Pharmaceutisch W^kV VOOR NEDERLAND. ONDER REDACTIE VAN ■ R. J. OPWURBA , Apothekerte Nijmegen.
Het Pharmaceutisch Weekblad wordt eiken Zaterdag uitgegeven bij den Boekhandelaar D. B. CENTEN te Amsterdam. Prijs per jaargang, franco per post, f 4,50. Alle stukken, welke men in dit Blad wenschl opgekomen te zien, gelieve men franco in te zenden aan den Redacteur, onmiddellijk of onder couvert van den Uitgever uilerlijk vóór Woensdag te Amsterdam of vóór Donderdag te Nijmegen Prijs der advertentiën: Van 1 tot 6 Regels fl.—, elke regel meer 15 Cis., behalve liet zegelrecht.
5® Jaargang,
KOABACJ 13 September 1868.
af*. 20
Mededeellngen. Ingezonden stukken. Men schrijft ons uit Leiden 9 Sept. : Er hebben zich voor het hulp-apothekers-examen 36 candidaten aangemeld , waarvan 10 voor het eerst. Na de aanmelding hebben zich teruggetrokken :3. Tot heden , 9 Sept. , zijn geëxamineerd : 11, waarvan doorgekomen ; 1 , afgewezen: 9, tijdens het examen teruggeireden : 1. Rest. nog 'te examineeren : 13. *'*'•* DE WAARDE DER DUSGENAAMDE „AMEUIKAANSCÏÏE MICROSCOPEN.” Wij hebben inden laatsten tijd in onderscheidene dagbladen, onder anderen inde Geneeskundige Courant van den voorlaatsten Zondag, groote advertentiën gezien, waarin onder bovengeplaatsten naam hoogst doelmatige vergrootingstoestellen werden aangekondigd, die tegen inzending van eene geringe som (1 Thaler per stuk) van een zekeren Leidts te Hamburg kunnen ontboden worden. Ten einde personen, die, door de goedkoopheid uitgelokt, zich deze instrumenten wenschen aan te schaffen , vooraf met hunne hoedanigheden bekend te maken en voor teleurstelling te vrijwaren , nemen wij het volgende bericht over uit het Polytechnisch Notizblatt (Redacteur: Dr. Rud. Böttger te Frankfort a/d Main.) N°. 17 van 1868 : „De vermeerderde lust bij het algemeen, om zich op bet gebied der natuurwetenschappen te bewegen , heeft voor den speculatiegeest eene rijke bron tot exploitatie geopend , zeer zeker ten nadeele van vele weetgierigen. Hiertoe behooren de overdreven aankondigingen der „A m eri kaan sc h e microscopen”, die worden opgegeven, 1500 maat te vergrooten, optische instrumenten van 200 a 300 gulden overbodig te maken enz. Wat is zulk een Amerikaansohe microscoop, waarvan N°. 1 en 3, elk voor 1 Thaler verkocht worden? N°. 1 bestaat uiteen blikken busje inden vorm vaneen stalen-pennenhouder, waarvan de eene zijde door een kokertje gesloten is. In het midden van dat kokertje
bevindt zich eene opening, waarin een glazen staafje in eene kurk is gestoken. Dit glazen staafje is 0,6 centimeter lang, 0,3 centimeter in het vierkant; de eene convexe vlakte is toegekeerd naar de opening, waardoor men ziet, de andere gladde vlakte bevindt zich in het busje en is geheel vrij tot het opnemen der voorwerpen voor de vergroeiing bestemd. De voorwerpen moeten steeds op deze oppervlakte van 0,3 centimeter bevestigd zijn en dan kan men ze nog voor het grootste deel slechts onduidelijk ! waarnemen. De werkelijke vergrooting is nauwkeurig gemeten gelijk 30 lineaar, dus al zeer verschillende van de 150 in diameter, die de advertentie belooft. N°. 3 is., gelijk van vorm maar het blikken busje is hier dooreen glazen cilinder vervangen en in plaats van het glazen staafje, dat bij N°. 1 de vergrooting geeft , vindt men hier eene biconvexe lens, in kurk gezet. De vergrooting is hier slechts gelijk 10 lineaar. N°. 3 is niets beter dan een zoogenaamd „zaden-microscoop”, dat men voor 30 ets. koopt. No. ] is niets nieuws. Dezelfde instrumenten zijn reeds voorlang uit Praag aangevoerd en aangeprezen. Men vergenoegt zich aldaar echter met een prijs van f 1,30 en belooft slechts eene 350 malige vergrooting. Als kinderspeeltuig is het niet meer waard dan 15 lot 30 cents. Mijnheer de Redacteur! Het zij mij vergund, naar aanleiding van het ingezonden stuk van den heer Snabilié, eene kleine plaatsruimte te vragen in uwe kolommen. Hoewel de heer S. stellig verklaart, voor zich zelf geen meerder ruimte te zullen vragen, is dit nog geen bewijs, dat iedereen ja en amen zeggen zal op zijn schrijven. Dat schrijven toch was vrij scherp en bitter en maakt wel eenigszins den indruk , alsof de heer S. in gemoede overtuigd was, wel wat anders verdiend te hebben, als de vrijspraak, die nu door de rechtbank moest worden verleend , ten gevolge vaneen onwillekeurig verzuim der commissieleden. Ik vooronderstel toch, dat de heer S. wel zal