Phannacwitisch Weekblad
VOOR NEDERLAND. ONDER REDACTIE VAN R J. OPWIJRDA, Apotheker te lijmegen.
Het Pharmaceutisch Weekblad wordt eiken Zaturdag uitgegeven bij den Boekhandelaar D. B. CENTEN te Amsterdam. Prijs per jaargang, franco per post, ƒ4,50. Alle stukken, welke men in dit Blad wenscht opgenomen te zien, gelieve men franco in te zenden aan den Redacteur, onmiddellijk of onder couvert van den Uitgever uiterlijk vóór Woensdag te Amsterdam of vóór Donderdag te Nijmegen. Prijs der advertentiën: Van 1 tot 6 Regels / l.—, elke regel meer 15 Ots., behalve het zegelrecht.
2e Jaargang. | ZOAPAC , 1 April 1866. I
De visitatie van de winkels der drogisten. Bij de vergadering van onderscheidene geneeskundige raden is duidelijk het verlangen geopenbaard, om den tegenwoordigen toestand der thans gevestigde drogisten te bestendigen. Wij meenen, dat hiermede bedoeld wordt, hen te laten verkoopen volgens de lijst hun bij hunne admissie ter hand gesteld, echter met inbegrip der voorwaarde bij art. 4 van hunne instructie vermeld: „Zij „zullen geenerlei scheikundige praeparaten mogen verkoo„peu, welke alleen als geneesmiddelen gebruikt worden , „evenmin als eenigerlei artsenijmengkundige toebereidselen, „welke geene voorwerpen van den handel in het groot zijn ; „geene enkelvoudige geneesmiddelen vermengen , of recepten van geneeskunstoefenaren gereed maken.” (De fcandverkoop van sulphas chiuicus bijv. door drogisten, die als misbruik maar al te veel is ingeslopen, is hun dus volgens hunne instructie verboden.) —• De bestendiging van den bestaanden toestand is overigens niet anders dan billijk te noemen, vooreerst, omdat de drogisten een examen hebben afgelegd, maar ook ten anderen, omdat hunne winkels zullen gevisiteerd worden , hetgeen bij de toekomstige ongeëxamineerde personen, die enkel als groothandelaren in drogerijen zullen optreden, niet het geval is. Nu vernemen wij, dat het visiteeren der drogistwinkels door de vroegere provinciale of plaatselijke commissiën vaak een zeer verdrietig werk was, dewijl bij het maken van aanmerkingen steeds het antwoord gereed stond : „deze geneesmiddelen zijn niet voor menschen, maar voor dieren.” Bij de visitatie , die bij de nieuwe wetgeving ook de winkels der drogisten omvat, zal eene dergelijke uitvlucht niet meer baten. Hoewel inde wet geene bepaalde definitie van geneesmiddel is opgenomen, behooren daartoe toch voorzeker de zelfstandigheden uit de Pharm. Neerl., en reeds bij de instructie der drogisten wordt in het algemeen gesproken van voorwerpen, die ten geneeskundigen gebruike dienen, en van de vereischte kwaliteit en deugdzaam moeten voorhanden zijn. De commissie zal het recht hebben geneesmiddelen, die zij
inde drogistwinkels ondeugdzaam bevindt, af te keuren, want waartoe zou anders de visitatie dienen? Hoewel er nu geene afzonderlijke strafbepaling is opgenomen voor de ondeugdelijkheid der geneesmiddelen inde drogistwinkels , onderwerpt toch art. 34 van Wet IV de. drogisten, tegelijk met het handhaven hunner bevoegdheid , aan de bepalingen en dus ook aan de strafbepalingen dezer Wet. Dedecleellngen. Ingebonden stukken. OVER PORPHYRINE EN CHLOORCYANINE. Uiteen bast uit Australië van onbekenden oorsprong is het o. hesse gelukt, door middel van water twee nieuwe alcaloïden uitte trekken, die hij porphyrine en chloorcyanine noemt. De afscheiding van beide wordt daardoor bewerkstelligd , dat men het ingedikte extract met verdund zwavelzuur en met kwikchloride behandelt, waardoor het chloorcyaninezout wordt afgescheiden , terwijl het porphyrine in het geheel niet gepraecipiteerd wordt. Het porphyrine kristalliseert uit alcohol in dunne witte prisma’s, welker oplossing sterk bitter smaakt en alcalisch reageert. Met zwavelzuur en zoutzuur vormt het neutrale verbindingen van een’ bitteren smaak. Behandelt men de waterige oplossing met een weinig zuur (behalve salpeterzuur), zoo reflecteert zij het licht met eene intensief blauwe kleur. Met zuiver salpeterzuur geeft porphyrine eene zeer karakteristieke purperroode kleur. Het chloorcyanine is een volkomen amorph koffiekleurig poeder en wordt in dezen toestand slechts moeielijk door zuren en water opgelost, terwijl het, wanneer het de compacte eigenschap nog niet heeft aangenomen, in genoemde zelfstandigheden zeer gemakkelijk oplosbaar is. Het beste oplosmiddel is chloroform, hetwelk daardoor in het doorvallende licht bruinrood y éven als. broom, in het gereflecteerde licht echter/ntensief groen wordt. Het alcaloïde is zeer bitter, achij/t yfeïgiftig të weften, en reageert alcalisch. De fornAile, is =