kast bewaren der vergiften, wettig en overtuigend is bewezen, en dat dit feit oplevert het wanbedrijf, waartegen is voorzien''bij art. 781 der wet van 1 Juni 1865 {Stil. n°. 61) ld verband met art. 31 derzelfde wet; Overwegende , dat mede bewezen is het sub no. 8 den beklaagde bij dagvaarding te laste gelegde feit, dat op meergemelde opkamer verschillende vergiften, hierboven opgenoemd , niet afgezonderd van andere geneesmiddelen , in eene gesloten kast werden bewaard : Overwegende echter, dat genoemd feit geen afzonderlijke overtreding van art. 7 der meergemelde wet oplevert , daar de omstandigheid , dat ook op gemelde opkamer evenmin als inde voorkamer, de vergiften niet in een of meer daarvoor bestemde gesloten kasten werden bewaard , geen reden kan zijn om ten dezen twee vorderingen aan te nemen, aangezien hier toch slechts sprake is van ééne apotheek en van het in één proces-verbaal geconstateerde niet bewaren van vergiften op de daarvoor bestemde plaats , met andere woorden ; het niet aanwezig zijn van eene aan de wet voldoende vergiftkas ; Overwegende , dat de beklaagde als geneeskundige gevestigd is op eene plaats, waar geen apotheker is gevestigd , blijkens het op den ambtseed opgemaakt procesverbaal van den burgemeester van Molenaarsgraaf van 28 November 1868.- Verklaart den beklaagde schuldig aan het misdrijf van het dooreen geneeskundige, bevoegd tot het afleveren van geneesmiddelen, in zijne apotheek niet bewaren in eene of meer gesloten kasten van de vergiften , bij openbare bekendmaking door den Minister van Binnenlandsche Zaken aangewezen. Gezien enz. Veroordeelt den ter zake voorschreven schuldig verklaarden Hendrik Frederik Muller tot betaling eener geldboete van tien gulden en inde kosten ten behoeve van den staat , enz. HET REAGENS VAN SCHÖNBEIN OP CYAAN WAT ERSTOFZÜÜR. Om in tabaksrook een cyaangehalte aan te toonen, heeft Vogel gebruik, gemaakt van het gevoeligste reagens van Schönbein op cyaan , namelijk guajakpapier, bevochtigd met eene verdunde oplossing van kopervitriool. Men bereidt dit reageerpapier, door wit filtreerpapier met guajaktinctuur (1 gram guajakhars op 100 gram wijngeest) te doortrekken en te laten drogen. Men maakt dit papier, onmiddellijk vóór het gebruik als reagens op cyaan, vochtig met eene zeer verdunde oplossing van kopervitriool (0,1 gram kopervitriool op 50 C. C. water). Houdt men een aldus toebereid papier in eene geopende flesch, op welker bodem zich eenige stukken vast cyaanpotassium bevinden, zoo wordt het papier dadelijk donker indigoblauw gekleurd. Zoo is de hoeveelheid blauwzuur, die zich uit cyaanpotassium van den handel ontwikkelt, door den reuk nauwelijks merkbaar, in staat deze reactie duidelijk voort te brengen. Volgens Seoutetet wordt nog 120 raillioenste cyaan aangetoond. Met behulp van dit reagens wordt dan ook een cy-
aangehalte in tabaksrook duidelijk aangewezen. Men behoeft slechts den rook eener brandende sigaar op het toebereide guajakpapier te blazen, om weldra eene blauwe kleur te zien te voorschijn treden , evenzoo, wanneer het papier gehouden wordt boven eene brandende pijp, waardoor men heen blaast. (Men zou allicht meenen, dat de blauwe kleuring veroorzaakt werd door de vorming van koolzuren ammoniak bij de verbranding. De koperoplossing is daartoe echter veel te verdund en het blijkt dan ook , dat , wanneer men een papier enkel met deze koperoplossing, zonder guajaktinctuur, bevochtigt, de blauwe kleur niet ontstaat.) Zelfs ontstaat de reactie na verloop van eenigen tijdindien men Schönbein’s reageerpapier bevochtigd ineen vertrek hangt, alwaar veel gerookt wordt. Het reagens van Schönbein kwam ook ter sprake in de Vergadering der Socie'té de pharmacie te Parijs van 3 December. Lebaigue merkte op , dat zoutzuur en zwavelzuur dezelfde reactie als oyaanwaterstofzuur op het papier hebben , wanneer meii het in deze zuren dompelt. Gobley en Poggiale meenden , dat de aanwezigheid van ammoniak te lichtelijk tot vergissingen kou aanleiding geven. Eoussin daarentegen prees het reagens als uiterst gevoelig. Om zich voor verwisseling met de werking van ammoniak te vrijwaren, moet men steeds een weinig zuur bij het te onderzoeken vocht voegen, om een mogelijk ammoniakgehalte te neutraliseeren. Ook moet men nooit het papier inde vloeistof dompelen , maarde zuurgemaakte vloeistof distilleeren en inden ontvanger het reageerpapier boven het distillaat hangen. D'e minste aanwezigheid van oyaanwaterstofzuur inden atmospheer van den ontvanger zal dadelijk het papier blauw kleuren. Mijnheer de Redacteur ! Afgaande op het, in uw nommer van 7 Maart geleverd betoog dooreen leerling-apotheker, adspirant-veldwachter , verwondert het mij niets , dat zijn vroeger verzoek tot plaatsing afgewezen is. Ik durf nog verder gaan en mijne bevreemding uitdrukken dat voor zulk geschrijf de kolommen van uw blad openstaan. Dat de geëerde S. geen uitstekende stilist is , laat ik nog daar, wijl de gehouden examens voor leerling-apotheker voortdurend aantoonden, dat de meerderheid der examinandi zich niet bekommerde over eene logische uiteenzetting van feiten. Meer aanmerking wenschte ik te maken op de insinueerende wijze , waarop een aantal private zaken door den S. behandeld worden. Is hel b.v. een bediende vergund, ten behoeve vaneen apotheker te beslissen , of deze niet, dan wel in staat is, de benoodigde hulp te bekostigen? Is het aan hem , een oordeel te vellen over het private leven van apothekers-zoons ? Maar ik wil u niet vermoeien met eene herhaling van allerlei ongemotiveerde praatjes, en vraag alleen maar: Wat is S.’s doel ? V Geheel aan het slot van zijn stuk zegt hij : „Mijn