Om deze eigenschappen worden deze dieren dan ook door verschillende natuurkundigen „polythalamia„foraminifera” of „rhizopoda” genoemd. De schalen dezer dieren vermengen zich na den dood van het weeke dier met het zand van den bodem der zee en kunnen hierin met het gewapende oog in grooten getale gevonden worden. Na de Leden alzoo met de natuur van de geleefd hebbende krijtdiertjes bekend en op de drie hoofdvormen, namelijk: de meer ronden (Rotalia) de < kegelvormigen (Textularia) en de slakkenhuisvormigen (Flanulind) opmerkzaam gemaakt te hebben , toonde jj spreker door middel van het mikroskoop, zeer schoone krijt-praeparaten> afkomstig van het mikroskopisch instituut van Engel en Co. te Zurich. Hier waren de drie genoemde hoofdvormen zeer schoon en duidelijk zigtbaar , en toen nu deze mikroskopische objecten met de oorspronkelijke Ehrenberg’sche al* beeldingen uit de Berigten van de Berlijnsche Academie, die spreker gelegenheid had te vertoonen, vergeleken werden , trad de volmaakte overeenkomst duidelijk te voorschijn, < en zag men de overblijfsels der dierenwereld, die zulk een belangrijk deel aan de vorming van onze aardkorst hebben genomen en wier' schelpachtige omhulsels nog de moeijelijk te bestijgen krijtbergen, de kerkhoven vaneen ons denkvermogen te bovengaand getal mikroskopische wezens, daarstellen. Ten slotte deelde spreker mede dat, indien men krijtpraeparaten zelf wilde vervaardigen, men, op voorschrift van Ehrenberg, grof geschraapt krijt, eenigen tijd onderwater of alcohol moet laten verkeeren, om alle luchtdoelen uitte drijven, vervolgens op een objectief glaasje uitbreiden en eindelijk met terpentijnolie of Canada-balsem bedeelen, wanneer men onder het mikroskoop wel veel gruis, maar bij eenig geduld toch ook schoone, onbeschadigde krijtschelpjes zal waarnemen.
68