dus de omstandigheden het den apotheker raadzaam kunnen _ doen achten , déze geneesmiddelen in voorraad te hebben , zou het doelmatig zijn op te geven , dat bij het in voorraad houden op 6 deelen pulpa 1 deel suiker gevoegd
en de pulpa in eene glazen stopflesch bewaard worde, s De ondervinding heeft ons geleerd, dat men op deze t wijze de pulpa’s een geruimen tijd goed kan houden. Olea pinguia. Bij het bewaren van olewm amygdalarum is < ons gebleken , dat zij lang aan het rans worden weerstaat, ! indien men de uiterste zorg draagt voor een volkomen dro- ( gen staat der flesch , waarin zij na stampen en filtreeren i geborgen wordt en de flesch met eene kurkenstop sluit. Mucilagines. Bij mucilago gummi tragacatithde is het doelmatig, niet, zooals de Pharm. Neerl. voorschrijft, het water buigzaam maarde geheele hoeveelheid (12 op 1) ineens bij te voegen. —- De koking bij mucilago semintm cydoniorum is geheel overbodig. Koude trekking onder gedurige omschudding van 1 deel semen cydoniorum met 50 deelen water, geeft een voldoend dik kweepittenslijm. Om mucilago sem. cydoniorum onmiddellijk te kunnen bereiden , herinneren wij aan den voorslag van Selle (zie N° 40 van den Derden Jaargang), bestaande daarin, dat men het door koude trekking verkregen slijm bij eene zachte warmte op borden uitdroogt. 1 Grein dezer droge zelfstandigheid in 2 oneen water opgelost, zal een dikvloeibaar slijm vormen. . Infusa. Onder de praeparaten, die inde apotheken lastig te bewaren zijn, behoort het infusum rhei aquosum {tinctura rhei aquosa). Indien men het voorschrift der Pharmacopoea Neerl. nauwkeurig volgt, vooral niet langer dan 2 uren digereert en de nieuw bereide tinctuur geheel afgezonderd houdt van hetgeen er bij eene vorige na eenig staan is overgebleven , bereikt men nog het best zijn doel. In vele tijden des jaars wordt echter hét praeparaat slechts zelden voorgeschreven en weerstaat het eené lange bewaring niet. Verkieslijk zou het, onzes inziens, zijn, indien voor die tijden en voor kleine plaatsen eene tinctura rhei aquosa ex tempore parata werd opgegeven , zooals zulks m de Hanoversche Pharmacopoea voorkomt. Het voorschrift hiervan naar de sterkte dér tinctura rhei aquosa onzer Pharm. Neerl. berekend, zou kunnen luiden : lts ; extracti rhei part. 20, ; carbonatis kalici part. 15, aquae depuratae, cinnamomi aa part, 240. Solve et filtra. Wenschelijk ware eene algemeene formule voor de veelgebruikelijke Aqua laxativa Viennensis , die wel verwisseld wordt met het infusum sennae compositum der Pharm. Boruss. De beste formule voor Aqua laxativa Viennense. dunkt ons te zijn: Ro: fol. senn. alexandr. part. 4, ' mannae sicilianae part. 8 , fruot. ooriandri, tartr, kalico-natrici aa part. yia. Infunde cum sulï. quant, aquae ad col. part. 4.
Mededeellngen. Ingebonden stukken. Weledele Heer! Wanneer ge het der moeite waardig acht, het onderstaande in uw Weekblad te plaatsen, dan verzoek ik ÜEd. daaraan eenige ruimte te verleenen. Het is mijn doel niet, om eenige kritiek te willen uitoefenen over het onlangs te ’s Hage gehouden hulpapothekers-examen, de recensent van dat examen is mij onbekend, terwijl ik evenmin de, op die recensie recenseerende, heeren d. H. en v. T. ken. Met hen ben ik het evenwel eens, dat de door de Regeering benoemde Commissiën volkomen vrij en bevoegd moeten zijn, om het door hun af te nemen examen zóódanig in te richten als zij vermeenen te behooren. Dat zoowel hier, als te ’s Hage, geene hoogere eischen aan de candidaten gedaan zijn, dan met de billijkheid overeen te brengen waren, daarvan zal elk overtuigd zijn, welke die examens heeft bijgewoond. Maar geheel anders is het, wanneer de recenseerende heeren d. H. en v. T. vermeenen, dat beoordeelingen, en des noods veroordeelingen , onvoegzaam en ongepast zouden zijn; daartegen zou ik en zeker velen met mij, die dat schoone prerogatief op prijs stellen, protest aanteekenen. Zouden de heeren d. H. en v. T. den goeden ouden tijd terug wenschen, waarin bij zoovele hoogere en lagere collegiën, achter behoorlijk geslotene deuren» zóóveel beknutseld werd? Onder het getal bevoegde beoordeelaars, behooren naar mijn inzien, in tegenstelling der heeren d. H. en v. T., juist Pharmaceuten, en kan het bespreken vaneen gehouden examen voor den aanstaanden candidaat, die zijne zaken weet, niet onaangenaam wezen, want I°. waarborgt hem de publieke opinie, die krachtige censuur, voor verkeerde knutselarijen. 2°. vereert hem de met glans doorgestane vuurproef des temeer , en 3°. voorkomt het scheeve en verkeerde oordeelvellingen over de examineerende Commissiën. Zoodat juist het omgekeerde van de Heeren d. H. en v. T. zal plaats hebben en eene goede recensie, nolens volens, tot een goed doel leiden moet. Is de oplossing der vraag aan den candidaat voorgelegd omtrent het onderscheid tusschen den mannetjes- en vrouwtjes-bloedzuiger, dan heeft men daardoor den candidaat wellicht een oogenblik ontspanning willen geven; en hem zeker een glimlach ontlokt. Het is dikwijls moeielijk ironie van ernst te onderscheiden, waarom ik dan ook geloof, dat de recenseerende heeren d. H. en v. • T. zich zelf aan ironie schuldig maken, wanneer zij ■ de gestelde vraag willen voorstellen, „als doelende tot 1 „beproeving der scherpzinnigheid van den candidaat/’ Was het mij vergund eene op- of aanmerking te maken omtrent de gehoudene examens, zij zoude deze zijn, „dat het door den candidaat te doen examen te „groot van omvang is om ineens te doen”, waarin wellicht gedeeltelijk de minder goede beantwoording van de ge-