Ten einde eene tegenwerping te voorkomen, die men tegen de te groote sterkte der gedestilleerde wateren zal opwerpen, zoo zou men het voorbeeld van sommige pharmaeopoeae kunnen volgen, die bij voorbeeld het aq. flor Aurant. laten bereiden door destillatie van 3 deelen plantendeelen op 5 deelen destillaat, en dan ten gebruike daarbij 1 deel met 2 deelen gedestilleerd water te verdunnen. Zoo bij voorbeeld laat de Oostenrijksche pharmaeopoea het aqua Amygd. amar. bereiden, door 1 deel zelfstandigheid voor 1 deel produkt te bezigen en dan voor het gebruik 1 deel van dit water met 24 deelen water te verdunnen. 30 grammen van dit water moeten dan 30 a 36 milligrammen anhydrisch acidum prussicum bevatten. Zoo laat men in Belgiƫ (en Nederland), Pruissen, Oostenrijk en in geheel Duitschland het aq. Laurocerasi en Amygd. amar. niet dan vaneen bepaalden titer gebruiken , ten einde het nadeel te voorkomen, dat ontstaan kan, door het verschil in zamenstelling ineen soort van geneesmiddelen van zulk eene groote werkzaamheid. Eene goede wijze van tirering is die van Buig u et (Journal de Pharm. t. XXXV, p. 168). Men neemt b. v. 100 cc. aq. Laurocerasi, voegt er 10 cc. ammonia liquida bij en giet er uit eene gegradueerde burette, waarvan iedere afdeeling Vio cc moet vertegenwoordigen, eene getitreerde oplossing van sulphas cupricus bij (23,09 grm. op 1,000 cc) zoo lang zij ophoudt ontkleurd te worden. Op het oogenblik dat er eene hemelsblaauwe kleur ontstaat en deze blijvend is, leest men het aantal verdeelingen af, welke verbruikt zijn; iedere verdeeling vertegenwoordigt 1 milligram anhydrisch acidum hydroeyanicum. Wij bevelen overigens de volgende verhouding aan tusschen het gewigt der plantendeelen en die van het daarvan te verkrijgen produkt, als resultaat der bovenstaande overwegingen en van de voordeelen, verbonden aan de concentratie der vlugge beginselen inde gedestilleerde wateren.

280