commissie tot onderzoek van die geneesmiddelen uitmaken”, namelijk of deze alinea op almea 1 of op alm a 3 dit artikel slaat, met andere woorden op de vrsrtaUe n algemeen of op het onderzoek van afgekeurde ot v dachte geneesmiddelen. Het rechtsgeleerde hl gaf ah zijne bepaalde meening, dat het op almea 1, dus ophe onderzoek in het algemeen slaat, zoodat de leverancmr van de te onderzoeken geneesmiddelen geen hd siteerende commissie mag zijn. De meening dat alm. 4 enkel op het onderzoek der afgekeurde of verdachte geneesmiddelen zou slaan , berustte hoofdzakelrjk op de variatie der woorden: „visitatie” en „onderzoek maar aan deze meening werd de grond ontnomen door de opmerking, dat hetgeen hier in art. 13 van wet 1 „visteeren” Lt, in art. 24 van wet IV „onderzoeken *°[Jt Te geneeskundige raad werd gehoord overeen adres’ aan Gedeputeerde Staten vaneen geneesheer te Apeldoorn , die zich aldaar na de invoermg er nieuwe wetten gevestigd had en vergunning vroeg, om middelen te leveren, hoewel aldaar een apothdee. vestigd is. Met algemeene stemmen werd als advie aeseven • „de gevraagde vergunning te weigeren , dewijl er «•een enkele grond te vinden was voor de exceptie op den algemeenen regel, dat de geneeskunst van de artseniibereidkunst gescheiden moet zijn. 11 Met betrekking tot jongelieden, die geen ling-apothekers-examen gedaan hebben, werd de apotheek als de eenige gelegenheid besproken om de kennis en geschiktheid der receptuur aan te leeren Zij mo en geneesmiddelen bereiden, doch niet buiten tegenwooid – beid van den apotheker. Aan deze 4de klasse van personen inde apotheek zou ter onderscheiding de naam vai „kandidaat-leerling-apothekers” kunnen gegeven worden 12 Dewijl art. 4 van wet IV den apotheker verplicht de o-eneesmiddelen voorhanden te hebben, welke en zooals zij inde Pharm. Neerl. zijn aangegeven, werd gewezen op de onduidelijkheid en fouten inde Pharm. (vooral met betrekking tot de spec. gewichten). Aan de commissie benoemd tot voorloopige bepalingen _ omtrent de inspectie . werd deze opmerking ter overweging gegeven.

Verschilpunten inde Vharmacopoca neerlandica. Naar aanleiding der opmerking bij de eerste vergadering van den geneeskundigen raad voor Gelderland Utrecht geven wijde volgende punten uit onze Pharmac. op , die bij de visitatie tot verschillende opvatting kun nen aanleiding geven. . 1. Moet Acidum sulphuricum dilutum een spec. gewicht van 1,15 of van 1,115 hebben? 2. Moet Acidum hydrocyamcum aqua solutum 2 ot HCy bevatten ? , , . 3. Moet Acetum lithargyri een acetas plumbicus neutr. met'een spec. gew. van 1.18 (23 ofeen acetas plumbicus hasicws met een spec. gew. van 1,252 (29 graden, J4. Moet Tartras kalicus gf kvistalliseerd of in poedel

gehouden worden f De Latijnsche uitgave der Pharm. laat het punt onbeslist, hoewel men uit de beschrijving der bereiding den poedervorm zou afleideu ; de e eiduitsche uitgave spreekt van kristallen. 5 Moet Oxydum aethylicum cum alcohole (hquor Hottmanni) volgens het voorschrift der Pharm. bereid worden waarbij men een spec. gew. van 0,78 (40o) verkrijgt o moet het mengsel een spec. gew. van 0,819 (32») hebben, zooals de Pharm. voorschrijft? 15 Het spec. gew. van Succinas ammonicus pyro-ammalis inde Pharm. 1,23 genoemd, is kennelijk eene vergissing en moet ziin 1,05. . . 7 Wat heeft men in het voorschrift voor Pulvis Doven onder opium depuratum te verstaan? (Eene zeer bekende kwestie!) . . , , 8 Moet Vinum tartratis kalico-fernci naar het voorschrift der Pharm. bereid er op na gehouden worden waarbij men een tartras kalioo-ferrow. verkrijgt, die we – dra iu hoogere oxydatie overgaande, tot spoedig be van het praeparaat aanleiding geeft, of moet eene oplossing van reeds dadelijk gevormd tartras kahco-femoM m den artsenij voorraad gevonden worden ? 9 Is de buitengemeene sterkte van den alco o (a solu'te alcohol) voor Tinctura aloës composita (Elixir proprietatis) een volstrekt vereischte? , . 10 Welke acetas plumbicus hquidus (de neutrale met het te o-eringe spec. gewicht of de basische met het verlangde spec. aewicht) moet voor Unguentum aeetatis plumbici en Unguentum oxydi cobaltici (cobaltosi) genomen worden . Onze lezers zullen zich herinneren, dat wij alle deze ounten in ons Weekblad besproken hebben , zoodat wij Lnue meer uitgebreide omschrijving thans achterwege laten. Voor het aanwijzen van mogelijk meerdere verschilpunten houden wij ons aanbevolen. jj^deeltn sfikkeiiK A.QDA PHAGADAENICA , PHARM. BELG. Dewijl het Supplement op de Pharmacopoea Neerlandica uigegeven door het departement Rotterdam dei Neder. M.ató.ppS *«*•<•• d“ Pl"“’ als leiddraad wordt gebruikt, heeft men ons verzocht op-1 merkzaam te maken op het groote verschil m sterkte van he i voorschrift, dat aldaar onder bovenstaanden naam voorkom . I met het oorspronkelijke voorschrift m de Pharmacopoea I Bel-dca. Inde Pharmac. Belg. vindt men opgegeven 8 i scrupel chloretum hydrargyricum op 13 oneen aqua ca – I eis (dus 1 deel op de 14. dealen) , terwijl m sup! plement eene verhouding staat te iczen ''au deelchl return hydrargyricum op 96 dealen aqua cdcis. Onze I 7,,11en wel met ons van meemng zijn, dat het collega s zullen wei n _U4) moet eens officiëele voorschrift dei Phaim. wei0. U > gevolgd worden. . ontwikkeling van WATERSTOF door MIDDEL van SODIHM. Voor eenigen tijd vermeldde Prof. Böttger , dat hem een ongeluk was overkomen bij de bekende collegieproef, o ! sodiucu in eene buis te, brengen , ten einde de waterouf