de aftredende Secretaris , de Heer A. K. W. C. E. Pischer,

is in die betrekking door den Heer J. Garrer vervangen en de maandelijksche vergaderingen thans ineen der lokalen van het hotel den Burght gehouden, werden over het algemeen getrouw bezocht. Aiogl ook al het daar verhandelde even als ten vorige jare, niet altijd belangrijk genoeg geacht worden, om ter plaatsing inde Berigten der Maatschappij te worden opgenomen of soms op verlangen van den Spreker er aan onthouden zijn, toch waren die avonden aan de belangen der Pharmaeie gewijd, niet onvruchtbaar aan menige wetenswaardige mededeeling op het gebied der kunst en leverden steeds het bewijs van de goede harmonie der apothekers onderling alhier. Rotterdam. Bij den aanvang van het Maatschappelijk jaar bedroeg het getal leden des Departements 33; waaronder slechts éen buitengewoon lid geteld wordt. Wij smaakten spoedig het genoegen, dat eender leden, de heer J. Snoep Jr., die om voortdurende ongesteldheid zijn ontslag had genomen, door verbeterde gezondheid hieraan geen gevolg gaf, maar met vorige belangstelling zijne plaats weder bij ons innam; echter staat ons nu het verlies van drie leden te wachten, zijnde de heeren A. Robertson, G. J. Jacobson Abz., thans te Goes woonachtig, en «T. G. D. Quant, die ook deze stad heeft verlaten. Wij kunnen ons echter verheugen inde onlangs plaats gehad hebbende toetreding der volgende kunstbroeders, de heeren J. H. van den Bogaard, L. Wigman (welke laatste vroeger lid was, doch om huiselijke omstandigheden voor het lidmaatschap bedankt had) en de heeren H. Maas en G. Post van der Burg, twee te Schiedam wonende jonge Pharmaceuten. Met voldoening gaat het Departement de toekomst tegemoet, daar wij voor het Maatschappelijk jaar 1861/62, 35

113