Pharniamilisdi Wwlaif

>OIÉ NEDERLAND. ONDER REDACTIE VAN R. J. OPWIJEDA, Apotheker te Nijmegen.

Het Pharmaceutisch Weekblad wordt eiken Zaterdag uitgegeven bij den Boekhandelaar D. B. CENTEN te Amsterdam. Prijs per jaargang, franco per post, ƒ4,50. Alle stukken, welke men in dit Blad wenscht opgenomen te zien , gelieve men franco in te zenden aan den Redacteur, onmiddellijk of onder couvert van den Uitgever, uiterlijk vóór Woensdag te Amsterdam of vóór Donderdag te Nijmegen. Prijs der advertenliën: Van 1 lot 6 Regels /T.—, elke regel meer 15 Cis., behalve het zegelrecht.

5® Jaargang. |

ZONDACt 28 Februari 1869.

S". 44.

Bij dit Nommer behoort een Bijblad, bevattende het verslag van het apothekers-examen in 1868. »e afschaffing van het medicinaal gewicht. Nu de Tweede Kamer het wetsontwerp betreffende de maten , gewichten en weegwerktuigen met groote meerderheid heeft aangenomen, zijn wij eene belangrijke schrede vooruitgegaan op den weg, die tot afschaffing van het thans gebruikelijke medicinaal gewicht leidt. Weldra zal het oude stelsel dus in onze apotheek vervallen en door de decimale indeeling, zooals zij inde meeste landen reeds is aangenomen, vervangen worden. Ongetwijfeld zal men in het eerst met eenige moeilijkheden te kampen hebben, maarde herleiding is zoo eenvoudig , dat wij er niet aan twijfelen, öf allen, zoowel geneesheeren als apothekers, zullen aan het nieuwe stelsel spoedig gewenuen. Indien men, zooals zulks in Pruisen geschiedt, de benaming van het gewicht achterlaat en eenvoudig schrijft 1,00 , 0,1 , 0,01 enz., wordt ook het gevaar van verwisseling met het oude gewicht vermeden, daargelaten dat dit gevaar bestaat bij de groote oplettendheid, die de receptuur in het algemeen vereischt. Uitspraak van den lïoogen Raad, Deze belangrijke uitspraak betreft weder den verkoop vaneen geheim geneesmiddel. Tijdens de leden van den geneeskundigen raad eene apotheek te ’s Hage inspecteerden, kwam aldaar een persoon binnen , die slijmpillen vroeg. De apotheker liet door zijn bediende de verlangde pillen aan zijne vrouw vragen, die, naar beneden gekomen, een doosje met de gevraagde slijmpillen uit de woonkamer aan dien persoon ter hand stelde. De officier van justitie met deze zaak in kennis gebracht, ging tot vervolging over en de arrondissements-reohtbank te’sGravenhage verklaarde den apotheker schuldig aan 10. het in zijne apotheek voorhanden hebben vaneen geneesmiddel , niet bekend inde Pharm. en zonder dat het

opschrift van het voorwerp , waarin het bewaard werd , aanwees, naar welk voorschrift het geneesmiddel bereid was ; 20. aan het afleveren vaneen geneesmiddel, anders als op recept, en zonder dat het met bepaalde aanduiding van het geneesmiddel werd gevraagd, en veroordeelde hem in twee geldboeten , ieder van f 10. De veroordeelde voorzag zich in cassatie. Op grond, dat de vrouw van den apotheker als depothoudster van het geneesmiddel was gepatenteerd en dat zij , naar beneden gekomen zijnde, een doosje aan den persoon, die het vroeg, heeft ter hand gesteld, waaruit noodwendig volgt, dat dit doosje tot op dat oogenblik niet inde apotheek aanwezig was ; dat aan andere personen als apothekers het verkoopen van zoogenaamde geheime geneesmiddelen is vrijgelaten en derhalve aan de getrouwde vrouw, die volgens de bepalingen van het burgerlijk recht als openbare koopvrouw zelfstandig kan optreden , zeer zeker ook de bevoegdheid is verleend tot het houden vaneen depót van zoodanige geneesmiddelen, die alsdan bloot als koopwaren te beschouwen zijn ; dat zij, hoezeer dan ook wonende ineen huis , waarin eene apotheek wordt gehouden , daardoor niet in die vrijheid kan worden belemmerd en onder het toezicht van haren man (den apotheker) gesteld, met dien verstande, dat haar daardoor het zelfstandig karakter zoude worden ontnomen en de man voor hare daden als depothoudster aansprakelijk kan worden gesteld • dat het feit, dat de req. de pillen door zijn bediende aan zijne vrouw heeft doen vragen , wel het bewijs oplevert, dat hij met het houden van het depót bekend was, maar daaruit geenszins voortvloeit of kan worden afgeleid , dat dit onder zijn toezicht en zijne aansprakelijkheid geschiedt • op grond van al deze overwegingen heeft de Hooge Eaad den req. van alle .rechtsvordering te dier zake ontslagen. De volgende vragen zijn door deze uitspraak beantwoord : Is een apotheker, wiens vrouw met zijne voorkennis in zijn huis, waar zijne apotheek gevestigd is , geheime ge-