van den handel alleen aan den invloed van het carboniutn onderwerpt. Maar indien men het ijzer vooraf door ammonia azoteert, vermijdt men het ontstaan van gietijzer, zoo lang er een overvloed van azotum in het ijzer blijft, en men brengt alsdan regelmatig staal voort met een eenvoudig carburerend element. Het carboniutn en silicium kunnen elkander eveneens vervangen inde staal vorming. Wanneer het ijzer een dezer twee elementen bevat, kan het azotum alleen of zelfs de phosphor in het metaal de eigenschappen van het staal te voorschijn roepen. Men weet dat vele soorten van ijzer met houtskool bewerkt en opmerkelijk door hunne groote taaiheid, eenige duizendsten silicium bevatten. Door de werking van het azotum verloor het siliciumhoudend ijzer zijn vezelige textuur en verkreeg een korrel, die met het beste pouddle-staal kon vergeleken worden. Dit siliciumhoudend staal laat zich gemakkelijk smeden, zijn korrel trekt zich zamen door de draadtrekking en door de harding verkrijgt het eene aanmerkelijke hardheid. Op dezelfde wijze werd ijzer bij aanwezigheid van eene verbinding die borium kon leveren geazoteerd en er werd een boriumhoudend staal gevormd, dat eenige overeenkomst bezat met siliciumhoudend staal. De schrijver bestudeert nog de werking van den phosphor op carbonium-, silicium- of boriumhoudende ijzers en kon reeds eene werking mededeelen, welke met die van het azotum te vergelijken is. Ten slotte vertoonde Drémy aan de Académie de staalvormende azotumhoudende zelfstandigheid, door hem door middel van bichloretum cupricum uiteen gesmolten staal van eerste qualiteit afgezonderd en ontleedde deze bijzondere zelfstandigheid. Bij verhitting en aan de werking vaneen alcali blootgesteld, ontwikkelde dit ligchaam overvloedige ammoniakale dampen en te gelijk vlugge stinkende carbonium-verbindingen. Deze staalvormende stof kan dus niet verward worden met carbonium.

345