persoon , kon men ziqh maar geene verklaring geven van onze voorzichtigheid-.'bij de vrijgevigheid der apothekers in genoemde strejfen.’ Wij kunnen eindelijk niet nalaten onze bevreemding te betuigen , dfft het acidum arsenioosura gemist wordt onder de geneesmiddelen , die volgens ministerieelë dispositie niet beneden eene zekere hoeveelheid mogen verkocht worden. Terwijl de apotheker verplicht is tot het opvolgen van belemmerende bepalingen bij den verkoop, en, indieu onverhoopt een ongeluk plaats greep, strafbaar zou zijn , wanneer hij (jene der bepalingen had verzuimd , is de handel in dit vergiftig artikel voor het publiek geheel vrijgelaten. Red. Weledele heer , De door u aangegeven wijze om pulvis curcumae in pulvis rhei te herkennen door eene alcoholische oplossing van acidum boricum , heb ik zoo eenvoudig en proefhoudend bevonden, dat verdere reagentiën wel overbodig kunnen geacht worden. Intussohen is de microscoop ook daarvoor zeer geschikt. De grootere vorm en gele kleur van de curonmabolletjes doen de bijmenging onder rabarber gemakkelijk herkennen. Een apotheker.
Dat meerdere apothekers evenals wij verontwaardigd zijn geweest over de onbillijke heoordeeling onzer Nederl. Pharmaoie in No. 43 der Bunzl. Fharm. Zeitung (zie No. 6 van ons Weekblad) blijkt uit het volgende bericht, hetwelk wij in die Zeitung van 17 Juni lezen: „Uit Deventer in Holland wordt ons vaneen aldaar gevestigden apotheker bericht, dat het referaat in No. 42 zeer overdreven moet genoemd worden. Daar het ons enkel te doen is om waarheid , zoo gevoelen wij ons verplicht,. de ontvangen tegenwerpingen mede te deelen. De referent zegt eerst , dat hij geen voorstander is van onbeperkte uitoefening van het vak en gaat dan voort als volgt; Als terechtwijzing dient; 1.) De berekening: op omstreeks 1000 inwoners komt inde groote steden eene zoogenaamde apotheek, berust op eene dwaling. Ik heb geene statistiek tot mijne beschikking, om nauwkeurig het tegendeel te bewijzen. Te Amsterdam echter zijn, zoover mij bekend is, 150 tot 160 apotheken op de 250,000 inwoners, te Deventer 10 apotheken op de 15,000 enz. 3.) „Alles wordt als handel in geheimmiddelen gedreven.” Zulks is bepaald niet waar. Er wordt wel veel handel gedreven, maar apotheken , alwaar behalve de gewone receptuur geheimmiddelen verkocht worden , behooren tot. de uitzonderingen, en dit zal zelfs geheel ophouden. 3.) „’s Morgens gaat de patroon op zijne klandisie uit, bezoekt zieken en schrijft recepten voor zijne apotheek.” Ik ken slechts ééne groote stad, alwaar vroeger de patroons (niet op klandisie uitgingen, op mis-
! schien enkele uitzonderingen na , maar) door hetpubliek zelf geroepen werden, bezoeken af të leggen, en verwijten ontvingen , indien zij zulks niet deden, en deze heeren (zeer zeker specialiteiten) zouden hunne klandisie zien verloopen , indien zij aan de roepstem van het publiek geen gehoor gaven. Veel is echter reeds inden loop der tijden veranderd. Ook de assistenten inde apotheken („bediensteten”, zooals zich .de berichtgever uitdrukte) zijn verbeterd. Men vindt vooral in steden. waar pharmaceutisch onderricht gegeven wordt, meestal beschaafde jongelieden uit geachte famieljes. 4.) De stelling: „in welke richting kan zich de pharmacie bij zulke toestanden ontwikkelen” is wat te sterk. Deze „zoogenaamde” apotheken zijn althans niet te vergelijken met de winkels de la grande Nati o n of van John Buil, Ik was meermalen getuige van examens afgenomen onder het voorzitterschap van den zeer verdienstelijken scheikundige, Professor Dr, M, I, Cop. De candidaten moesten eenige vragen op het organisch-chemisch gebied schriftelijk beantwoorden ; verder mondelings uit het theoretisch gedeelte der anorganische en organische scheikunde, over botanie, pharmasognosie en physica; het practische gedeelte bestond uit eenige praeparaten – Eerrum acetioum sic- DU m qvfi'o n f 11 wi vh ai .- .. r» ... I* < , •
cum , extractum rhei, chrysophanzuur, uit 2 qualitatieve analysen (strychnine [proces Palraer] , tartarus stibiatus ■ in suiker), hydrargyrum chlor. mite praep. enz. lk ! voer dit slechts aan, om te toonen , dat de wetenschappelijke vorming der Nederlandsche apothekers toch niet geheel beneden nul staat. Thans wordt ook nog mineralogie , geologie en zoölogie geëischt *) —- Als leerboeken bij het laboratorium te Deventer werden gebruikt; Eegnault-Strecker , Graham-Otto , Fresénius qualitatief en quantitatief, Sohlossberger, Mohr’s Commentar , Titrirmethode en Technik, Neubauer en Vogel, Will, Wittstein, Seubert, Schleiden, Wiggers, enz., enz. Ik heb veel respect voor de Duitsche pharmacie en daarin deelen zeker met mij vele Nederlandsche apothekers. Ik vermeen verder, dat een veel te groot aantal apothekers financieel nadeelig is. Ik wil zelfs toegeven, dat daardoor indirect op de ontwikkeling een nadeeligen invloed wordt uitgeoefend. Ik kom er echter tegen op, dat de stand van apotheker in Nederland g e 1 ij k gesteld wordt met charlataneri e.” ') De berichtgever had van de examens onder de nieuwe wetgeving I wel meer breedvoerig mogen melding maken. Personen , die deze staatsexamens met goed gevolg hebben afgelegd, zullen zeker niet voor onwetenschappelijk doorgaan. fled. HET SMELTPUNT DER VETTEN. Men bedient zich van verschillende methoden om de punten te bepalen, waarbij vet smelt en vast wordt. Men let daarbij gewoonlijk op de temperatuur, waarop het vet volkomen vloeibaar of doorzichtig wordt en verkrijgt in de meeste gevallen overeenstemmende resultaten, Vele vetten vertoonen echter volgens Wimraer eene afwijking | in dit opzicht. Varkensvet, runder-en schapentalk wor-