3. Over de manier van Mitscherlich om phosphorus te bepalen. Dankwoith maakt opmerkzaam , dat men bij het aanwenden dezer manier indachtig moet zijn, dat de onderzocht wordende stoffen geen zwavel (soms afkomstig van lucifers) bevatten, want dat er dan geene zuivere phosphorus , maar ook zwavelphosphorus overdestilleert. (Archio der Pharm., Nov. 1860.) 4. Over het aanwezen van phosphorstoffen inden dampkring. Barral heeft aangetoond, dat het regenwater van Parijs en van Brunay bij Parijs phosphorus bevat en waarschijnlijk inden dampkring voorkomt als phosphas calcicus (stof van rotsen) en als hydrogenium phosphoratum , ontstaan uit de ontleding van dierlijke stoffen. (C'osmos, Nov. 1860.) 5. Over de bereiding van zuurstof door sulphas zincicus en acidum sulpkuricum; door H. Sainte-Claire Deville en Debray. Sulphas zincicus is eene stof, die men in vrij groote hoeveelheid verkrijgt bij het opwekken van electriciteit en die bijna zonder gebruik is. Op de volgende wijze kan men al zijne elementen nuttig aanwenden. Men calcineert de sulphas zincicus ineen aarden vat, waardoor men een wit oxyde verkrijgt, dat bij het schilderen gebruikt kan worden; verder ontstaat er zwaveligzuur, waaruit men het in gebruik zijnde sulphis natrieus kan verkrijgen en eindelijk zuurstof. Het geconcentreerde zwavelzuur wordt bij eene zachte roodgloeihitte omgezet in zwaveligzuur en zuurstof. Deze manier goed aangewend levert eene zeer goedkoope zuurstof. (Cosmos ,30 Nov. 1860.) Vervolgens deed de Heer van der Burg eenige wetenschappelijke mededeelingen met proeven opgehelderd en sprak: 1. Over eene gemahJcelijke en eenvoudige manier om glazen voorwerpen te verzilveren, volgens Dr. Web er. Eene matig verdunde oplossing xan nitras argenticus wordt in het te verzilveren voorwerp, bij voorbeeld* eene glazen buis gedaan en daarbij zoo veel ammonia liquida gevoegd, tot dat het eerst
65