals gewoonlijk wordt aangenomen, maar het zesvoudig-basisoh azijnzure zont, dat geheel onoplosbaar in water is, terwijl het tweevoudig- en drievoudig-basische zout oplosbaar zijn. Door deze afscheiding verliest het acetum lithargyri in specifiek gewicht en dus in waarde. Om de vorming van dat bezinksel te vermijden, wordt door Hennig opgegeven, den loodazijn op de volgende wijze te bereiden. Men brengt de loodsuiker met het loodoxyde en het water in eene flesch, laat alles slechts 24 uren staan en filtreert alsdan. De op deze wijze bereide loodazijn zal aan alle vereischten voldoen, en, in goed gesloten flessohen bewaard, ook na een langen tijd geen bezinksel afzetten. Er wordt inden laatsten tijdmyrrhe inden handel gebracht , die met eene vreemde gom vervalscht is. Deze vervalsching bestaat volgens Wiggers uit Gummi brasiliensis. Zij vormt matte, tamelijk groote en zuivere, bruine stukken, die gemakkelijk kunnen fijn gewreven worden en eene tot heden onbekende bitterstof bevatten. De stukken gelijken eenigszins op myrrhe, vooral door hun matten, korreligen breuk. Zij geven aan alcohol niets af en bezitten een scherpen en aanhoudend bitteren smaak. Als onderscheid tusschen citroenzuur en wijnsteenzuur is in der tijd opgegeven (zie N°. 18 van den Vierden Jaargang), dat het citroenzuur in eene alcalische oplossing het overmangaanzuur slechts tot mangaanzunr reduceert, terwijl het wijnsteenzuur de reductie tot mangaarsuperoxyde brengt. Door Wimmel is deze opgave niet volkomen bevestigd gevonden. Hij vond, dat citroenzuur evenals wijnsteenzuur het overmangaanzuur tot mangaansuperoxjde reduceert, hoewel zulks langzamer en moeilijker geschiedt. Terwijl 2 gewichtsdeelen wijnsteenzuur toereikend zijn, om 1 gewichtsdeel overmangaanzuur te reduceeren, zijn daartoe 200 gewichtsdeelen zuiver citroenzuur en 50 deelen vaneen citroenzuur, dat 5 procent wijnsteenzuur bevat, noodig. Deze zijnde verhoudingen, indien de inwerking in eene potassaloog geschiedt, in sodaloog werkt het citroenzuur veel sneller. Om salpeterzuur en soda uit chilisalpeter te bereiden , wordt door Walz te New-York de salpeter met koolzure kalk onder toevoering van stoom in retorten verhit. Het overkomende salpeterzuur wordt in Woulffsche flessohen gecondenseerd en dan gefiltreerd. Hij beweert op deze wijze de theoretische hoeveelheid zuur te kunnen verkrijgen. Inde retort blijft terug koolzure soda en kalk, die mén onmiddellijk aan de zeepziederijen ■

kali verkoopen of door uitloogcn met koud water op koolzure soda of doof uitloogcn mét heet water op bijtende soda kan bewerken. Om het stoeten van kokende vloeistoffen te vermijden wordt door Müller aangeraden door de kurk der retort enz. tot dicht op haren bodem eene glazen buis te brengen, die beneden ineen haarbuisje is uitgetrokken en door wier bovenste einde koolzuur, waterstof of dampkringslucht wordt geleid. Deze gassen gaan dan ineen langzamen maar voortdurenden stroom door de vloeistof en verhinderen het stooten volledig. In gewone gevallen brengt men nog beter inde vloeistof, welke men distilleeren wil, een klein stukje sodium-amalgama ,• of, in dien de vloeistof zuur is, een stukje sodium, die een voortdurenden zwakken stroom waterstof ontwikkelen. Op deze wijze kan men bijv. meer dan 400 grammen methylalcohol door bijvoeging van 0,06 gramme sodiumamalgama volkomen rus tig distilleeren. Voortdurend -wordt caragheen als een uitstekend middel tot het bewaren van bloedzuigers aanbevolen. Ook gedurende het warmste jaargetijde zal de sterfelijkheid zoo goed als geheel ophouden, ja zelfs zieke bloedzuigers zullen hersteld en geschikt tot zuigen worden. Op de 100 bloedzuigers worden in eene flesch, die 1£ liter inbond heeft, 2 handen vol caragheen en omstreeks 1 liter water gebracht. Het troebele water wordt om de 2 dagen afgegoten, met verscb water de wanden der flesch en de bloedzuigers zelven door duchtig omschudden gezuiverd en eindelijk, nadat al de caragheen bezonken is, weder afgegoten en versch water opgegoten. De Australische bloedzuigers, onlangs in Engeland ingevoerd, hebben aan de verwachting niet beantwoord.. Deze bloedzuigers hebben volgens Schmarda slechts 5 donkergroene strepen op een gelen grond. (Onze hirudo medicinalis heeft 6 strepen). De buik is geel. Nog heeft Smarda eene bijsoort aangetroffén, die slechts 3 strepen had. Om eene getitreerde oplossing van tinchlorure tegen den invloed der dampkringslucht te bewaren, wordt door Mohr opgegeven op de oplossing eene laag petroleum van 1 centimeter hoogte te brengen. Voor het gebruik wordt eene flesch gebezigd, die bij den bodem een tubulus heeft, waarin men eene benedenwaarts gaande buis brengt of liever twee glazen buizen met een caoutohouk buisje verbonden. De hals der flesch is met eene kurk gesloten, waardoor een glazen buisje gaat. Op gelijke wijze kan men ook zwavelwaterstofwater Onder petroleum bewaren. In plaats van de benedenwaarts gaande uitvloeiingsbuis brengt men aan de caoutchonkbuis eene klemkraan met een buisje tot uitvloeien. Voor eene reactie op metalen behoeft men slechts even de klemkraan te openen en eenige C. C.- te doen uitvloeien. Om de circulatie der lucht in het bovengedeelte der flesch eenigszins tegen te houden, sluit men de flesch met eene U vormige buis, die eenig water bevat. Barytwater, potassa- en sodaloog, zwaveligznurwater en dergelijke kunnen op dezelfde wijze bewaard worden, t crscheidenheden. Ten einde ongeveer den ouderdom vaneen ijzerlwudenden inkt te kunnen bepalen, heeft Carré van het volgende feit partij getrokken. De inkten met ijzerbase ondergaan door den tijd eene verandering, die zich door eene geelachtige kleur openbaart, welke te duidelijker te voorschijn treedt, ■ naar gelang het geschrift ouder is. De organische zelf-