bedient. Geiger en Mohr hebben deze maatregel in Pruissèn doen aannemen, waar men de waters bewaard in kleine zwarte flesschen met ingeslepen stop.

Intusschen levert ook dit middel vooral voor bitteramandelen lauroceris-water , welke vrij acidum prussicum bevatten, onvolkomen resultaten. Desehamps heeft opgemerkt, dat het lauroceris-water, dat gedurende een jaar op genoemde wijze bewaard was , bijna van zijne kracht verloren had. Hij heeft aangeraden, om bij 500 grammen van dit water een droppel zwavelzuur te voegen , welk zuur, zoo als men weet, de eigenschap bezit om het acidum prussicum te fixeren. Eene manier die men niet genoeg kan veroordeelen en die men in onze dagen weder heeft getracht in gebruik te brengen , is de toevoeging van alcohol bij de gedestilleerde wateren. Inde pharmacopoea van Virey (1811) zien wij, dat in vroeger tijd de destillateurs in Provence de gewoonte hadden 3 pCt. alcohol bij hunne gedestilleerde wateren te voegen, met het doel ze langer te conserveren. In Engeland gebruikt men het middel inde verhouding van 31' a 4 pCt., en in Pruissen beveelt Dr. ïïager de alcohol aan tot eene hoeveelheid van 10 en zelfs 20 pCt. Deze laatste hoeveelheid bezigt men bij het aqua Lactucae, waarvan dan toch de eigenschappen zeer moeten gewijzigd worden, daar men aan dat water calmerende eigenschappen toescbrijft. Deze methoden verdienen te regt afkeuring, daar men op die wijze de hydrolaten in alcoholaten verandert. Yan al de wijzen van conservatie die men heeft aanbevolen, schijnt ons die, welke de Be y s in 1846 in het Repertoire de Pharmacie t. 2. p. 360 heeft bekend gemaakt, de meeste aandacht te verdienen. De schrijver raadt aan om kleine en goed gesloten flesschen in kokend water te plaatsen en op het oogenblik dat het gedestilleerde water tot aan den hals gestegen is en er zoo zou uitloopen, de flesch er uit te nemen en onmiddellijk er de stop langzamerhand hermetisch sluitend op te plaatsen.

283