onderworpen. Het esamen had plaats op den Men , 6u Ssten dezer. Op de beide eerste dagen werden Eikens 8 , op den laatsten 6 candidaten geëxamineerd. Telken dage , terwijl de helft der examinandi bezig was met schriftelijk werk, werd de andere helft mondeling ondervraagd. Dit mondeling examen werd , voor zoo ver betreft de Nederlandsche spraakkunst, de theorie der rekenkunde en de kennis van maten en gewigten niet aan lederen candidaat afzonderlijk , maar bij 3 of 4 te gelijk afgenomen. Met de vrouwelijke candidaat werd hierin eene uitzondering gemaak Nederlandsche taal. Op een paar uitzonderingen na konden alle zoowel proza als poëzy zeer goed lezen. Het verstaan van het gelezene liet echter bij enkelen te wensohen over, en deed zien, dat bij hen de verstandsontwikkeling over het geheel en algemeene kennis in het bijzonder, nog zeer onvoldoende aanwezig waren. Bij dezen was de kennis van de beginselen der spraakkunst dan ook zeer oppervlakkig. Opstellen. Yan deze over algemeen bekende onderwerpen , den candidaten opgegeven , waren de meesten zeer voldoende en gaven blijk van goede ontwikkeling , zoowel wat stijl als taal en algemeene vorming aangaat. Anderen daarentegen waren middelmatig en eenige zelfs beneden het middelmatige te noemen. Latijnsche taal. Hoewel de kennis van het Latijn, voor zoo verre die in deze candidaten vereischt wordt, bij eenigen voldoende moest worden genoemd , was die bij anderen zeer gebrekkig. Eender candidaten zelfs verklaarde, toen hem een voorschrift uit de Pharmacopoea Neerlandica (de Commissie gaf hem ter lezing en verklaring eenige gemakkelijke zinnen, bereiding van syrupi, emplastra enz.) werd voorgelegd, dat hij geen Latijn kende. Rekenkunde. Zoowel de kennis van de theorie der rekenkunde , als die van maten en gewigten , was bij de meesten voldoende. De voorstellen op de vier hoofdregels gegrond, waarvan men eiken candidaat twee ter oplossing gaf, werden met twee uitzonderingen alle goed opgelost. De kennis der synonieme benamingen van inde Pharmacopoea voorkomende chemicaliën en galenische bereidingen was bij de meesten voldoende te noemen. Zoo ook wisten de meesten vrij goed rekenschap te geven van manipulatiën bij de receptuur, de werking van niet ge- : distilleerd water op sommige zouten , den invloed van : het licht op andere , en de werking van sommige genees- • middelen op metalen voorwerpen. Het gereed maken van recepten. De geschiktheid tot de receptuur was bij de meesten vrij voldoende , bij an-

deren bleek evenwel dat ze , schoon lang genoeg inde apotheek werkzaam , de noodige netheid misten en niet naauwkeurig recepteerden. Yooral was dit het geval mef het verdeelen van kleine hoeveelheden van het een ot ander geneesmiddel in poeders. De algetneene uitkomst van deze examens laat zich volgenderwijze zamenvatten. De 32 candidateu kunnen in 3 afdeelingen gesplitst worden : 13 hunner gaven in bijna alle onderdeelen van het examen zeer voldoende blijken van bekwaamheid , 5 toonden wat de voorbereidende vorming aangaat, minder ontwikkeld te zijn , terwijl hun praktisch examen en de kennis van geneesmiddelen en synonieme benamingen zeer voldoende waren. Bij 4 candidaten was de vereischte kennis in verreweg de meeste vakken zoo luttel, dat ze moesten worden afgewezen. De namen van hen aan wie eene acte van bevoegdheid is uitgereikt, nadat ze in handen van den voorzitter den bij de wet van 1 Julij 1865 {Staatsblad n». 59) gevorderden eed hadden afgelegd , zijn : J. T. A. Rijkholt, geboren te Groningen. W. D. Berghuis, L. Steinmeijer, W. Bakker, „ H. H. Sinuige, „ „ Yeendam. F. de Haas, „ „ Stads-Kanaal. (gem. Onstwedde) A. van Laer Dinkgreve , „ Sleen. J. H. Peel, „ „ Kuinre. M. Meijeringh , „ „ Dedemsvaart. J. E. Scriverius, „ „ Witmarsum. P. H. Booiizaier, „ „ Oulenborg. J. Ponne, „ „ Heereuveen. K. van Giffen, „ „ Wijkel. J. K. van der Meer, „ „ Dragten. A. E. van der Meulen, „ „ „ H. W. Wester, „ „ Leeuwmrden. J. J. Lantinga, „ „ Bolsward. Mejufvr, A.Wijgers Visser, „ „Lemmer. Het examen der vrouwelijke candidaat voldeed in alle onderdeelen zeer goed. Ook inde praktijk gaf zij voldoende bewijzen van kennis, accuratesse en netheid. Het deed de Commissie veel genoegen bij dit examen, in vergelijking met dat hetwelk voor 3 jaren te Zwolle is gehouden , over het geheel een aanmerkélijken vooruitgang waar te nemen. De Commissie voornoemd, L. Ali Cohen , Voorzitter. R. Meülenhoef, Secretaris.

Gedrukt bij H. C. A. Thieme , te Nijmegen.