als leden. H. P. Winkelman, apotheker te Vlissingen; en M. J. Verhuist, apotheker te Middelburg; als plaatsvervangende leden. De heer P. M. de Ligny, heeft daarbij de betrekking van secretaris waargenomen. In eene voorloopige bijeenkomst, waaraan ook het plaatsvervangend lid de heer Verhuist deel nam, was men overeengekomen , omtrent de wijze hoe en door wien het onderzoek inde verschillende vakken zoude worden ingesteld, en omtrent den tijd, dien men aan de verschillende onderdeelen van het examen meende te moeten besteden. Br hadden zich drie jongelieden aangemeld, waarvan evenwel één eerst aankwam des avonds van den eersten dag van het examen , nadat het theoretisch gedeelte voor de beide andere candidaten reeds was afgeloopen, meenende de Commissie geene vrijheid te hebben om hem wegens niet aanwezig zijn op den bepaalden tijd tot het onderzoek niet toe te laten. Het onderzoek zelf betrof inde eerste plaats de Latijnsche taal, daartoe werden aan de candidaten eenige geschreven recepten voorgelegd , om die te lezen, te verklaren , en voor zoover zij foutief waren , te verbeteren, en werden hun verschillende bereidingen uit de Pharmacopoea Neerlandica , zoowel van chemischen als galenischen aard, ter vertaling opgegeven; wordende uiteen
_ 7 00 vtxu wit en ander aanleiding genomen , om eenige grammatikale vragen tot de candidaten te rigten. Twee hunner gaven voldoende blijken van kennis der Latijnsche taal , bij den derden candidaat liet die kennis echter te wensohen over, allen nogtans voldeden aan den gestelden eisch, ten opzigte van het oordeelkundig kunnen lezen en verstaan van in het latijn geschreven en gedrukte recepten. Nederlandsche taal. De schriftelijke opstellen (over den stoom en zijne aanwending , over de planten en dierlijke oliën en over het kwikzilver), die aan de candidaten waren opgegeven ter bewerking vóór den aanvang van het examen en bij welke dezen ieder eene keuze uit twee onderwerpen hadden kunnen doen, waren bij twee der candidaten goed, bij den derden middelmatig; bij allen viel evenwel een goede en geregelde gedachtenloop op te merken. Verder strekte zich het onderzoek uit tot het doen van vragen over de spraakkunst, waarbij deze geheel werd doorloopen, alsmede tot het behoorlijk lezen en verbeteren van eenige fautive opstellen; bij al de ( candidaten was de bevonden kennis daarin voldoende. Rekenkunde. Aan ieder der candidaten waren eenige voorstellen op schrift opgegeven, waarbij zoude blijken , of zij genoegzame kennis bezaten van de hoofdregelen van ' de rekenkunde, van de gewone en tiendeelige breuken , alsmede van de herleiding van het medicinaal gewigt tot * het Nederlandsche en omgekeerd, terwijl hun mondeling c nog eenige vragen daaromtrent werden gedaan en sommen 1 ter uitrekening opgegeven. Bij allen bleek eene genoeg- E zame mate van bedrevenheid daarin te bestaan. Kennis en geschiktheid, noodig tot hel gereed maken van \
recepten. Dit gedeelte werd in twee deelen gesplitst namelijk ineen theoretisch en ineen praktisch gedeelte. Voor het eerste werden de candidaten, ieder afzonderlijk, gedurende één uur ondervraagd inde kennis van de enkelvoudige en zamengestelde geneesmiddelen , de officiële en meest gebruikelijke officinale, magistrale en gelijkluidende benamingen , de vervalsohingen , het gebruik daarvan inde pharmaoie enz., waartoe gebruik werd gemaakt van eene zeer goed ingerigte zoogenaamde simpliciakast; gevende de candidaten voldoende blijken van kennis in een en ander, alsmede van het gebruik der maten en gewigten. Terwijl voor het tweede (praktische gedeelte) aan ieder der candidaten het gereed maken werd opgegeven van drie verschillende recepten, allen van uiteenloopende- zamenstelling. Het resultaat van dit laatste onderzoek was, dat niet alle candidaten reeds even vee) vaardigheid bezaten in het gereed maken van geneesmiddelen ; echter was bij allen de theoretische kennis in dit opzigt voldoende , en scheen de aanleg in genoegzame mate te bestaan , om te verwachten dar deze zich, bij voortgezette oefening, onder toezigt, op zeer voldoende wijze verder zal ontwikkelen. Het onderzoek afgeloopen zijnde, was de Commissie eenstemmig van oordeel, dat, hoezeer één der candidaten inde kennis der Latijnsche taal zeer achterlijk bleek, maar daarentegen aan den gestelden eisch heeft kunnen
iucimi uuui '-'i.i vjii acui utu gtoiitiucu Clotll UCCJIi I\. Llli lltJli voldoen, en overigens inde andere opzigten goed toegerust was bevonden , aan allen eene acte van bevoegdheid als leerling-apotheker behoorde te worden gegeven. Dien ten gevolge is na eedsaflegging die acte uitgereikt aan : Alphons de Witte , geboren te Wel boven Yenlo. Alexauder Theodorus Was, geboren te Ooaterland. Hendrik Peddemors , geboren te Amsterdam. Aldus opgemaakt te Middelburg, 23 Julij 1868. De Commissie voornoemd, In haren naam , Adr. A. Fokker, Voorzitter f P. M. de Ligny, Secretaris. Meppel, 9 Julij 1868. Aan Zijne Excellentie den Minister van Binnenl. Zalcen. De Commissie, bij ministerieel besluit, dd. 31 Mei 1868 , n». 19, benoemd tot het afnemen te Meppel van examens ter verkrijging eener acte van bevoegdheid als leerling-apotheker, volgens art. 7 der wet van 1 Junij 1865 (Staatsblad n°. 59) , heeft bij dezen de eer Uwer Excellentie verslag te doen van hare werkzaamheden en van den uitslag van haar onderzoek. De Commissie bestond uit den geneeskundigen inspecteur voor dit ressort dr. L. Ali Cohen, als voorzitter, en de artsenijmengkundige leden van den geneeskundigen raad E, Post Stheeman en E. Meulenhofï, als leden, aan welken laatste het secretariaat werd opgedragen. Voor het examen hadden zich 23 candidaten aangemeld waaronder eene vrouwelijke, die zich allen aan het examen