Ter isolering van de volgens bovenvermelde onderzoekingen genoemde vreemde stoffen, wordt de moschus , met water geslibd of met verschillende oplosmiddelen behandeld , waarbij het noodig is de oplosbaarheid der echte moschusmassa in het water enz. te kennen. Bij het onderzoek der oplosbaarheid heeft Bernatzik de volgende resultaten verkregen. Yan volkomen uitgedroogden echten moschus lost heet water door herhaalde en langdurige behandeling b5 pCt. op , en eene oplossing in circa 20 deelen water is roodbruin van kleur, eenigzins lijvig en daardoor moeijelijk te filtreren en zwak zuur. Deze oplossing vertoont verder de volgende reacties : Alcohol en ether maken ze niet troebel en daarmede geschudden ether zondert zich bijna ongekleurd weder af. Al de minerale en organische zuren bewerken daarin een overvloedig vuilbruin praecipitaat, dat zich schielijk afzondert en de vloeistof roodachtig geel gekleurd overig laat. Eveiizoo verhouden zich loodsuiker, loodazijn, ijzeroxydzoulen, tinchlornur, nitras hydrargyrosus, uitras argenticus, sulphas cupricus, chloretum platinicum, aluin en chlorelum barycim. Chloretum hydrargyricum veroorzaakt niet eens eene bemerkbare troebeling. Bijlende en koolzure alcalièn kleuren de oplossing slechts een weinig donkerder. Ammonia , kalkwitter en looizuur bewerken slechts eene geringe troebeling; de laatste zelfs eerst dan, wanneer men ze overvloedig toevoegt. Absolute alcohol lost van den gedroogden moschus , zelfs bij herhaalde behandeling inde warmte , slechts 25 pCt. op. Het overschot is slechts lichtgrijs gekleurd met eene bruinachtige tint; de verzadigde oplossing daarentegen is geelachtig in ’t roodachtige spelend en zondert bij verwarming een wit zacht vlokkig ligchaam af. Water maakt dan de oplossing in alcohol niet troebel. Waterbevattende alcohol lost van den moschus des temeer op, hoe meer water dez§ bevat. Ether en chloroform lossen nog veel minder van moschus op dan absoluten alcohol.

286