en artsen ij bereidkuust, zal welbij niemand zoo hoog zijns gespannen geweest, dat hij zich reeds na een anderhalf- t jarig tijdperk inde stoffelijke welvaart en het gehalte (3 der Apothekers verandering zal hebben voorgesteld. Jaren c achtereen is het bederf inde pharmacie hoe langer zoo die-
per doorgedrongen , terwijl de kuur tot genezing, die door t onze geneeskundige wetten op haar wordt toegepast, met t hare vele overgangsbepalingen slechts een langzamen tred t houdt. Er zullen nog véle jaren verloopen (laat ons stel- r len een 10- a 12tal jaren), eerde weldadige invloed ( der nieuwe bepalingen duidelijk zal kenbaar worden. In ons 1 leeft de vaste overtuiging, dat de betere tijd zal komen, een i tijd, dien wij ipisschien in zijne volheid niet zullen beleven, maar dien wij als eene kostbare pharmaceutische erfenis aan onze kinderen hopen achter te laten. Dien beteren s tijd staat nog een tal van grieven inden weg, waarvan wij eenige aan eene nadere beschouwing willen onderwer- i pen. Wij willen opvolgend bespreken : 1 1. den vreemdsoortigen bijhandel inde apotheek, 2. het verschil inde berekening der geneesmiddelen , i 3. de buspraktijk. 4. Be vreemdsoortige bijhandel inde apotheek. Wij ontvingen dezer dagen de volgende missive uit Leeuwarden: „Geachte heer en redacteur, „Met genoegen verneemt men algemeen de pogingen „tot verheffing van den stand des apothekers. Doch misschien zal in uw weekblad de vraag kunnen worden op„gelost, hoe dat mogelijk zou kunnen zijn , zoolang apo„thekers nog potlood, lampolie, pomade, stijfsel, blauwsel „enz. in hun wapen rondvoeren. Men zal het publiek „toch moeilijk achting als wetenschappelijk man kunnen „afdwingen (al is hij ook nog zoo ervaren) voor een schoen „smeer-, blauwsel- of lampolie-kramer. Het zijn im„mers waarlijk toch , en zullen het alzoo altijd blijven , „de geëxamineerde kruideniers, volgens denbeer J.B.Na*„gelvoort. Eene oplossing hiervan zal aangenaam zijn aan Ben lezer van uw weekblad.” Wat zullen wij tot deze dingen zeggen ? De vreemde bijhandel inde apotheek is op vele plaatsen een oud o-ebrek. Apotheek en gecombineerde handel in drogerijen en verfwaren dagteekent in sommige firma’s van meer -dan eene eeuw her. Inde betrekking van apotheker, hoe zuiver ook voorgesteld , is het drijven van handel besloten ; is hot wonder , dat, waar de neiging tot handeldrijven sterk ontwikkeld was, de handelsgeest zich allengs verder uitstrekte tot drogerijen en'van drogerijen tot verfwaren enz. ? Toen in lateren tijd de meer hygiënische richting de polypharmaoeutische geneeswijze van den ouden tijd verdrong, kostte het den apothekers, in een getal onevenredig naar de bevolking toegenomen, moeite door middel der zuivere apotheek inde beboetten van hun gezin te voorzien, de nood deed andere middelen voor het levensonderhoud aangrijpen en men zag op vele plaatsen den vreemdsoortigsteu bijhandel inde apotheken drijven. Het ergst openbaarde zich dit ver-
schijnsel, waar geen bepaalde drogisten gevestigd waren, temeer, omdat de apotheker meestal de betrekking van drogist in zich vereenigde en daarvan een afzonderlijk diploma bezat. Die bijhandel inde meest heterogene bestauddeelen, met de geneesmiddelen ineen en hetzelfde vertrek gemeenzaam geplaatst, is eene ernstige grieve inde apotheek , die echter, evenmin als andere, dadelijk kan worden weggenomen. Nog levert die bijhandel in onderscheidene apotheken eene wezenlijke bijdrage tot het levensonderhoud , eene bijdrage, die niet kan worden verlaten, voordat de geheele toestand verbetering heeft ondergaan. Onze nieuwe wetgeving verbiedt dien abnormalen toestand inde apotheken, waar zij in al. 2 van art. 3 van Wet IV verlangt, „dat de apotheker zijn beroep niet anders uitoefent, dan ineen uitsluitend daartoe bestemd gedeelte vaneen huis.” Alleen voor de bij de invoering der wet bestaande apotheken stelt zij in art. 34, als overgangsbepaling , dat vergunning tot afwijking dezer uitsluitende bestemming kan worden gegeven. Voor de toekomst is dus de zaak door de wet verzekerd, en het geneeskundig staatstoezicht heeft daarop achtte geven bij eene eventueele oprichting van nieuwe apotheken of bij het ondernemen vaneen heterogenen handel in apotheken, waar zulks niets plaats vond tijdens de invoering der wet. Blijven de handen flink aan de pharmaceutische examens gehouden en steeds niet anders dan goed onderleide, wetenschappelijke mannen tot de verschillende pharmaceutische graden toegelaten, dan zal veel wat tot heden onzen stand ontsiert, worden weggenomen. In die examens ligt onze toekomst besloten. Bij de zware eischen zal het tal pharmaceuten verminderen; daarvan moet eindelijk het gevolg zijn eene vermindering van het getal apotheken, eene vermeerderde welvaart inde overblijvende apotheken. Dit, gevoegd bij het hooger wetenschappelijk gehalte der apothekers, zal van zelf den heterogenen bijhandel doen opheffen. Waar zal die handel blijven? Wij meenen bij de toekomstige drogisten, die zich zonder examen en zonder controle allerwege zullen kunnen vestigen en naar hartelust glimmend smeer, boenwas en wat al met meer naar oude gerenommeerde recepten kunnen bereiden en verkoopen. Toestand der pharmacle inden Kerkdijken Staat. Een opstel van Schaeuffèle in het Journal de Pharmade beschrijft dezen toestand als zeer gunstig. Niemand kan zich aan de Pharmacie toewijden zonder philosophische studiën gemaakt te hebben. Men is verplicht gedurende een tal van jaren inden staat van élève te blijven. Door deze leerlingen wordt een bijzondere cursus gevolgd aan la Sapienza. Er bestaan twee examens, een voor apotheker eerste klasse en een voor apotheker tweede klasse. Het eerste examen wordt afgelegd voorla Sapienza, het tweede voor provinciale oommissiën. Alleen de apothekers eerste klasse hebben het recht de officinale geneesmiddelen te vervaardigen ; de apothekers