Pharmaceulisch Weekblad

VOOR NEDERLAND. ONDER REDACTIE VAN R. J. OPWIJRDA, Apoftheker te Nijmegen.

Het Pharmaceutisch Weekblad wordt eiken Zaturdag uitgegeven hij den Boekhandelaar D. B. CENTEN ie Amsterdam. Prijs per jaargang , franco per post, ƒ4,50. Alle stukken, welke men in dit Blad wenscht opgenomen te zien, gelieve men franco in te zenden aan den Bedacteur, onmiddellijk of onder couvert van den 'Uitgever, uiterlijk vóór Woensdag te Amsterdam of vóór Donderdag te Nijmegen. Prijs der advertentiën: Van i tot 6 Regels ƒ1.—, elke regel meer 15 Cts., behalve het zegelrecht. 2e Jaargang. | ZODTMG, I I Januari 1866. j 1?°- 3g.

Ingevolge art. 7 van Wet I heeft de Minister van Binnenlandsche Zaken tegen den 16<ten dezer de inspecteurs bijeengeroepen ter overweging der aangelegenheden, aan het geneeskundig staatstoezicht onderworpen. De Minister is volgens hetzelfde artikel bevoegd, ook andere deskundigen roet raadgevende stem tot deelneming aan die bijeenkomsten uitte noodigen. Mogen leden of plaatsvervangende leden van den geneeskundigen raad leveranciers lijn van geneesmiddelen aan apothekers en aan geneeskundigen, tot het leveren van geneesmiddelen bevoegd ? Wet I, art. 13 al. 4. Deze vraag is bij de benoemingen van den geneeskundigen raad meermalen ter sprake gekomen en ontleent haren oorsprong aan de laatste alinea van art. 13, luidende: „De leveranciers van de geneesmidde„len die onderzocht worden mogen geen deel van eene «commissie tot onderzoek van die geneesmiddelen uit,,maken.” Sommigen hebben gemeend, dat dit verbod sloeg op het visiteeren der apotheken, terwijl het echter zoowel uit den zin als uit het verband met de voorgaande alinea blijkt, dat het alleen betrekking heeft op het onderzoek van die geneesmiddelen , welke door de visiteerende commissie afgekeurd of verdacht bevonden en, bij het niet erkennen der ondeugdelijkheid door den apotheker, tot een nader onderzoek aan den inspecteur ter hand gesteld zijn. De inspecteur wijst dan tot dit nader onderzoek drie leden of plaatsvervangende leden van den geneeskundigen raad aan , een geneeskundige en twee apothekers. Geen leverancier van de geneesmiddelen , welke nader onderzocht worden , mag een deel van die commissie tot onderzoek uitmaken. Men zou dan immers rechter worden in zijne eigene zaak. Wenschelijk ware het echter, dat de leden of plaatsvervangende leden van den geneeskundigen raad geene

leveranciers waren van geneesmiddelen aan apothekers of aan geneeskundigen tot het leveren van geneesmiddelen bevoegd. Dan was zelfs elke schijn van partijdigheid vermeden. Daarbij , merkte de Commissie van Rapporteurs in haar verslag op, bepaalt zich zoowel de apotheker, als de apotheek houdende geneeskundige gewoonlijk niet tot een enkelen leverancier, maar neemt geneesmiddelen van verschillende apothekers. Hij zal dien ten gevolge veelal zelf niet weten, van wien hij het te onderzoeken geneesmiddel, welks deugdelijkheid betwist wordt, ontvangen heeft. Hoe zal dan met voldoende zekerheid worden uitgemaakt, of de met het onderzoek belaste apotheker al dan niet leverancier is? Bovendien, voegden sommigen erbij, zal de eene apotheker den anderen verschoonend behandelen, daar de beurt morgen aan hem kan komen, en degene , die heden controleert, in het vervolg de gecontroleerde persoon zal worden van denzelfden persoon, wiens apotheek hij te onderzoeken had, De Minister repliceert dat hem wegens de enkele uitzonderingen de bedenking niet overwegend schijnt en hij de handhaving der bepaling gerust aan de geneeskundige inspecteurs durft overlaten (Geneesk. Wetten pag- 185 en 186). De heer Idzerda zag het gevaar niet in , waarom een apotheker, lid van den geneeskundigen raad, geen leverancier van geneesmiddelen zou mogen zijn wij stemmen hem echter niet toe , dat meest alle apothekers leveranciers zijn van geneesmiddelen aan geneeskundigen , bevoegd tot het leveren van geneesmiddelen (Geneesk. Wetten pag. 173). Het zou op den duur veel bezwaar opleveren steeds apothekers voor den geneeskundigen raad te vinden, die geene leveranciers zijn , maar onuitvoerbaar is de maatregel niet; en indien wij het oog slaan op de laatst van apothekers als leden of plaatsverymgendtlMedeft-jVlan meenen wij, dat de bepaalde -«et sterk vertegenwoordigd zijn. \ ;