opbruising ontwijkt. De eene of de andere der oplossingen kan ook verwarmd zijn. Bij aanwending van droge enkelvoudig-koolzure potassa, waarvan men 5V8 deel zal noodig hebben, vindt geene opbruising plaats. De boven opgegevene gewichtsverhouding van de potassazouten tot het loodzont is gewoonlijk voldoende, om al het lood als koolzuur

loodoxyde neer te slaan. Men filtreert eene proef der vloeistof af en oververzadigt haar met verdund zwavelzuur. Blijft zij helder , dan bevat zij geen loodzout meer. Anderszins moet nog eenige oplossing van koolzure potassa worden bijgevoegd. De filtraties geschieden steeds door niet te kleine filtrums , die vooraf met gedestilleerd water natgemaakt zijn. Het beste filtrum is linnen op een tenakel gespannen en met een blad filtreerpapier bedekt. Linnen en papier worden dan met gedestilleerd water vochtig gemaakt en ook gedurende de filtratie, die tamelijk schielijk plaats heeft, aan de randen met gedestilleerd water bedroppeld. Het uitwassohen van het lood-praecipitaat geschiedt met gedestilleerd water. Tot zekerheid onderzoekt men nu nog het Altraat door middel van zwavelwaterstof op een mogelijk loodgehalte. Het wordt verder met verdund azijnzuur neutraal gemaakt, in porseleinen vaten uitgedampt enz. Op gelijksoortige wijze gaat men te werk voor de bereiding van azijnzure ammonia. Op 3 deelen loodsuiker wordt 1 deel kristallijne koolzure ammonia (die geen chloorammonium mag bevatten) of bijna 1Y2 deel van tot poeder vervallen ammoniakzout vereischt. Nadat het filtraat op zijne zuiverheid is onderzocht, wordt het met verdund azijnzuur neutraal gemaakt en op het waterbad tot aan het zoutgehalte der officinale oplossing verdampt. Aan het einde van het verdampen moet men het praeparaat met eenige droppels ammonia liquida neutraal maken. Bovenstaande hoeveelheden zullen tot omstreeks 6 deelen moeten gereduceerd worden om' eene vloeistof van 1,05 te leveren. Salpeterzuur kan volgens Kuhlmann voordeelig bereid worden door soda-salpeter met aluinaardehydraat te gloeien. Er ontwijkt salpeterzuur en ondersalpeterzuur (stikstofhyperoxyde), terwijl aluinaarde-soda (aluminiumzure soda) terugblijft. Deze verbinding kan door inleiding van koolzuur worden gescheiden in koolzure soda en aluinaarde, zoodat deze laatste telkens voor hetzelfde doel kan worden aangewend. Ook kiezelzuur zou met voordeel tot de ontleding van het salpeterzure zout kunnen worden gebezigd. Kieuw reagens op lijmstol (gelatine). Als zoodanig is door Carey Lea eene zure oplossing van salpeterzuur kwikzilveroxyde aanbevolen. Dompelt men een stuk gelatine in deze oplossing , dan neemt het langzamerhand eene intensief roode kleur aan en wordt na verloop van eenigen tijd in het reagens bij de gewone temperatuur tot eene roode vloeistof opgelost, die bij eenige minuten koken eene donkerder kleur verkrijgt.

Eene bijvoeging van chloorzure potassa ontkleurt de oplossing spoedig en maakt haar vuilgeel. Deze reactie op lijmstof gaat niet zeer spoedig en bij een gehalte van 0,5 procent gelatine inde oplossing heeft zij de grens harer gevoeligheid bereikt. Zij heeft echter vóór boven de gewone bekende reactie met galnoten-looizuur, dat dit reeds op zich zelf geel van kleur is, terwijl salpeterzuur kwikzilveroxyde eene kleurlooze oplossing geeft. Metagelatine vertoonde dezelfde reactie met het kwikzilverzout als de gelatine. Metagelatine werd door den schrijver bereid, door gelatine in eene koude verzadigde oplossing van zuringzuur 'te doen opzwellen, en daarmede zoolang matig te verwarmen, totdat de massa na bekoeling vloeibaar bleef. Dan werd zij met gepraecipiteerde koolzure kalk geschud, totdat al het zuringzuur afgescheiden was. Aceton wordt door Wiederhold als een algemeen oplosmiddel in plaats van alcohol en aether aanbevolen. Zoo is bijv. schietkatoen vrij goed in aceton oplosbaar. Door Johneton is als tegengift hij sublimaatvergiftiging bladgoud met jjzerpoeder gegeven , met het gunstige gevolg , dat bij een patiënt, die 2 scrupel sublimaat had ingenomen, weldra de ontrustende verschijnsels weken. De aanwending van dit tegengift zal het best geschieden door het bladgoud ineen mortier te gelijk met de limatura ferri te wrijven en het mengsel met eenig water aangemengd te doen nemen. De werking is gegrond op de afscheiding van metallisch kwikzilver, en kan bewezen worden door eene oplossing van sublimaat op eene kleine goudplaat te brengen en deze met eene ijzeren punt aan te raken, waarbij het kwikzilver aan de wanden van het goud aanslaat. Hager vermeldt bij de mededeeling, dat dit tegengift reeds vóór eenige jaren door Dr. Buckler is aangeprezen. Yoor het uittrekken der folia sennae met alcohol voor de species St. Germaiu voldoet volgens Dr. Wimmel eene weeking van 2 uren, waarin eene voldoende hoeveelheid hars aan de bladen onttrokken wordt, terwijl hun tevens de werkzaamheid en de groene kleur wordt gelaten. Yoor het schoonmaken van flesschen wordt door Kobinet gestooten glas aanbevolen, dat wegens de zuiverheid verre de voorkeur verdient boven hagel, zand enz. Plumbum foliatum (bladlood) wordt als verbandmiddel voor zweren aan beenen en voeten aangewend. Het dunste wordt daartoe genomen. Yóór het gebruik bestrijkt men het met rundertalk, emplastrum fuscum, 01. olivarum enz. Mixtura uit decoctum althaeae en kreosotum. Als bij" 1 drage tot de receptuur vinden wij in Hager’s Centralhalle het volgende voorval. 1 In eene apotheek te Berlijn was het volgende recept gereed gemaakt; 1 | decoct. althaeae nnc. 2, kreosoti gtt. Ya < i spirit, vini rectific. gtt. 2, M. D.