Eindelijk voegen wij hier nog bij, dat eene naauwkeurige sluiting der flessohen , waarin het collodium bewaard wordt, zeer is aan te bevelen. Het is ons bij ondervinding gebleken, dat collodium bij minder naauwkeurige sluiting door verdamping van, den aether te dik geworden, maar door bijvoeging eener nieuwe hoeveelheid aether verdund, veel in waarde verloren had.

Uittreksels uit binnen- en buitenlands che tijdschriften. Methode om de aanwezigheid van zwavel in oplossing en scheikundige verbinding te herkennen. Deze methode, door Dr. Hager opgegeven, berust op het overbrengen van de zwavel in zwavelwaterstof door middel van waterstof in üatu nascenfi. Uitgenomen bij eenige verbindingen der zwavel met de zuurstof, bijv. bij het zwavelzuur, ontstaat inde meeste gevalle» te gelijk met de waterstof zwavelwaterstof en, is er tevens wijngeest aanwezig, ook aethylmercaptan of zwavelwaterstof-zwavelaethyl: (C4 Hs S + HS). Men herkent het ontstaan der zwavelwaterstof aan het zwart worden van filtreerpapier met eene oplossing van loodsuiker doortrokken of van eene verdunde oplossing van loodsuiker. Men gaat tot het onderzoek op de volgende wijze te werk. Men brengt in eene niet te naauwe reageerbuis verdund zuiver zwavelzuur in eene genoegzame hoeveelheid en vervolgens het ligchaam, hetwelk men op zijn gehalte aan zwavel onderzoeken wil. Van zwavelkoolstof, vlugtige mosterdolie, is \ droppel, van vette mosterdolie zijn 100 droppels, van raapolie 150 droppels voor het onderzoek noodig. Nadat men het zuur met de zwavelbevattende zelfstandigheid krachtig heeft doorgeschud, voegt men er een stuk zuiver (zwavelvrij) zink bij. Heeft de ontwikkeling van waterstof niet spoedig genoeg plaats, dan verwarmt men zacht, en leidt ook dit niet tot het doel, dan moet men er platina in draad of als plaat in brengen, hetwelk met het zink in aanraking gekomen , de werking van het zuur op het zink opwekt. Men bedekt de opening der reageerbuis met eene schijf filtreerpapier, die met eene oplossing van loodsuiker is bevochtigd en plaatst nu den toestel inde schaduw. Naar gelang de hoeveelheid aanwezige zwavel grooter of kleiner is, zal de papieren schijf vroeger of later eene bruine of zwarte kleur vertoonen. Bij de proef met zwavelkoolstof moet men —7) uur, met vette mosterdolie dikwijls 2—3 uren, met raapolie 4—B uren wachten, eer dat de reactie in het oog valt. In gevallen van langere tijdruimte bevochtigt men het papier, dat met loodsuiker doortrokken is, nu en dan met een droppel water. Het schijnt niet raadzaam in plaats van het zwavelzuur voor de ontwikkeling der waterstof chloorwaterstofzuur aan te wenden, want het bleek bij eenige proeven, dat het loodpapier alsdan altijd eenigzins bruinachtig werd, al bevatte de onderzochte stof volstrekt geen zwavel. Door deze methode ontdekte Hager onder anderen in lijnolie vette olie van mosterdzaad, welke bijmenging in technisch opzigt wel geen schade zal doen , maarde lijn-

olie voor pharmaceutisch gebruik ondienstig zou maken, daar zij alsdan wegens haar gehalte aan de aetherisohe mosterdolie, bijv. bij brandwonden, prikkelend werken zou. ij De ontkleuring, die lakmoestinctuur van zelve onder-1 gaat, is volgens Meunier toe te schrijven aan een desoxydatieproces. Brengt men toch lakmoestinctuur met wa- ■ terstof in statu uascenti in aanraking, dan geschiedt de ■ ontkleuring binnen vijf minuten, terwijl de ontkleurde!, vloeistof onder een oxyderenden invloed, door schudding faan de lucht, hare oorspronkelijke kleur terugkrijgt, i Meunier meent, dat de van zelf ontkleuring der lakmoes-j tinctuur wordt veroorzaakt door mikrophyten , die be-; hoefte aan zuurstof hebbende, deze ontnemen aan de vloeistof, die hen omringen. Zijne meening is gegrond op ] de waarneming van kleine vegetaties inde flesschen, terwijl de ontkleuring wordt verhinderd door bijvoeging van i antiseptische middelen , zooals alkohol en kwikzilver- * chloride. Lemaire heeft het phenylzuur als een uitmuntend desinfecterend middel in therapeutisch gebruik gebragt. Volgens Déclat is de uitnemend gunstige werking van alkohol en' vooral van het phenylzuur bij wonden bijzonder daaraan1 toe te schrijven, dat zij de kiemen vernietigen der schim-' melplanten, mikrophyten en mikrozoaren, die inde weef- : seis dringende, de oorzaak zijn der verschillende puru-! lente toestanden. Hij beschouwt het phenylzuur als een tegengift, dat hij uit- en inwendig aanwendt telkens, wanneer hij eene desorganiserende werking, eene specifieke ' of putride aandoening meent waar te nemen. Volgens zijne overtuiging toch ontstaan de aanstekende ziekten door eene vergiftiging, die dooreen plantaardig of dierlijk wezen medegedeeld, of op eene meer algemeene wijze in het menschelijk ligchaam aangebragt wordt, en zijn deze ziekten de uitwerksels vaneen gelijksoortig proces, als de rotting , gisting, enz. Syrupus chinae ferruginatus. (Sirop de quinquina ferrugineux) van De Couppey, Apotheker te Parijs, . extract, alcob. cort. peruv. lox. . part 18 , n » » aurant ... * 12, pyrophosph. ferric. citrico-ammon. » 30, syrup. simplic ” 2000 , sacchari atbi " 666, > aquae destillatae » q. s. Men lost den pyrophosphas ferrious citrico-ammoniaealis in het dubbele gewigt gedestilleerd water op en voegt de oplossing bij IÜOO deelen syrupus simplex; inde overige 1000 deelen stroop wordt het extract, aurantiorum opgelost. Men verdunt het extractum cort. peruv. met zooveel gedestilleerd water, dat het, na een kwartier uur gekookt te hebben en door eene zeef of doek te zijn gezegen , eene genoegzame hoeveelheid vloeistof oplevert , om de 666 deelen suiker tot 1000 deelen stroop op te lossen. Men vermengt de oranjeschillenstroop koud met de fcinastroop, voegt er vervolgens de ijzerstroop bij , en eindelijk 30 deelen tinctura aurantiorum. Men verkrijgt op deze wijze eene heldere stroop, die volstrekt geen bezinksel geeft en een aangenamen smaak bezit.